direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijven- en sportterreinen Wapenveld-Zuid
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.780BPBHDBDRIJVNTRN-ON01

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Vrijwaringszone - Molenbiotoop
21.1.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Molenbiotoop' rondom molens mag de bouwhoogte van bouwwerken:

  • a. binnen 100 m tot de betreffende molen, niet meer bedragen dan de hoogte van het onderste punt van de verticaal staande wiek van de betreffende molen,
  • b. tussen 100 m en 500 m tot de betreffende molen, niet meer bedragen dan 1/50 van de afstand tussen het betreffende bouwwerk en de betreffende molen, vermeerderd met 3 m.

21.1.2 Afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 21.1.1, ten behoeve van het bouwen tot een grotere bouwhoogte, zoals toegestaan in of krachtens de overige bepalingen van het plan, mits de windvangzone van de molen of de waarde van de molen als landschapsbepalend element daardoor niet onevenredig wordt aangetast.

21.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 21.1.3 onder b , is het verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is krachtens de Ontgrondingenwet en het ophogen en egaliseren van de gronden;
  • b. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.

b Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 21.1.3 onder a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale (agrarische) beheer, onderhoud en exploitatie;
  • b. werken en werkzaamheden waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
  • d. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 21.1.3 onder a , voorzover het betreft het aanleggen van poelen;
  • e. voor werken en werkzaamheden binnen een afstand van maximaal 2,5 m uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk.

c Afwegingskader

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 21.1.3 onder a , zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel;
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;