direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied West, 1e herziening (De Steeg tussen 8 en 10 te Wapenveld)
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.801BUWH02STEEG810-ON01

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Vigerend bestemmingsplan

Het plangebied valt geheel binnen de grenzen van het geldende bestemmingsplan “Buitengebied West” en heeft hierin de bestemming “Agrarisch”. In het betreffende bestemmingsvlak is geen bouwvlak opgenomen. Daarnaast heeft het plangebied de dubbelbestemming “Waarde - Middelhoge archeologische verwachting” en de gebiedsaanduiding “dekzandruggen en oude bouwlanden”.

De op de verbeelding als “Agrarisch” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • 1. de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
    • a. intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan binnen bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
    • b. binnen een bouwvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf is toegestaan;
    • c. mestvergistingsinstallatie van bedrijfseigen mest met een maximale capaciteit van 36.000 ton per jaar;
    • d. de bestaande gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van voorzieningen ten behoeve van voorzieningen ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, een boerderijterras en een boerderijwinkel tot een oppervlakte van niet meer dan 150 m²;
  • 2. de hierna genoemde nevenactiviteiten, op de hierna genoemde percelen:
    • a. Bruggenhoek 2, landbouwmechanisatiebedrijf;
    • b. Meenseweg 4, landbouwmechanisatiebedrijf;
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de gronden tevens bestemd voor de instandhouding van de aanwezige karakteristieke hoofdvorm van bouwwerken;
  • 4. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', een gebruiksgerichte paardenhouderij;
  • 5. de instandhouding en ondergeschikte aanpassing van bestaande openbare wegen, paden (inclusief kabels en leidingen) en infrastructurele voorzieningen en de aanleg van infrastructurele voorzieningen;
  • 6. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen sprengen en beken, en voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbanen of siervijvers;
  • 7. extensief recreatief medegebruik;
  • 8. agrarisch beheer van gronden;
  • 9. met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en voorzieningen - niet zijnde windturbines - andere werken, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ehs-natuur' geen teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan.

De op de verbeelding voor de dubbelbestemming “Waarde - Middelhoge archeologische verwachting” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “dekzandruggen en oude bouwlanden” dienen bouwwerken gebouwd te worden met in achtneming van de volgende landschaps- en natuurwaarden:

  • Kleinschalig halfopen landschap;
  • Reliëf van bolle akkers / enken;
  • Enken open houden, randen markeren met beplanting;
  • Aanplant langs wegen en paden;
  • Erfbeplanting, bosjes en houtwallen.

Op basis van de bovenstaande bestemmingsregels is het niet mogelijk om in het plangebied een woning te realiseren. Het bestemmingsplan bevat ook geen afwijkings- of wijzigingsmogelijkheden om het betreffende verzoek mogelijk te maken.

2.4.2 Toekomstvisie gemeente Heerde 2025 (2009)

Maatschappelijke en economische ontwikkelingen gaan in snel tempo. Om hierop in te spelen heeft de gemeente de Toekomstvisie gemeente Heerde 2015 vastgesteld. Deze visie is een agenda voor de toekomst, een heldere profilering van de gemeente in de regio en naar de eigen burgers, instellingen en ondernemers. De visie maakt duidelijk:

  • 1. Waar de gemeente voor staat;
  • 2. Welke ontwikkeling zij ambieert;
  • 3. Waarvoor de gemeente zich de komende jaren hard wil maken richting de eigen bevolking, instellingen, ondernemers en andere voor de ontwikkeling van Heerde belangrijke partijen.

De toekomstvisie is door de raad vastgesteld op 13 juli 2009. De toekomstvisie is een kader, een kapstok waaraan het toekomstige gemeentelijke beleid gekoppeld wordt en vormt de basis voor de ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.

Uitgangspunt voor de toekomst van de gemeente is behoud door ontwikkeling en het verbinden van structuren. Bestaande waardevolle kwaliteiten dienen behouden te worden en waar mogelijk versterkt of verder ontwikkeld. Ontwikkelingspotenties liggen op de gebieden natuur, rust, ruimte recreatie en toerisme, water, wellness, zorg, welzijn, sport en educatie.

Inzake landschap en natuur moet voorkomen worden dat het specifieke natuur- en cultuurlandschap verdwijnt en de groene natuurlijke ruimte versnippert en fragmenteert tot een gelijksoortig voor-elk-wat-wils programma.

Op de voorgenomen ontwikkeling ter plaatse van het plangebied is het thema 'Wonen' van toepassing. Hierover wordt in de Toekomstvisie het volgende gezegd:

"Bebouwing hoeft niet altijd en overal te worden uitgesloten. Het gaat vooral om hoe en waar gebouwd wordt en of dat zó kan plaatsvinden dat de kwaliteit intact blijft of wordt versterkt. Behoud van identiteit, eenheid en schoonheid door de (aan-)bouw van doordachte nieuwbouw, renovatie en inbreiding is van belang om de kwaliteiten van Heerde te waarborgen." (pagina 29)

2.4.3 Structuurvisie Landelijk Gebied (2005)

De gemeente heeft in de afgelopen periode een aantal visies vastgesteld die een basis vormen over hoe de gemeente omgaat met ruimtelijke vragen binnen het 'stedelijk gebied' en binnen het 'landelijk gebied'. Dit sluit aan bij het uitgestippelde beleid van het Rijk en de provincie. De hoofddoelstelling van deze visie is het bieden van de ruimtelijke kaders aan een vitaal en leefbaar platteland, waarin gebiedseigen functies tot hun recht komen en nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn. Dit alles binnen de randvoorwaarden van groen, rust en ruimte.

Volgens de Structuurvisie Landelijk Gebied (vastgesteld op 27 juni 2005) ligt het plangebied in het deelgebied 'platteland van de dynamiek'. Hierover wordt in de Structuurvisie het volgende gezegd met betrekking tot woonfuncties:

"Het platteland van de dynamiek biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van landelijk wonen. Hiervoor wordt verwezen naar de Beleidsnotitie Wonen in het landelijk gebied." (pagina 14)

2.4.4 Beleidsnotitie 'Wonen in het landelijk gebied' (2005)

De functie wonen is door de veranderingen in de agrarische structuur in het kader van de leefbaarheid van het platteland zeer belangrijk. In de beleidsnotitie 'Wonen in het landelijk gebied' is weergegeven op welke wijze deze functie in stand gehouden kan worden.

De beleidsnotie Wonen in het landelijk gebied gaat in op vijf verschillende aspecten van wonen te weten:

  • 1. het bouwen van nieuwe woningen;
  • 2. hergebruik van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen;
  • 3. de ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande woningen;
  • 4. legaliseren van bestaande woningen;
  • 5. mogelijkheden voor de realisering van landgoederen.

In de beleidsnotie wordt het plangebied tot het 'Buitengebied' gerekend. Daarnaast is het eerste aspect van toepassing, omdat het een plan voor de bouw van een nieuwe woning betreft. In de beleidsnotitie wordt over het bouwen van nieuwe woningen in het buitengebied gesteld dat:

"Er geen nieuwbouw van woningen op nu nog onbebouwde locaties plaats kan vinden." (pagina 4)

2.4.5 Landschapsontwikkelingsplan van Veluwe tot IJssel (2009)

In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) van Veluwe tot IJssel ligt het plangebied binnen de landschapseenheid 'Dekzandruggen en oude bouwlanden'. Op basis van historisch kaartmateriaal kan vastgesteld worden dat het plangebied op een oud bouwland ligt. Kenmerkend voor deze bouwlanden zijn: de bolle ligging, de grote open percelen met randbeplantingen (houtwallen), de laanbeplantingen en de steilranden.

Voor de landschapseenheid 'Dekzandruggen en oude bouwlanden' zijn in het LOP de volgende relevante beleidsambities geformuleerd:

"De overgangen van de oude bouwlanden naar laag gelegen gebieden worden op de randen landschappelijk versterkt door ze aan te planten." (pagina 87)

'Langs dreven en wegen worden bomen aangeplant (beuken, eiken, lindes, kastanjes) en onverharde paden worden begeleid door hagen. In waardevolle open ruimtes planten we niet aan." (pagina 88)

"Het welstandsbeleid of de ambtelijke toetsing van het geheel van erf en gebouw wordt gericht op behoud van de landschappelijke kwaliteit van de oude akkers." (pagina 89)

2.4.6 Welstandsnota (2004)

De gemeente Heerde heeft het ontwikkelde welstandsbeleid beschreven in de welstandsnota Heerde, welke in juni 2004 is vastgesteld. Er zijn zowel gebiedsgerichte als algemene welstandscriteria geformuleerd.

De welstandsnota kent een gebiedsopdeling. Aan elk deelgebied is een welstandsniveau toegekend. Er wordt onderscheid gemaakt in vier welstandsniveaus, te weten:

  • 1. welstandsniveau 1, Zware toetsing;
  • 2. welstandsniveau 2, Reguliere toetsing;
  • 3. welstandsniveau 3, Soepele toetsing;
  • 4. welstandsniveau 4, Welstandsvrij.

Het plangebied valt onder welstandniveau 4, wat inhoudt dat het plangebied welstandsvrij is. Het bouwplan wordt dus niet getoetst aan redelijke eisen van welstand.

2.4.7 Conclusie

Eventuele medewerking aan het plan tot realisatie van een vervangende woning kan alleen worden verleend middels een herziening van het geldende bestemmingsplan. Bij de overweging om het bestemmingsplan te herzien dient te worden aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening, hetgeen uit deze toelichting blijkt.

Het voorliggende bestemmingsplan heeft consequenties voor de gemeentelijke belangen, omdat de voorgenomen ontwikkeling strijdig is met de beleidsnotie 'Wonen in het landelijk gebied'. Hierin is het uitgangspunt dat in het buitengebied geen woningen op nu nog onbebouwde locaties worden gebouwd. In dit geval is het echter verdedigbaar om een uitzondering op het beleid te maken, zoals ook het GBO in 2010 al heeft aangegeven (zie ook paragraaf 1.1). De aanvrager (de familie Van der Kolk) woont nu al in het buitengebied, maar kan hier niet blijven wonen vanwege de ontwikkeling van de 'Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld'. Daarom is het verzoek ingediend om aan De Steeg tussen nummer 8 en 10 een vervangende woning te realiseren. Omdat de ontwikkeling van de 'Hoogwatergeul' een Rijksbelang betreft, is in dit geval het gemeentelijke belang ondergeschikt. Met andere woorden: vanwege het ondergeschikte belang wordt voor deze specifieke ontwikkeling afgeweken van het gemeentelijke beleid. Wel is daaraan de voorwaarde verbonden dat de geplande woning geclusterd wordt met bestaande woningen (zie ook paragraaf 3.1.2).