Plan: | Buitengebied West, 1e herziening (De Steeg tussen 8 en 10 te Wapenveld) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.801BUWH02STEEG810-VA01 |
De natuur in Nederland wordt beschermd vanuit twee invalshoeken: bescherming van gebieden en bescherming van soorten. De gebiedsbescherming is geregeld via de Natuurbeschermingswet (Natura2000-gebieden en Beschermde natuurmonumenten) en het Streekplan (onder andere Ecologische Hoofdstructuur (EHS), weidevogelgebieden en ganzenfoerageergebieden). De soortbescherming is geregeld door middel van de Flora- en faunawet. De verschillende natuurwetgevingen in Nederland hebben als belangrijkste component het zorgplichtbeginsel, dat van elke initiatiefnemer verlangt dat hij zich vooraf op de hoogte stelt van eventuele schadelijke effecten op voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving.
Het plangebied is niet gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur. De EHS ligt op een afstand van meer dan 500 meter van het plangebied. Het plangebied is daarnaast ook niet gelegen binnen het gebied in het kader van de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn dan wel de Natuurbeschermingswet (Natura 2000-gebied). Dit gebied ligt op een afstand van meer dan 1,5 kilometer van het plangebied. Gesteld kan worden dat tussen het plangebied en de aangewezen gebiedsbescherming relatief weinig verstorende objecten aanwezig zijn (zoals woningen), zodat er mogelijk effecten te verwachten zijn die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op deze aangewezen, beschermde gebieden.
Navolgende afbeelding heeft de ligging van het plangebied ten opzichte van de EHS weer.
Afbeelding 3.3: Ligging plangebied ten opzichte van EHS (bron: Ruimtelijke beoordeling bij De Steeg tussen 8 en 10 te Wapenveld).
Wat betreft de soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient te worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden. Gelet op het gebruik van het plangebied tot nu toe valt wel te verwachten dat er zeldzame planten en/of dieren voorkomen, die door de Flora- en Fauna wet beschermd worden dan wel dat het voorgenomen initiatief significante effecten zal hebben.
Gezien de ligging van het plangebied en het gebruik van het perceel kan niet op voorhand worden geconcludeerd dat er geen gevolgen zijn voor de gebiedsbescherming dan wel de soortenbescherming. Om dit te kunnen uitsluiten is een verkennend natuuronderzoek uitgevoerd.
Door het bureau EcoGroen Advies is voor het plangebied een zogenaamde 'quickscan natuurtoets' uitgevoerd (projectcode: 11-354). Deze quickscan is opgenomen in bijlage 2. De conclusies van dit onderzoek luiden als volgt:
In aanvulling op deze conclusies worden de volgende opmerkingen gemaakt: