Plan: | Veenweg 12 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.803BUWHVeenweg12-ON01 |
De Structuurvisie Gelderland 2005 geeft het beleidskader aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2015. De structuurvisie is er op gericht de vrschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden verstwerkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan.
Voor het plangebied zijn de volgende onderwerpen van belang:
Ecologische Hoofdstructuur
Het hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken.
Binnen de EHS geldt de “nee, tenzij”-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Om te kunnen bepalen of de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied significant worden aangetast, moet het bevoegde gezag erop toezien dat hiernaar door de initiatiefnemer onderzoek wordt verricht. Echter, voor de gebieden met een natuurontwikkelingsdoelstelling geldt dat regulier gebruik op basis van de vigerende bestemming kan worden gecontinueerd.
Recreatie en toerisme
Toeristische en recreatieve activiteiten zijn in het algemeen sterk gebonden aan landschappelijke kwaliteiten en specifieke gebiedskenmerken, zoals water of bosgebieden. Initiatieven voor toeristisch-recreatieve voorzieningen dienen daarom te worden beoordeeld op de mate van aansluiting bij de regionale gebiedskenmerken en hun bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het regionaal toeristisch-recreatieve product. Differentiatie naar aard en intensiteit wordt op die manier gebiedsgericht.
De provincie schrijft over extensieve dagrecreatie, waartoe een beeldentuin behoort, enkel dat de bestaande lange afstands wandelroutes en lange afstands fietsroutes bescherming genieten.
Conclusie
Onderhavig bestemmingsplan is niet in strijd met het ruimtelijke beleid van de provincie Gelderland, zoals verwoord in de Structuurvisie Gelderland 2005. Het plangebied kent reeds een woonbestemming en de tuin binnen deze bestemming wordt tevens reeds gebruikt als beeldentuin. Ten aanzien van dagrecreatie worden geen nadere eisen gesteld ten aanzien van onderhavig plan.
In de Ruimtelijke Verordening Gelderland staan de regels die de provincie Gelderland stelt aan de bestemmingsplannen van gemeenten. Een Ruimtelijke Verordening is een juridische vastlegging van de provinciale structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005), streekplanuitwerkingen en -herzieningen. De provincie voegt in de Ruimtelijke Verordening geen nieuw beleid toe. Op het plangebied zijn de hierna volgende onderwerpen van toepassing.
EHS
In een bestemmingsplan worden in een gebied gelegen binnen de EHS geen bestemmingen toegestaan waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast.
Nationaal Landschap
In gebieden binnen een nationaal landschap, met de aanduiding waardevol landschap, kunnen slechts bestemmingen worden toegestaan, voor zover deze de kernkwaliteiten van het gebied, zoals vastgelegd in de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen" behouden of versterken.
Conclusie
Onderhavig bestemmingsplan legaliseert het bestaande gebruik. De bestemmingen/aanduidingen uit het geldende plan "Buitengebied West" zijn ook in dit plan opnieuw van toepassing. Daarmee worden geen wezenlijke kenmerken, waarden of kernkwaliteiten van de omgeving aangetast, omdat die opnieuw door middel van dit bestemmingsplan worden beschermd.
In Gelderland zijn in 2005 reconstructieplannen opgesteld die de toekomst van het platteland vormgeven. Dat is gebeurd in drie reconstructiegebieden. Een van deze gebieden is de Veluwe.
Het reconstructieplan Veluwe is nodig om de problemen die op het platteland spelen te kunnen aanpakken. In delen van het landelijk gebied zitten de (intensieve) landbouw, wonen, werken, recreatie natuur en landschap elkaar te vaak in de weg. Het gevolg is dat vooral economisch belangrijke sectoren als landbouw en recreatie zich niet genoeg kunnen ontwikkelen en de kwaliteit van natuur, landschap en water te weinig verbetert.
Dit heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid en vitaliteit van het platteland. In het reconstructieplan worden de functies bijna opnieuw over de gebieden verdeeld en nieuwe ontwikkelmogelijkheden gestimuleerd. Een aantal onderdelen uit het reconstructieplan wordt rechtstreeks overgenomen in het Streekplan en de bestemmingsplannen.
Zonering
Een belangrijk onderdeel van het reconstructieplan is de zonering. Gebieden hebben een bepaalde bestemming gekregen:
Onderhavig plangebied valt binnen de zone "extensiveringsgebied".
Extensiveringsgebied
Voor andere bebouwing en activiteiten dan die voor de intensieve veehouderij geldt onverkort het reguliere ruimtelijk beleid, zoals neergelegd in streekplan en bestemmingsplannen.
Duurzame dagrecreatie
In het Reconstructieplan is een toekomstvisie voor de periode tot 2015 gegeven. De provincie geeft daarbij aan dat op het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) duurzame recreatieve ontwikkelingen plaats kunnen vinden die aansluiten bij de thema’s natuur, water, stad, platteland en cultuurhistorie. Kleinschalige ontwikkelingen zoals erfgoedlogies, bed and breakfast en fietscafés pasen daar goed bij.
Conclusie
De legalisering van de beeldentuin is niet in strijd met het Reconstructieplan Veluwe. Er vindt een bijdrage plaats aan de toekomstvisie van de provincie om duurzame dagrecreatie te realiseren.