Plan: | Veenweg 12 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.803BUWHVeenweg12-ON01 |
Aangezien een beeldentuin en galerie geen geluidgevoelige functies zijn, hoeft voor het plangebied zelf geen akoestisch onderzoek plaats te vinden. Er gaat echter wel een verkeersaantrekkende werking uit van deze functies. Daarom is eind 2012 een onderzoek uitgevoerd naar de verkeerskundige effecten. De conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek zijn hierna weergegeven. Het complete onderzoek is opgenomen in bijlage 1.
Onderzoek
In het onderzoek is bepaald welke hoeveelheid verkeer de beeldentuin in de toekomst zal genereren. Hierbij is gebruik gemaakt van de onderzoeksresultaten en van beschikbare kengetallen. Kengetallen voor deze specifieke voorziening zijn niet voorhanden, maar op basis van beschikbare gegevens van andere (enigszins vergelijkbare) voorzieningen kan een goede indicatie worden gekregen van de te verwachten verkeersbelasting.
Op basis van tellingen en beschikbare kengetallen is geconcludeerd dat de productie/ attractie van de beeldentuin ongeveer 18 ritten per etmaal is voor zover het een jaargemiddelde weekdag betreft. Voor de drukkere maanden wordt een productie/ attractie verwacht van circa 40 voertuigen per etmaal en op piekdagen van circa 120 voertuigen. Op de Veenweg rijden op een gemiddelde weekdag circa 50 voertuigen die niet aan de beeldentuin gerelateerd zijn. Dit betekent in de drukkere maanden een intensiteit op de Veenweg van nog geen 100 voertuigen en op de piekdagen van circa 170 voertuigen. Op basis van deze aantallen is er geen verwachting van enige bermschade. De ontmoetingskans is dermate klein dat er niet of nauwelijks sprake zal zijn van bermgebruik en daaruit volgende bermschade.
Mede daardoor zal de veiligheid niet in het geding zijn. Dit zal ook niet zo zijn in de zomerperiode, als er sprake is van grote fietsstromen naar het Heerderstrand. In dat geval zal de fietser vanwege de omvang van de totale groep de dominante gebruiker zijn, mede door het beperkte ruimtelijke profiel, en zal het autoverkeer het gedrag hierop aanpassen. Zeker gezien het feit dat het allemaal bestemmingsverkeer betreft en de lengte waarover de automobilist wordt ‘gehinderd’ beperkt is.
Omdat er de toename van het verkeer op de Veenweg niet significant is, zal er ook geen substantiële toename van de geluidhinder zijn.
Geconcludeerd kan dan ook worden dat de beeldentuin verkeerskundig gezien niet of nauwelijks negatieve effecten heeft op de omgeving. Er worden op de Veenweg geen problemen verwacht in de verkeersafwikkeling en ook de verkeersveiligheid is binnen de huidige vormgeving en gebruik geen punt van zorg. Dit geldt naast de Veenweg ook voor de overige aanvoerwegen in Heerde.
Aanbevelingen
Ondanks dat er geen problemen worden voorzien is er wel een aantal punten dat aandacht verdient. Ten eerste dient de gesloten verklaring van de Veenweg te worden verwijderd. Dit betekent dat bord C12 met onderbord ‘uitgezonderd aanwonenden’ moet worden weggehaald. Deze bebording is eigenlijk ook overbodig, omdat niet door kan worden gereden en de weg daarmee alleen maar gebruikt kan worden door bestemmingsverkeer. Er wordt voorgesteld hiervoor in de plaats bord L9 te plaatsen (doodlopende weg) met onderbord ‘uitgezonderd (brom)fietsers’.
Daarnaast is het wenselijk de snelheid op de Veenweg te verlagen. Wettelijk gezien bedraagt deze nu nog 80 km/uur. Geadviseerd wordt deze snelheid in ieder geval te verlagen tot 60 km/uur. Te overwegen valt om de snelheid tot 30 km/uur terug te brengen en de Veenweg binnen de bebouwde kom te brengen.
Parkeren
Ten aanzien van parkeren wordt opgemerkt dat er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is binnen het plangebied. Er vindt geen afwenteling op de omgeving plaats.
De aspecten verkeer en parkeren vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.