direct naar inhoud van 4.2 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Veenweg 12
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.803BUWHVeenweg12-VA01

4.2 Archeologie en cultuurhistorie

4.2.1 Archeologie

Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht, die de volledige implementatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monumentenwet (1988) betekent. Op basis van de Wet op de archeologische Monumentenzorg is de overheid verplicht om bij het vaststellen van ruimtelijke plannen ook de archeologische (verwachtings)waarden bij de planvorming te betrekken.

Het exploiteren van een beeldentuin en galerie vereist geen graafwerkzaamheden. Het voorgenomen plan beoogt de legalisering van het gebruik. Om te voorkomen dat eventuele archeologische (verwachtings)waarden in de toekomst verloren kunnen gaan, is in het bestemmingsplan voor de aanwezige verwachtingswaarden een dubbelbestemming opgenomen. Voor het uitvoeren van bepaalde werken of werkzaamheden geldt binnen deze dubbelbestemmingen een omgevingsvergunningplicht.

Behalve een waardevol bodemarchief kan er ook sprake zijn monumentale bebouwing. Het kan daarbij gaan om rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten. Rijksmonumenten zijn beschermd op basis van de Monumentenwet (1988). Gemeentelijke monumenten zijn beschermd op basis van de gemeentelijke monumentenverordening. Een vertaling van deze regelgeving in het bestemmingsplan zou dan ook dubbelop zijn. Overigens zijn in het plangebied geen rijks- of gemeentelijke monumenten aanwezig.

Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.

4.2.2 Cultuurhistorie

De modernisering van de monumentenzorg (MOMO) heeft erin geresulteerd dat per 1 januari 2012 het Besluit ruimtelijke ordening is aangepast. Met deze aanpassing is cultureel erfgoed ingebed in de ruimtelijke ordening. Het is verplicht om in bestemmingsplannen aandacht te geven aan cultuurhistorie en de effecten van het initiatief op cultuurhistorische waarden die in het plangebied voorkomen. Daar waar nodig dient de bescherming van deze waarden ook te worden vastgelegd in de regels en verbeelding bij het bestemmingsplan.

In het plangebied komen geen cultuurhistorische waarden of karakteristieke bouwwerken voor. Het aspect cultuurhistorie vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.