a. Ter plaatse van de aanduiding "Veiligheidszone - lpg" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige lpg-installatie;
b. Ter plaatse van de aanduiding "Veiligheidszone - lpg" zijn geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
c. Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.
d. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door:
1. het wijzigen van de veiligheidszone, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de omvang van de plaatsgebonden risicocontour PR10-6 als gevolg van nieuwe technische inzichten, verandering van wetgeving, nieuwe rekenmodellen of een wijziging in de lpg-installatie is gewijzigd en zich binnen de gewijzigde zone geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten bevinden;
2. het opheffen van de veiligheidszone, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de ter plaatse gelegen lpg-installatie buiten werking is gesteld of het plaatsgebonden risico is opgeheven.