direct naar inhoud van Artikel 3 Tuin
Plan: Veesser Enkweg 1 te Veessen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.304HVVVEESSERENKW1-ON01

Artikel 3 Tuin

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen

met daarbij behorende:

  • b. carports;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. erven;
  • e. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming dan wel de aangrenzende bestemming Wonen worden gebouwd, met dien verstande dat:

3.2.1 Carports

Voor carports gelden de volgende regels:

  • a. deze mogen uitsluitend achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • a. de afstand tot de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw mag niet minder dan 1 m bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 20 m2 bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,25 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw.
3.2.2 Erkers, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen

Voor erkers, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen ten dienste van de aangrenzende bestemming Wonen gelden de volgende regels:

  • a. deze (van een woonhuis deeluitmakende) bebouwing mag de (verlengde) grenzen van het bouwvlak over niet meer dan de halve gevelbreedte met niet meer dan 1,50 m overschrijden;
  • b. de afstand tussen de bebouwing en de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1,50 m bedragen.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3,25 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste de bouwhoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen.
3.2.4 Grenzen van het bouwvlak

Voor bebouwing ten dienste van de aangrenzende bestemming Wonen geldt dat de navolgende bebouwing de (verlengde) grenzen van het bouwvlak met niet meer dan 1,50 m mag overschrijden:

  • a. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
  • b. schotelantennes;
  • c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken.