direct naar inhoud van 2.5 Juridisch planologisch kader
Plan: Veesser Enkweg 1 te Veessen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.304HVVVEESSERENKW1-VA01

2.5 Juridisch planologisch kader

Het plangebied valt geheel binnen de grenzen van het geldende bestemmingsplan 'Hoorn, Veessen en Vorchten' en heeft hierin de bestemmingen 'wonen' en 'tuin'. Daarnaast zijn de dubbelbestemming 'archeologisch waardevol gebied' en de aanduiding 'molenbeschermingszone' van toepassing. De op de vigerende plankaart voor 'wonen' aangewezen grond is bestemd voor het wonen in het bestaande aantal woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep. Er geldt een maximale goothoogte van 3 meter. De voor 'tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin behorende bij de hoofdgebouwen met daarbij behorende carports, andere-bouwwerken, erven en parkeervoorzieningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0246.304HVVVEESSERENKW1-VA01_0003.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0246.304HVVVEESSERENKW1-VA01_0004.png"

Afbeelding 3: Uitsnede plankaart vigerende bestemmingsplan

Op de tot 'archeologisch waardevol gebied' bestemde gronden mag niet zonder omgevingsvergunning worden gebouwd, tenzij sprake is van een bouwproject met een grondbeslag van niet meer dan 100 m2 of activiteiten waarvoor geen of een lichte bouwvergunning is vereist.

Op de met 'molenbeschermingszone' aangewezen gronden mag bebouwing worden opgericht tot een maximale hoogte van 8,74 meter in een straal van 100 meter rondom de molen. Daarbuiten mag de maximale hoogte met 2 cm per strekkende meter worden vermeerderd. De woning is op +/- 230 meter van de molen verwijderd.

Het is niet mogelijk de beoogde woningen op grond van het bestemmingsplan te realiseren, omdat ze buiten het bouwblok zijn geprojecteerd. Het bestemmingsplan bevat ook geen vrijstellings- of wijzigingsmogelijkheden om het betreffende verzoek mogelijk te maken.

Eventuele medewerking kan alleen worden verleend middels een partiƫle herziening van het geldende bestemmingsplan. Bij de overweging om het bestemmingsplan te herzien dient te worden aangetoond, dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Onderhavig bestemmingsplan vormt de onderbouwing.