Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Eperweg 40 te Heerde
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0246.602ONTH02EPERWEG40-ON01

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Structuurvisie Landelijk Gebied
De gemeente heeft in de afgelopen periode een aantal visies vastgesteld die een basis vormen hoe de gemeente omgaat met ruimtelijke vragen binnen het ‘stedelijk gebied’ en binnen het ‘landelijk gebied’. Dit sluit aan bij het uitgestippelde beleid van het Rijk en de provincie. Volgens de vastgestelde structuurvisie Landelijk Gebied (27 juni 2005) ligt het perceel in het deelgebied ‘Platteland van de verweving’. De bijbehorende tekst luidt:

Het platteland van de verweving kan beschouwd worden als het overgangsgebied van de Veluwe naar het agrarisch gebied. Het is een gevarieerd landschap met allerlei verschillende functies. Zo zijn er nog enkele agrarische bedrijven, is het een belangrijk woongebied en leent het zich goed voor recreatief medegebruik. In dit gebied komen veel functies voor die eigenlijk niet in het landelijk gebied thuishoren, maar ook niet in het stedelijk gebied, zoals kwekerijen en maneges.
Dit deelgebied heeft een belangrijke woonfunctie. De twee grootste kernen van de gemeente bevinden zich in deze zone en ook het typische woongebied Hoornerveen is er gelegen. Over het algemeen zijn de woningen hier klein en is er een hoge bebouwingsdichtheid. Dit typische karakter dient dan ook behouden te blijven en nieuw te bouwen woningen dienen te passen in deze karakteristieke omgeving. Aansluitend aan de bestaande kernen moet ruimte worden gezocht voor nieuwe uitleglocaties voor wonen en werken. In dat kader wordt verwezen naar de Visie op het wonen en werken in de gemeente Heerde tot 2015. De woonfunctie wordt in het platteland van de verweving gestimuleerd. Hierbij wordt verwezen naar de Beleidsnotitie wonen in het landelijk gebied.
2.5.2 Beleidsnotitie wonen in het landelijk gebied
In de opgestelde beleidsnotitie 'Wonen in het landelijk gebied' wordt nader ingegaan op de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande woningen in het buitengebied van de gemeente Heerde. Ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit is van belang dat verbouw (uitbreiding) van woningen geschiedt met in acht name van de geldende eisen voor de verschijningsvorm vanuit het landschap, monumentenbeleid en welstandsbeleid. Voor wat betreft de eventuele verplaatsing van woningen in combinatie met uitbreiding, hanteert de gemeente het ja, mits principe. Verplaatsing van woningen met het oog op de bouwkundige staat, vergroting van het woongenot en privacy en/of verbetering van de stedenbouwkundige situatie kan worden toegestaan, mits het landschappelijk gezien aanvaardbaar is, de belangen van aangrenzende grondgebruikers niet wordt geschaad, de agrarische bedrijven in hun bedrijfsvoering niet worden gehinderd en de verkeersveiligheid niet verslechterd.
2.5.3 Landschapsontwikkelingsplan ‘Van Veluwe tot IJssel’ (LOP)
Het LOP stelt ten aanzien van de omgeving van het plangebied (landschapseenheid ‘Oude bouwlanden en Dekzandruggen’) onder andere het volgende:

Langs dreven en wegen worden bomen aangeplant (beuken, eiken, lindes, kastanjes) en onverharde paden worden begeleid door hagen. In waardevolle open ruimtes planten we niet aan. Motivering/achtergronden: Het afleesbaar maken van het netwerk van paden en wegen draagt bij aan het vergroten van de herkenbaarheid van deze landschapseenheid. Het moet echter niet gaan concurreren met de gewenste openheid van de enken en daarom worden de paden en wegen op de waardevolle open delen van de enken niet aangeplant.
2.5.4 Welstandsnota
De gemeente Heerde heeft het ontwikkelde welstandsbeleid beschreven in de welstandsnota Heerde, welke in juni 2004 is vastgesteld. Er zijn zowel gebiedsgerichte als algemene welstandscriteria geformuleerd. De betreffende locatie valt onder welstandniveau 4, wat inhoudt dat de locatie welstandsvrij is. Het bouwplan wordt dus niet getoetst aan redelijke eisen van welstand.
2.5.5 Vigerend bestemmingsplan
Voor het plangebied geldt momenteel het bestemmingsplan 'Ontwikkelingsgebieden' en heeft hierin de bestemmingen Agrarisch - Landschappelijke waarde, Tuin en Wonen. Verder geldt voor het hele plangebied de dubbelbestemming Archeologisch waardevol gebied.
 
 
Uitsnede van het bestemmingsplan Ontwikkelingsgebieden met legenda.
       
De op de plankaart voor Agrarisch - Landschappelijke waarde (artikel 6) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de uitoefening van een agrarisch bedrijf dan wel het weiden van vee en/of het verbouwen van gewassen;
  2. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
  3. de waterhuishouding;
  4. recreatief medegebruik in de vorm van voet-, fiets- en/of ruiterpaden;
  5. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarde van de gronden;
  6. ter plaatse van de aanduiding bebouwing, voor een gebouw;
met daarbijbehorende andere-bouwwerken - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest -, houtopstanden en voorzieningen.
 
De op de plankaart voor Tuin (artikel 17) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. ter plaatse van de aanduiding bebouwing, voor een gebouw;
met daarbijbehorende carports, andere-bouwwerken, erven en parkeervoorzieningen.
 
De op de plankaart voor Wonen (artikel 21) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het wonen in het bestaande aantal woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep: met dien verstande dat het bestaande aantal woningen mag worden verminderd;
  2. ter plaatse van de aanduiding bedrijfsactiviteit, voor de bedrijfsactiviteit zoals in de bij deze regel behorende bijlage bij het genoemde adres is vermeld;
  3. ter plaatse van de aanduiding garagebox, voor een garagebox;
met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken, tuinen en erven.
 
De op de plankaart voor Archeologisch waardevol gebied (artikel 22) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.