direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Landschappelijke Waarde
Plan: Bestemmingsplan Ontwikkelingsgebieden, 4e herziening (Flessenbergerweg 46 te Wapenveld)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.604ONTH04FLEBRWG46-va01

Artikel 3 Agrarisch - Landschappelijke Waarde

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Landschappelijke Waarde' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf dan wel het weiden van vee en/of het verbouwen van gewassen;
  • b. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
  • c. de waterhuishouding;
  • d. recreatief medegebruik in de vorm van voet-, fiets- en/of ruiterpaden;
  • e. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke waarde van de gronden;

met daarbijbehorende andere-bouwwerken - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest -, houtopstanden en voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op de 'Agrarisch - Landschappelijke Waarde' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

3.2.1 Gebouwen

Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer dan 2 m bedragen.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. in de bodem:
    • 1. het afgraven dieper dan 30 cm;
    • 2. het vergraven;
    • 3. het diepploegen en -woelen.

  • b. ten aanzien van de waterhuishouding:
    • 1. de aanleg van een drainagestelsel;
    • 2. de aanleg, het verbreden, verbeteren van sloten/greppels;
    • 3. het dempen van sloten en greppels;
    • 4. het dempen van kleine geïsoleerde wateren;
    • 5. het aanbrengen van oeverbeschoeiing

  • c. ten aanzien van beplanting:
    • 1. het rooien van houtgewas;
    • 2. het aanbrengen van houtgewas;
    • 3. het omzetten van gras-/bouwland in laan-/haagbeplanting;
    • 4. het omzetten t.b.v. in graszoden-/bloembollenteelt.

  • d. ten aanzien van infrastructuur:
    • 1. het aanbrengen van verharding > 200 m2;
    • 2. het aanbrengen van ondergrondse leidingen;
    • 3. het aanleggen van recreatieve paden en voorzieningen;
    • 4. het aanleggen van parkeerplaatsen.

3.3.2 Uitzondering

Het in 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.