Plan: | Buitengebied West, 1e herziening (De Steeg tussen 8 en 10 te Wapenveld) |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.801BUWH02STEEG810-ON01 |
Het plangebied valt geheel binnen de grenzen van het geldende bestemmingsplan “Buitengebied West” en heeft hierin de bestemming “Agrarisch”. In het betreffende bestemmingsvlak is geen bouwvlak opgenomen. Daarnaast heeft het plangebied de dubbelbestemming “Waarde - Middelhoge archeologische verwachting” en de gebiedsaanduiding “dekzandruggen en oude bouwlanden”.
De op de verbeelding als “Agrarisch” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De op de verbeelding voor de dubbelbestemming “Waarde - Middelhoge archeologische verwachting” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “dekzandruggen en oude bouwlanden” dienen bouwwerken gebouwd te worden met in achtneming van de volgende landschaps- en natuurwaarden:
Op basis van de bovenstaande bestemmingsregels is het niet mogelijk om in het plangebied een woning te realiseren. Het bestemmingsplan bevat ook geen afwijkings- of wijzigingsmogelijkheden om het betreffende verzoek mogelijk te maken.
Maatschappelijke en economische ontwikkelingen gaan in snel tempo. Om hierop in te spelen heeft de gemeente de Toekomstvisie gemeente Heerde 2015 vastgesteld. Deze visie is een agenda voor de toekomst, een heldere profilering van de gemeente in de regio en naar de eigen burgers, instellingen en ondernemers. De visie maakt duidelijk:
De toekomstvisie is door de raad vastgesteld op 13 juli 2009. De toekomstvisie is een kader, een kapstok waaraan het toekomstige gemeentelijke beleid gekoppeld wordt en vormt de basis voor de ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.
Uitgangspunt voor de toekomst van de gemeente is behoud door ontwikkeling en het verbinden van structuren. Bestaande waardevolle kwaliteiten dienen behouden te worden en waar mogelijk versterkt of verder ontwikkeld. Ontwikkelingspotenties liggen op de gebieden natuur, rust, ruimte recreatie en toerisme, water, wellness, zorg, welzijn, sport en educatie.
Inzake landschap en natuur moet voorkomen worden dat het specifieke natuur- en cultuurlandschap verdwijnt en de groene natuurlijke ruimte versnippert en fragmenteert tot een gelijksoortig voor-elk-wat-wils programma.
Op de voorgenomen ontwikkeling ter plaatse van het plangebied is het thema 'Wonen' van toepassing. Hierover wordt in de Toekomstvisie het volgende gezegd:
"Bebouwing hoeft niet altijd en overal te worden uitgesloten. Het gaat vooral om hoe en waar gebouwd wordt en of dat zó kan plaatsvinden dat de kwaliteit intact blijft of wordt versterkt. Behoud van identiteit, eenheid en schoonheid door de (aan-)bouw van doordachte nieuwbouw, renovatie en inbreiding is van belang om de kwaliteiten van Heerde te waarborgen." (pagina 29)
De gemeente heeft in de afgelopen periode een aantal visies vastgesteld die een basis vormen over hoe de gemeente omgaat met ruimtelijke vragen binnen het 'stedelijk gebied' en binnen het 'landelijk gebied'. Dit sluit aan bij het uitgestippelde beleid van het Rijk en de provincie. De hoofddoelstelling van deze visie is het bieden van de ruimtelijke kaders aan een vitaal en leefbaar platteland, waarin gebiedseigen functies tot hun recht komen en nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn. Dit alles binnen de randvoorwaarden van groen, rust en ruimte.
Volgens de Structuurvisie Landelijk Gebied (vastgesteld op 27 juni 2005) ligt het plangebied in het deelgebied 'platteland van de dynamiek'. Hierover wordt in de Structuurvisie het volgende gezegd met betrekking tot woonfuncties:
"Het platteland van de dynamiek biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van landelijk wonen. Hiervoor wordt verwezen naar de Beleidsnotitie Wonen in het landelijk gebied." (pagina 14)
De functie wonen is door de veranderingen in de agrarische structuur in het kader van de leefbaarheid van het platteland zeer belangrijk. In de beleidsnotitie 'Wonen in het landelijk gebied' is weergegeven op welke wijze deze functie in stand gehouden kan worden.
De beleidsnotie Wonen in het landelijk gebied gaat in op vijf verschillende aspecten van wonen te weten:
In de beleidsnotie wordt het plangebied tot het 'Buitengebied' gerekend. Daarnaast is het eerste aspect van toepassing, omdat het een plan voor de bouw van een nieuwe woning betreft. In de beleidsnotitie wordt over het bouwen van nieuwe woningen in het buitengebied gesteld dat:
"Er geen nieuwbouw van woningen op nu nog onbebouwde locaties plaats kan vinden." (pagina 4)
In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) van Veluwe tot IJssel ligt het plangebied binnen de landschapseenheid 'Dekzandruggen en oude bouwlanden'. Op basis van historisch kaartmateriaal kan vastgesteld worden dat het plangebied op een oud bouwland ligt. Kenmerkend voor deze bouwlanden zijn: de bolle ligging, de grote open percelen met randbeplantingen (houtwallen), de laanbeplantingen en de steilranden.
Voor de landschapseenheid 'Dekzandruggen en oude bouwlanden' zijn in het LOP de volgende relevante beleidsambities geformuleerd:
"De overgangen van de oude bouwlanden naar laag gelegen gebieden worden op de randen landschappelijk versterkt door ze aan te planten." (pagina 87)
'Langs dreven en wegen worden bomen aangeplant (beuken, eiken, lindes, kastanjes) en onverharde paden worden begeleid door hagen. In waardevolle open ruimtes planten we niet aan." (pagina 88)
"Het welstandsbeleid of de ambtelijke toetsing van het geheel van erf en gebouw wordt gericht op behoud van de landschappelijke kwaliteit van de oude akkers." (pagina 89)
De gemeente Heerde heeft het ontwikkelde welstandsbeleid beschreven in de welstandsnota Heerde, welke in juni 2004 is vastgesteld. Er zijn zowel gebiedsgerichte als algemene welstandscriteria geformuleerd.
De welstandsnota kent een gebiedsopdeling. Aan elk deelgebied is een welstandsniveau toegekend. Er wordt onderscheid gemaakt in vier welstandsniveaus, te weten:
Het plangebied valt onder welstandniveau 4, wat inhoudt dat het plangebied welstandsvrij is. Het bouwplan wordt dus niet getoetst aan redelijke eisen van welstand.
Eventuele medewerking aan het plan tot realisatie van een vervangende woning kan alleen worden verleend middels een herziening van het geldende bestemmingsplan. Bij de overweging om het bestemmingsplan te herzien dient te worden aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening, hetgeen uit deze toelichting blijkt.
Het voorliggende bestemmingsplan heeft consequenties voor de gemeentelijke belangen, omdat de voorgenomen ontwikkeling strijdig is met de beleidsnotie 'Wonen in het landelijk gebied'. Hierin is het uitgangspunt dat in het buitengebied geen woningen op nu nog onbebouwde locaties worden gebouwd. In dit geval is het echter verdedigbaar om een uitzondering op het beleid te maken, zoals ook het GBO in 2010 al heeft aangegeven (zie ook paragraaf 1.1). De aanvrager (de familie Van der Kolk) woont nu al in het buitengebied, maar kan hier niet blijven wonen vanwege de ontwikkeling van de 'Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld'. Daarom is het verzoek ingediend om aan De Steeg tussen nummer 8 en 10 een vervangende woning te realiseren. Omdat de ontwikkeling van de 'Hoogwatergeul' een Rijksbelang betreft, is in dit geval het gemeentelijke belang ondergeschikt. Met andere woorden: vanwege het ondergeschikte belang wordt voor deze specifieke ontwikkeling afgeweken van het gemeentelijke beleid. Wel is daaraan de voorwaarde verbonden dat de geplande woning geclusterd wordt met bestaande woningen (zie ook paragraaf 3.1.2).