direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene gebruiksregels
Plan: Buitengebied West, 1e herziening (De Steeg tussen 8 en 10 te Wapenveld)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.801BUWH02STEEG810-VA01

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

7.1 Strijdig gebruik
  • a. Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van:
    • 1. gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;
    • 2. gronden voor de voorgevel ten behoeve van een zwembad;
  • b. Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning is vereist en deze is verleend.
7.2 Bed & Breakfast
7.2.1 Toegestaan gebruik

Een woning mag worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast met maximaal 2 slaapkamers en 5 slaapplaatsen.

7.2.2 Afwijken van toegestaan gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 7.2.1 ten behoeve van bed & breakfast in een aan de woning gebouwd bijbehorend bouwwerk.

7.3 Paardenbakken
7.3.1 Toegestaan gebruik

Met betrekking tot paardenbakken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bij iedere woning is één paardenbak toegestaan, mits rond de woning minimaal 5000 m² agrarische grond aantoonbaar duurzaam in gebruik is;
  • b. de afstand van de dichtstbijzijnde rand van de paardenbak tot de bebouwingsconcentratie (ruimtelijke eenheid), mag niet meer bedragen dan 40 m;
  • c. de afstand van de rand van de paardenbak tot een woning van derden mag niet minder bedragen dan 50 m;
  • d. de paardenbak moet achter het verlengde van de voorgevelrooilijn van de woning worden gesitueerd;
  • e. de inwendige maatvoering van een paardenbak bedraagt maximaal 20 bij 40 m;
  • f. lichtmasten zijn niet toegestaan;
  • g. de bouwhoogte van de omheining mag niet meer dan 1,70 m bedragen;
  • h. de paardenbak dient landschappelijk ingepast te worden.
7.3.2 Afwijken van toegestaan gebruik

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:

  • a. sublid 7.3.1 onder b, en toestaan dat de bedoelde afstand niet meer bedraagt dan 60 m;
  • b. sublid 7.3.1 onder c, en toestaan dat de bedoelde afstand niet minder bedraagt dan 25 m.
  • c. sublid 7.3.1 onder d, en toestaan dat de paardenbak voor het verlengde van de voorgevelrooilijn van de woning wordt gesitueerd, mits is aangetoond dat het ruimtelijk gezien niet mogelijk is om de paardenbak achter het verlengde van de voorgevelrooilijn van de woning of bedrijfswoning te situeren;
  • d. sublid 7.3.1 onder e, en toestaan dat de inwendige maatvoering:
    • 1. maximaal 20 bij 60 m bedraagt, mits is aangetoond dat dit noodzakelijk is in verband met een hoger spring of dressuur niveau (Z-dressuur);
    • 2. maximaal 30 bij 60 m bedraagt, mits is aangetoond dat dit noodzakelijk is in verband met wedstrijdmenners.
  • e. sublid 7.3.1onder f, en toestaan dat vanaf 100 m van Natura2000-gebieden en de EHS-gebieden (Ecologische Hoofdstructuur) lichtmasten mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 8 m mag bedragen en het gebruik uitsluitend in de periode tussen 7.00 en 22.00 uur plaatsvindt.