Plan: | Hoornerveen, 13e herziening, rotonde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.BP751-VA01 |
Er is geen bodeminformatie bekend op grond waarvan verondersteld wordt dat de bodem verontreinigd is.
Gezien de functie rotonde wordt het daarom niet zinvol geacht om een verkennend bodemonderzoek volgens NEN 5740 uit te voeren.
De aangrenzende bedrijven vormen geen belemmering voor de aanleg van de rotonde. Zowel de belangen van de bedrijven als van de weggebruikers verzetten zich niet tegen de werkzaamheden.
De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet dient bij het wijzigen van het bestemmingsplan dan ook aandacht te worden besteed aan het aspect geluid.
In september 2009 is door BVA Verkeersadviezen uit Zwolle een akoestisch onderzoek verricht. Hieruit blijkt dat bij de drie woningen aan de Sportlaan 16 en 18 en aan de Veldweg 2 sprake is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder (Wgh) aangezien de toename van de geluidsbelasting als gevolg van het verkeer Lden 2 dB bedraagt. De Wgh schrijft voor dat eerst moet worden gekeken of naar het effect van maatregelen en wel in de volgorde bron – overdrachtsgebied – ontvanger, voordat de betrokken woningen in aanmerking komen voor een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde. Er is voor gekozen maatregelen te treffen aan de bron te nemen door delen van de Molenweg te voorzien van geluidreducerend verhardingsmateriaal. De toename van de geluidsbelasting zal hierdoor worden gecompenseerd. Voor de overige woningen rond de Sportlaan blijft de toename van de geluidsbelasting beperkt tot minder dan 2 dB of neemt af. Voor deze woningen bestaan er geen bezwaren vanuit de Wgh tegen de voorgenomen ontwikkeling.
Het akoestisch onderzoek is als Bijlage 2 Akoestisch onderzoek bij dit plan gevoegd.
Het bestemmingsplan draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit, nu het slechts gaat om een reconstructie. Een toename van verkeer als gevolg van de aanleg van de rotonde is niet te verwachten. Het effect op de luchtkwaliteit is dus nihil.
Op 28 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. In dit besluit zijn de normen voor de risico's als gevolg van risicovolle bedrijven vastgelegd. De aanleg van de rotonde heeft geen gevolgen voor risicovolle bedrijven. Aan het aspect externe veiligheid hoeft dan ook geen verdere aandacht worden besteed.