direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Herstelplan de Soppeweg 3 en 3A
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0269.BG178-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 8 mei 2014 is tussen de eigenaren van De Soppeweg 3 en 3A en enkele omwonenden een overeenkomst gesloten. Onderdeel van de overeenkomst was dat het bestemmingsplan voor de percelen De Soppeweg 3 en 3A in 2015 zou worden geactualiseerd met een bestemming ten behoeve van twee burgerwoningen. Het bestemmingsplan 'Buitengebied, De Soppeweg 3 en 3A’ is vervolgens op 7 juli 2016 vastgesteld. Op 16 januari 2018 is, op basis van een binnenplanse afwijking uit dit bestemmingsplan, een omgevingsvergunning verleend om de bestaande twee-onder-een kapwoning om te zetten in twee vrijstaande woningen.

In het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A' is destijds geen maximum gesteld aan het aantal twee-onder-een kapwoningen. Gezien de historie is het onwenselijk dat er één of meerdere extra twee-onder-een kapwoningen op het perceel worden opgericht.

Om deze reden is door de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit genomen. Om invulling te geven aan dit voorbereidingsbesluit wordt een nieuw bestemmingsplan voor de percelen De Soppeweg 3 en 3A opgesteld, waarbij het aantal woningen, conform bedoeling, wordt gemaximeerd op twee vrijstaande woningen.

1.2 Begrenzing plangebied

Het plangebied is gelijk aan de bestemmingsplangrenzen van het huidige bestemmingsplan 'Buitengebied, De Soppeweg 3 en 3A’. Dit plangebied bestaat uit de percelen de Soppeweg 3 en 3A. Het perceel omvat een deel van de kadastrale percelen gemeente Oldebroek, sectie 1, nummer R, 1083 en 1084.
In figuur 1.1 is de begrenzing van het plangebied aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0269.BG178-VG01_0001.png"

Figuur 1.1 Begrenzing plangebied (bron: google maps)

1.3 Opzet toelichting

Na dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een planbeschrijving. Hoofdstuk 3 bevat het relevante beleidskader en milieuaspecten. Een toelichting op de juridische regeling van het plan is opgenomen in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat in op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 de onderdelen inspraak, overleg en zienswijzen behandeld.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Ligging plangebied

Het plangebied bevindt zich in het buitengebied en ligt ten westen van de kern Wezep en ten oosten en zuiden van de rijksweg A28. De omgeving is een overwegend agrarische omgeving, met enkele agrarische bedrijven en meerdere burgerwoningen. Ten oosten op circa 120 meter ligt de bebouwde kom van Wezep. Ten Westen op 450 meter ligt de rijksweg A28. De ligging van het plangebied en de omgeving is weergeven in figuur 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0269.BG178-VG01_0002.png"

Figuur 2.1 Ligging plangebied, globaal met oranje omlijnd (bron: google maps)

2.2 Huidige situatie

Binnen het plangebied staan inmiddels twee vrijstaande woningen met enkele vrijstaande bijgebouwen. De woning op het perceel De Soppeweg 3 is de voormalige boerderij. Op het perceel van De Soppeweg 3A staat een nieuwe vrijstaande woning die op basis van de omgevingsvergunning van 16 januari 2018 is gerealiseerd.

Een deel van het plangebied heeft een functie als erf en privétuin, een ander deel is weidegrond. Beide percelen zijn voorzien van een eigen oprit en worden ontsloten op De Soppeweg. In oostelijke richting wordt deze weg ontsloten via de Van Pallandtlaan en Oranjeboomlaan op de Stationsweg. De Stationsweg is een hoofdontsluitingsweg door de kern van Wezep.

2.3 Planologische situatie

Voor het perceel de Soppeweg 3 en 3A geldt het bestemmingsplan ‘Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A’ dat is vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Oldebroek op 7 juli 2016 onder nummer 246803/220826.

In dit bestemmingsplan zijn ter plaatse van het plangebied de enkelbestemmingen 'Wonen' en 'Agrarisch' opgenomen. Binnen de bestemming 'Wonen' zijn uitsluitend halfvrijstaande woningen toegestaan met bijbehorende erven, tuinen, andere werken en bouwwerken, geen gebouw zijnde.

De gronden ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch' zijn bestemd voor agrarisch grondgebruik. Gebouwen zijn niet toegestaan binnen deze bestemming.

In dit bestemmingsplan is een binnenplanse afwijking opgenomen. Op grond hiervan is het mogelijk om van bestaande twee-onder-een kapwoning(boerderij) een vrijstaande woning te maken en om een nieuwe vrijstaande woning te realiseren. Het bestaande aantal woningen mag niet toenemen.

Met de omgevingsvergunning van 16-01-2018 is gebruik gemaakt van deze afwijkingsmogelijkheid.

Door een omissie in dit bestemmingsplan is er geen maximum aantal twee-onder-een kapwoningen opgenomen. De gemeente Oldebroek vindt het onwenselijk om op deze locatie één of meerdere (extra) twee-onder-een kapwoningen toe te staan.

Met dit bestemmingsplan wordt de gemaakte omissie hersteld.

Hoofdstuk 3 Beleid- en omgevingsaspecten

3.1 Beleid

Het beleid dat van toepassing is voor het plangebied, is uitgebreid beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan 'Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A'. De omgevingsvergunning van 16 januari 2018 is getoetst aan het beleid.
Met dit bestemmingsplan wordt uitsluitend een omissie hersteld en de vergunde situatie vastgelegd. Daarom wordt het niet noodzakelijk geacht om in dit bestemmingsplan het beleid opnieuw op te nemen en te verantwoorden.

3.2 Omgevingsaspecten

Hetzelfde geldt voor de planologische randvoorwaarden (milieu- en omgevingsaspecten). Deze zijn beschreven in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A'. In het kader van de omgevingsvergunning zijn de omgevingsaspecten nader onderzocht en verantwoord. Om deze reden worden in dit bestemmingsplan de milieu- en omgevingsaspecten niet opnieuw weergegeven.

In het kader van de watertoets heeft er een digitale watertoets plaatsgevonden via de website www.dewatertoets.nl. Op basis van deze toets is het plan voor het waterschap van beperkt belang. Het plan betreft namelijk het herstellen van een omissie, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden mogelijk gemaakt. Het plan heeft dan ook geen effect hebben op de waterhuishouding.Het watertoetsresultaat is opgenomen als bijlage 1 van deze toelichting. Het waterschap geeft een positief wateradvies

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

4.1 Planuitgangspunten

Dit bestemmingsplan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor de percelen de Soppeweg 3 en 3A. Qua systematiek wordt aangesloten op de systematiek van het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A' en het bestemmingsplan 'Buitengebied 2007'.

Dit betekent dat inhoudelijk de bestemmingsregels van de bestemming 'Wonen' en 'Agrarisch' uit het geldende bestemmingsplan opnieuw worden overgenomen. De tuin en het erf met bijbehorende bijgebouwen worden meegenomen in het bestemmingsvlak van de woonbestemming.

Het plan voorziet in het herstellen van een omissie, namelijk het juridisch-planologisch vastleggen van het maximum aantal woningen. Op de verbeelding is doormiddel van een aanduiding het maximaal aantal woningen 2 opgenomen.

Daarnaast wordt de in bouwregel artikel 4.2 sub a aangepast, namelijk: als hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaande woningen (in plaats van halfvrijstaande) worden gebouwd. Deze regeling is aangepast aangezien, na het verlenen van de omgevingsvergunning van 16 januari 2018, er alleen vrijstaande woningen binnen het plangebied aanwezig zijn.

Tot slot wordt de binnenplanse afwijking uit het geldende bestemmingsplan (artikel 4.4 lid 2) verwijderd. De betreffende afwijkingsmogelijkheid ziet op het realiseren van twee vrijstaande woningen waarbij het aantal woningen niet toeneemt. Van deze afwijkingsmogelijkheid is al gebruik gemaakt, waardoor deze niet meer noodzakelijk is. Bovendien is het onwenselijk om op deze locatie één of meerdere (extra) twee-onder-een kapwoningen toe te staan. Daarom kan deze afwijkingsmogelijkheid worden verwijderd.

4.2 Het plan

Op basis van bovenstaande analyse krijgen de woningen, de bijbehorende tuinen en erf en bijgebouwen op de verbeelding de bestemming 'Wonen'. De hoofdgebouwen zijn toegestaan binnen de aangegeven bouwvlakken. Aan het bestemmingsvlak wordt de aanduiding 'maximum aantal woningen 2' toegevoegd. Het overige deel van het perceel krijgt de bestemming “Agrarisch”.

Verder ligt over het gehele perceel de dubbelbestemming “Waarde – Archeologie”.

Met de planregeling is zo veel mogelijk aangesloten op de systematiek van het bestemmingsplan “Buitengebied 2007”.

4.3 Indeling regels per bestemming

De regels zijn als volgt ingedeeld:

  • 1. Bestemmingsomschrijving. Hierin staat voor welke functie(s) de gronden mogen worden gebruikt en hoe de onderlinge rangorde van functies is;
  • 2. Bouwregels. Hierin is aangegeven welke gebouwen en andere bouwwerken in principe zijn toegestaan en welke maatvoering daarbij moet worden aangehouden;
  • 3. Nadere eisen. Hierbij is bepaald dat het college nadere eisen kan stellen aan de afmetingen en aan de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. de archeologische waarden;
    • b. de cultuurhistorische waarden;
    • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • d. de geomorfologische waarden;
    • e. een goede woonsituatie;
    • f. de landschappelijke waarden;
    • g. de milieusituatie;
    • h. de natuurlijke waarden;
    • i. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • j. de sociale veiligheid;
    • k. de verkeersveiligheid.
  • 4. Afwijken van de bouwregels. Het college kan bij een omgevingsvergunning, op basis van een zorgvuldige afweging, afwijken van de bouwregels. De voorwaarden die daarbij gelden worden hier beschreven.
  • 5. Specifieke gebruiksregels. In principe moeten de gronden en de gebouwen worden gebruikt overeenkomstig de bestemming. Waar nodig zijn voor de duidelijkheid en ten behoeve van het aangeven van de reikwijdte van de bestemming gebruiksvormen vermeld, die in ieder geval als strijdig met de bestemming moeten worden aangemerkt;
  • 6. Afwijken van de gebruiksregels. Omdat van een aantal gebruiksvormen niet op voorhand gezegd kan worden of ze aanvaardbaar zijn of niet, is het college bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bestaande gebruik. Deze omgevingsvergunning wordt afgegeven na een zorgvuldige afweging van functies en waarden binnen de bestemming.
  • 7. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Deze omgevingsvergunning kan worden verleend voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, die anders zijn dan bouwen. Hiermee kan de gemeente ook ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen tegenhouden, zoals het ophogen van gronden, het dempen van sloten, het scheuren van grasland en het aanleggen van rioleringen.

4.3.1 Bestemmingen

Agrarisch (artikel 3)

Het betreft hier een bestemming voor agrarische doeleinden zonder bouwmogelijkheden, overeenkomstig het aangrenzende agrarisch gebied.

Er is onder meer een afwijkingsregeling opgenomen voor de realisatie van een kleinschalig kampeerterrein. Bij de regeling is een afwegingskader van toepassing.

Wonen (artikel 4)

De opzet van de regels sluit inhoudelijk aan op de bestemming ‘Wonen’ zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A'.

Binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' zijn maximaal 2 vrijstaande woningen toegestaan. In de regels geldt een maximale goothoogte van 3,50 meter en een maximale bouwhoogte van 8,00 meter. Voor de inhoud van de woning geldt een maximum van 600 m3 voor vrijstaande woningen. Daarbij geldt dat indien de maatvoering in de bestaande situatie wordt overschreden de bestaande maatvoering als maximum wordt toegelaten.

De maatvoering van de woning wordt verder bepaald door de vorm en grootte van het bouwvlak, waarbinnen de woning mag worden opgericht. De bouwregels zijn erop gericht zo goed mogelijk aan te sluiten bij het landschap en het bebouwingsbeeld in de omgeving. Binnen de woonbestemming mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en een zwembad worden gebouwd tot een maximum oppervlakte van 100 m2 per woning.

Er zijn onder meer afwijkingsregelingen opgenomen voor de realisatie van een bed en breakfast voorziening. Hierbij is een afwegingskader van toepassing.

Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' (artikel 5)

Onder deze dubbelbestemming vallen gebieden die op de Archeologische Monumentenkaart staan aangegeven. Zowel de terreinen van archeologische betekenis, de terreinen van hoge archeologische waarde en de terreinen van zeer hoge archeologische waarde staan op de verbeelding aangegeven.

Om te voorkomen dat men bij bodemverstorende activiteiten, wat betreft archeologische waarden, voor verrassingen komt te staan is voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning noodzakelijk.

4.3.2 Overige regelingen

In dit bestemmingsplan worden de gronden in het plangebied voor verschillende doeleinden bestemd. Daarbij worden regels gegeven voor het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken en gebouwen, voor zover dat in het belang van een goede ruimtelijke ordening nodig is. Burgemeester en wethouders kunnen binnen de grenzen die in het plan zijn aangegeven, bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels en/of van de specifieke gebruiksregels.

Een bestemmingsplan bevat niet alle regels die het bouwen op en het gebruik van de grond regelen. Zo zijn er bijvoorbeeld nog andere gemeentelijke verordeningen, milieuwetten en waterschapskeuren, waarin eisen en beperkingen kunnen voorkomen, waarover het bestemmingsplan zich niet uitspreekt. Bij een procedure waarbij vergunningen (bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor het bouwen) worden verleend, kunnen die andere regels beperkingen opleggen op andere gronden dan planologische.

4.3.3 Overgangsrecht

Het overgangsrecht geldt voor bouwwerken die ooit met een bouwvergunning of een melding zijn gebouwd, of een gebruik dat ooit is toegestaan, maar die nu vanwege een bestemmings- of beleidswijziging onder het overgangsrecht zijn gebracht.
Het overgangsrecht is erop gericht dat deze bouwwerken uiteindelijk zullen verdwijnen of het gebruik ervan wordt beëindigd, zodat de situatie in overeenstemming komt met de gegeven bestemming. In beginsel mogen de bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, slechts in ondergeschikte mate gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Meestal is dat een eenmalige handeling aan het bouwwerk. Het is niet mogelijk om hiermee geheel of in stappen tot een nieuw bouwwerk te komen.

4.4 Handhaving

Uit de jurisprudentie zoals die door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is gevormd, blijkt dat de gemeente haar handhavingstaak serieus moet nemen. Handhaving is een verplichting, waarvan alleen mag worden afgezien als er concreet zicht is op legalisatie van de overtreding, dan wel als handhaving zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. In de gemeentelijke beleidsnota 'Integrale handhaving gemeente Oldebroek 2009' neemt naleving van bestemmingsplannen een belangrijke plaats in.

Handhaving is voor de gemeente meer dan alleen met bestuurlijke sancties optreden tegen overtredingen. Er wordt ook grote waarde gehecht aan preventie door middel van communicatie en voorlichting naar burgers en bedrijven, advisering, stimulering, toezicht en zichtbaar optreden. Daar waar overtredingen worden geconstateerd, treedt de gemeente zo vroeg mogelijk op. Als de overtreder de overtreding niet vrijwillig beëindigt, dan maakt de gemeente gebruik van de haar ter beschikking staande handhavingsinstrumenten. Van handhaving kan alleen worden afgezien in situaties waarin dit op grond van de jurisprudentie is toegelaten. Blijkens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met een bestemmingsplan. Een overtreding hiervan is een strafbaar feit. Strafrechtelijk optreden is complementair op bestuursrechtelijke handhaving en kan met name ingezet worden bij overtredingen waarvan de gevolgen niet ongedaan gemaakt kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is het kappen van houtwallen. Ook bij overtredingen die zich telkens weer herhalen en bij kortdurende overtredingen is deze aanpak wenselijk.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid van het plan

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. Er zijn echter uitzonderingen. Het is mogelijk dat de raad verklaart dat met betrekking tot een bestemmingsplan geen exploitatieplan wordt vastgesteld indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd of het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is. Op grond van artikel 6.12 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Van een dergelijk project of ontwikkeling is in dit geval geen sprake, omdat het niet voldoet aan onder andere het begrip bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening en zoals aangewezen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

In voorliggend geval is de gemeente in het kader van dit bestemmingsplan de initiatiefnemer. Voorliggend plan maakt onderdeel uit van de totale financiële kaderstelling zoals aangegeven in de Meerjaren Programma Begroting (MJPB), waarbij de kosten zijn gedekt door bijdragen van de gemeente. Er is geen planschadeovereenkomst gesloten met de eigenaren van de percelen, omdat sprake is van een Herstelsplan. Het bestemmingsplan is bedoeld om een reparatie uit te voeren van het bestemmingsplan “Buitengebied, de Soppeweg 3 en 3A”. Geconstateerd is dat de voorgenomen ontwikkeling economisch uitvoerbaar is

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Inspraak

De procedures voor de vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Met betrekking tot de inspraak bevat de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geen procedureregels. Inspraak is in de Wro zelf niet verplicht gesteld. Om de volgende redenen is er voor gekozen om de voorontwerpfase over te slaan:

  • 1. het plan betreft een bestendiging van de huidige situatie;
  • 2. het betreft de herstel van een omissie;
  • 3. De bestemmingsplanherziening heeft geen negatieve significante invloed op de omgeving.

Voorbereidingsbesluit De Soppeweg 3 en 3A Wezep

De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 26 september 2019 een voorbereidingsbesluit genomen voor het besluitgebied De Soppeweg 3 en 3A in Wezep. De reden voor dit voorbereidingsbesluit is dat een bestemmingsplan wordt voorbereid waarbij erin wordt voorzien dat het aantal woningen wordt vastgelegd op maximaal 2 woningen voor de locatie De Soppeweg 3 en 3A in Wezep. Het voorbereidingsbesluit verbiedt om het gebruik van gronden en bouwwerken zodanig te wijzigen dat dit ertoe leidt dat één of meer nieuwe woningen gebouwd (kunnen) worden binnen het besluitgebied waarvoor dit voorbereidingsbesluit geldt. Gedurende de duur van het voorbereidingsbesluit (één jaar) moeten aanvragen om een omgevingsvergunning, die passen binnen het geldende bestemmingsplan maar in strijd zijn met voorbereidingsbesluit, worden aangehouden. Om de voorbereidingsbescherming te continueren, dient binnen één jaar een ontwerpbestemmingsplan voor deze percelen ter inzage te worden gelegd. Dit ontwerpbestemmingsplan neemt dan de beschermende werking van het voorbereidingsbesluit over. Het genomen raadsbesluit van 26 september 2019 is op 8 oktober 2019 in de plaatselijke Huis aan Huis en in de Staatscourant gepubliceerd. Daarnaast is het raadsbesluit en de bij dit besluit behorende verbeelding met het planidentificatienummer NL.IMR0.0269.VB001-VG01 gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl en op de gemeentelijke website. Het voorbereidingsbesluit treedt in werking op 8 oktober 2019 en heeft een werkingsduur van een jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding. Het voorbereidingsbesluit vervalt als niet binnen een jaar na inwerkingtreding daarvan een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd. Het Ontwerpbestemmingsplan is op 16 september 2020 ter inzage gelegd.

Op 14 januari 2021 is door de gemeenteraad een nieuw voorbereidingsbesluit genomen. Dit voorbereidingsbesluit is opgenomen in bijlage 3 bij dit bestemmingsplan is opgenomen. Het nieuwe voorbereidingsbesluit neemt de werking over van het eerder genomen voorbereidingsbesluit van 26 september 2019. Het nieuwe voorbereidingsbesluit is schriftelijke toegezonden aan de eigenaren van de percelen de Soppeweg 3 en 3A in Wezep. Het besluit met bij behorende verbeelding met het planidentificatienummer NL.IMR0.0269.VB002-VG01 is op 15 januari 2021 gepubliceerd op de landelijke voorziening ruimtelijkeplannen.nl en op de gemeentelijke website. Daarnaast is op 19 januari 2021 het voorbereidingsbesluit gepubliceerd in de plaatselijke Huis aan Huis en in de Staatscourant.

Hoofdstuk 6 Inspraak, overleg en zienswijzen

6.1 Algemeen

De procedures voor de vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd, alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Met betrekking tot de inspraak bevat de Wro geen procedureregels en is in de Wro zelf niet verplicht gesteld.

6.2 Vooroverleg

6.2.1 Het Rijk

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn de nationale belangen die juridische borging vereisen opgenomen. Het Barro is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Geoordeeld wordt dat dit bestemmingsplan geen nationale belangen schaadt. Daarom is afgezien van het voeren van vooroverleg met het Rijk.

6.2.2 Provincie Gelderland

Conform afspraken met de provincie hoeft een conserverend bestemmingsplan dat geen provinciale belangen raakt (wat hier het geval is), niet te worden voorgelegd voor vooroverleg. Het is voldoende om

bij de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan het plan toe te sturen naar de provincie. Conform deze afspraken wordt het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de provincie.

6.2.3 Waterschap Vallei & Veluwe

De watertoets heeft plaatsgevonden op de website www.dewatertoets.nl. Verwezen wordt naar de watertoetsprocedure, die opgenomen is in paragraaf 3.2. Op 18 augustus 2020 is de Watertoets ingevuld. Op basis van de watertoets wordt door het waterschap voor het onderhavige plan een positief wateradvies gegeven. De watertoets en het advies is als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd.

6.3 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan Herstelplan, de Soppeweg 3 en 3A heeft gedurende een periode van zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Het ontwerpbestemmingsplan is op 15 september 2020 gepubliceerd in de plaatselijke Huis aan Huis en de Staatscourant en heeft vanaf woensdag 16 september 2020 tot en met dinsdag 27 oktober 2020 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Iedereen heeft in deze periode een zienswijze tegen het plan kunnen indienen. Tijdens deze periode is een zienswijze ontvangen. De ingekomen zienswijze is samengevat en van een reactie voorzien in een separate nota van beantwoording, die als bijlage 2 bij dit bestemmingsplan is opgenomen. De zienswijze is ongegrond verklaard en daarom is de zienswijze niet overgenomen. Het bestemmingsplan is daarom ook op 11 maart 2021 ongewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad.