Plan: | Bedrijventerrein Hattemerbroek, tweede herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0269.HB102-VG01 |
Conform artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening dient een onderzoek te worden verricht naar de uitvoerbaarheid van het plan.
Onderdeel van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een gemengd stelsel met een publiekrechtelijk en een privaatrechtelijk spoor, dat voorziet in kostenverhaal, binnenplanse verevening en de mogelijkheid tot het stellen van locatie-eisen. Dit stelsel is opgenomen als afdeling 6.4 in de Wro en ook wel bekend als de zogenaamde Grondexploitatiewet.
De Grondexploitatiewet geeft gemeenten de mogelijkheid en verplichting om de kosten van grondexploitaties te verhalen op en te verdelen tussen de grondeigenaren in het plangebied. Daarnaast biedt het stelsel gemeenten de mogelijkheid om eisen te stellen aan de kwaliteit van de inrichting van het gebied en de fasering van de ontwikkeling. Uitgangspunt daarbij is, dat een grondeigenaar in beginsel de mogelijkheid heeft om zijn eigen perceel te ontwikkelen.
In het kader van de Verkenning intergemeentelijk lokaal bedrijventerrein (Royal Haskoning d.d. 20 januari 2003) en het Masterplan Ruimtelijk-economische ontwikkelingen (Grontmij, d.d. 9 oktober 2003) zijn studies verricht naar de financieel-economische haalbaarheid van de ontwikkeling van het intergemeentelijk lokaal bedrijventerrein. Hieruit blijkt dat het gehele project financieel haalbaar is.
Daarnaast is voor het plangebied een exploitatie opgezet. Bij deze exploitatie is rekening gehouden met kosten voor de verwerving van gronden, sloop van opstallen, milieukosten, grondwerk, bouw- en woonrijpmaken, planstructurele voorzieningen, plankosten, managementkosten en planschade. Deze kosten zijn afgezet tegen de opbrengsten die verkregen worden uit de uitgifte van bedrijfskavels. Hieruit blijkt dat er sprake is van batig saldo: de realisatie van het plangebied is financieel-economisch gezien haalbaar.
Uitvoerbaarheid partiële herziening
De met de onderhavige partiële herziening samenhangende plan- en uitvoeringskosten zullen worden gedekt uit de exploitatie van het gehele plangebied; het hiervoor genoemde batig saldo is hiervoor toereikend. Bovendien zal de met deze herziening samenhangende optimalisatie van het uitgeefbaar terrein zorgen voor extra inkomsten. De realisatie van de ontwikkelingen voortvloeiende uit de onderhavige partiële herziening worden dan ook financieel-economisch gezien haalbaar geacht.