Plan: | Wezep, Zuiderzeestraatweg 522 e.o. |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0269.WZ139-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Wezep, Zuiderzeestraatweg 522 e.o.' met identificatienummer NL.IMRO.0269.WZ139-ON01 van de gemeente Oldebroek.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend geheel door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, de omvang en de uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of in de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend.
het in een woning en/of in de daarbij behorende bijgebouwen uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, kunstzinnig, maatschappelijk, medisch, ontwerptechnisch, paramedisch of zakelijk gebied dan wel een daarmee gelijk te stellen gebied, alsmede dienstverlenende bedrijven (waaronder niet wordt begrepen een escortbedrijf en/of een seksinrichting), waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
een werk, geen bouwwerk zijnde.
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde.
een werk, geen bouwwerk zijnde.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een in de regels aangegeven percentage, dat het gedeelte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal bebouwd mag worden.
een bedrijfsmatige voorziening die gericht is op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als een toeristische recreatieve activiteit aan maximaal acht personen en die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de functie van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
handreiking van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) 2008, uitgave 2009.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden-beroep, voor een (dienstverlenend) bedrijf, voor een dienstverlenende instelling of voor een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief administratieruimte, opslagruimte en dergelijke.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de functie en door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat geen interne verbinding heeft met dat hoofdgebouw.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of andere bouwwerken met een dak, niet zijnde een overkapping.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat aan de bovenzijde en aan de onderzijde door een horizontale vloer of door een balklaag is begrensd, inclusief de onderliggende vloer en het deel van hetzelfde bouwniveau dat onder een dak ligt, waarvan de vrije doorgangshoogte meer bedraagt dan 1,50 meter.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie.
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een bescheiden uitbouw die het hellende dakvlak onderbreekt en aangebracht is om licht en lucht onder de kap toe te laten en om het gebruiksoppervlak te vergroten.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden met uitzondering van e-commerce, waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, het verkopen en/of het (af)leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een bedrijfs- of van een beroepsactiviteit, alsook een ondersteunende horeca.
een bedrijf of een instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen fotostudio's, kapperszaken, mani- en/of pedicures, schoonheidssalons, trimsalons en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en van een seksinrichting.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een seksinrichting.
een vorm van bedrijfsvoering waarbij het bedrijf uitsluitend goederen aan particulieren verhandelt door middel van contact met die particulieren, dat uitsluitend verloopt via e-mail, fax, internet, post of telefoon, waardoor geen handelswaren op het bedrijf worden aangeprezen en geen klanten op het bedrijf worden ontvangen en waarbij het bedrijfspand geen uitstraling heeft van een winkelpand, geen toonbank heeft en de goederen niet uitstalt ten verkoop en daarmee een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de bedrijvenfunctie, zijnde een magazijn en/of de opslag van goederen.
een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
Wet van 9 december 2015, houdende bundeling en aanpassing van regels op het terrein van cultureel erfgoed, zoals deze wet luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
een uitbouw aan een hoofdgebouw waarvan:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende functie te gebruiken.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is
een bedrijf of een instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
een specifieke vorm van detailhandel zonder uitstalling, verkoop en afhaal van goederen ter plaatse, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en overwegend per post worden geleverd.
en kampeerauto, een tent, een tentwagen, een toercaravan of enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk of een stacaravan zijnde, waarvoor artikel 2.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingswet is vereist; één en ander voor zover deze onderkomens, voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een bouwlaag onder een gebouw en die geheel of grotendeels beneden het aanliggende terrein is gelegen.
een met het oog op artistieke kwaliteit door kunstenaars beroepsmatig vervaardigd product.
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
het beheer en/of het onderhoud, dat gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en een goed gebruik van de gronden en van de gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren .
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals afvalverzamelpunten, apparatuur voor telecommunicatie (niet zijnde zendinstallaties voor mobiele telefonie of onderdelen daarvan), bemalingsinstallaties, gasreduceerstations, gemaalgebouwtjes, schakelhuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het consumeren en het daarvoor moeten betalen van (kleine) eetwaren en/of (alcoholische) dranken in een inrichting die geen planologische hoofdbestemming 'Horeca' heeft.
het resultaat van een planologische ingreep die een verhoudingsgewijs te groot nadelig effect heeft op de aanwezige waarden in dat gebied.
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte met niet meer dan drie wanden vormt.
de grens van een bouwperceel.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een ander tegen een vergoeding.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden en waaronder in ieder geval wordt verstaan een erotische massagesalon, een escortservice, een parenclub, een prostitutiebedrijf, een seksautomatenhal, een seksbioscoop of een sekstheater, al dan niet in combinatie met elkaar.
een blok van twee aaneengebouwde woningen.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de oppervlakte van een ruimte die uitsluitend gebruikt wordt voor het verkopen van producten, niet zijnde de ruimte voor opslag of het bewerken en het vervaardigen van producten.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, geldt de gevel van een gebouw die door de indeling van het gebouw, de ligging van het gebouw en/of de situatie ter plaatse, het sterkst op de weg gericht is.
zoals bedoeld in de gemeentelijke bouwverordening.
Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving, zoals deze wet luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Wet van 20 oktober 2006, houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening ter bevordering van een duurzame ruimtelijke kwaliteit, zoals deze wet luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Wet van 29 augustus 1991 tot herziening van de Woningwet, zoals deze wet luidt ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de grootste afmeting van een bouwwerk neerwaarts of zijdelings geprojecteerd op een aanzichtvlak;
de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk of van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelgrens;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals antennes, schoorstenen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van bouwwerk;
de projectie van de grootste afmeting neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van de in lid 3.1, sub a en b vermelde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van de in lid 3.1, sub e vermelde bouwwerken gelden de volgende regels:
Het college kan nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing en aan de plaats van de bebouwing ten behoeve van:
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van één of meerdere nadere eisen op grond van lid 3.3.1 is de volgende procedure van toepassing:
Het gebruik van geluidsgevoelige objecten op de aangrenzende gronden met de bestemming "Wonen" ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting geluidscherm' is alleen toegestaan indien ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm', een gesloten geluidscherm met een hoogte van 2 meter en een massa van ten minste 10 kg/m² is gerealiseerd, en in stand wordt gehouden.
Teneinde te komen tot een zorgvuldige landschappelijke inpassing dienen, binnen twee jaar na het tijdstip van onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning voor de winkel als bedoeld in lid 3.1, sub a, de gronden te zijn ingericht en ingericht te blijven overeenkomstig de inrichtingsprincipes in het beplantingsontwerp zoals opgenomen in Bijlage 1 "Nieuwbouw Boni Wezep - Beplantingsontwerp" bij deze regels.
Het gebruik van de winkel als bedoeld in lid 3.1, sub a is uitsluitend toegestaan als de langzaamverkeersroute ter plaatse van de aanduiding 'langzaam verkeer' als bedoeld in lid 3.1, sub c is gerealiseerd en in stand wordt gehouden.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de winkel als bedoeld in lid 3.1, sub a indien:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
In of op deze gronden mogen geen gebouwen of delen daarvan worden gebouwd, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, waaronder erkers en delen van overkappingen behorende bij het hoofdgebouw in de aangrenzende bestemming.
Voor het bouwen van (delen van) overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het college kan nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing en aan de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van één of meerdere nadere eisen op grond van lid 4.3.1 is de volgende procedure van toepassing:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Het college kan nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing en aan de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van één of meerdere nadere eisen op grond van lid 5.3.1 is de volgende procedure van toepassing:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een bouwperceel gelden de volgende regels:
Maximum goothoogte gebouwen | Maximum bouwhoogte gebouwen | Maximum bouwhoogte overkappingen | Maximale gezamenlijke oppervlakte per woning |
3,5 meter | 5,5 meter | 3 meter | 100 m² |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het college kan nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing en aan de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van één of meerdere nadere eisen op grond van lid 6.3.1 is de volgende procedure van toepassing:
Het college kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1, sub a en toestaan dat een bed en breakfast voorziening in een woning mag worden aangebracht, mits tevens de vergunning in lid 6.6 is verleend.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
Het college kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5, sub e en k en toestaan dat een bed en breakfast voorziening gerealiseerd kan worden, waarbij:
De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Het college kan nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing en aan de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van één of meerdere nadere eisen op grond van lid 7.3.1 is de volgende procedure van toepassing:
Het college kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de riooltransportleiding, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 7.2, sub a en toestaan dat de bij de andere daar voorkomende bestemming(en) vermelde gebouwen en overkappingen worden gebouwd, mits van de betreffende leidingbeheerder een positief advies is ontvangen.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht , wordt in ieder geval gerekend de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken voor de opslag van goederen, tenzij van de betreffende leidingbeheerder een positief advies is ontvangen.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemming(en):
Het in lid 7.6.1 vermelde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden welke:
De in lid 7.6.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien een positief advies is ontvangen van de betreffende leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de ondergrondse leiding.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De in lid 9.1 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Het aanleggen en / of instandhouden van voornoemde ruimte, met bijhorende voorzieningen, geldt als een voorwaardelijke verplichting in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.
Het college kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het college kan nadere eisen stellen:
Het gebruik van de gronden en bouwwerken is aan een aantal beperkingen gebonden. De gronden en bouwwerken mogen niet:
Het gebruik van de gronden en bouwwerken als bedoeld in Artikel 3, lid 3.1 en Artikel 6, lid 6.1 is uitsluitend toegestaan indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het college kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Een in lid 11.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Wezep, Zuiderzeestraatweg 522 e.o.'.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oldebroek op (datum) 2023
, voorzitter T.H. Haseloop-Amsing
, griffier J.Tabak