De regels zijn als volgt ingedeeld:
Bestemmingsomschrijving
Hierin staat voor welke functie(s) de gronden mogen worden gebruikt en hoe de onderlinge rangorde van de functies is.
Bouwregels
Hierin is aangegeven welke gebouwen en andere bouwwerken in principe zijn toegestaan en welke maatvoering daarbij moet worden aangehouden.
Nadere eisen
Hierbij is bepaald dat het college nadere eisen kan stellen aan de afmetingen en aan de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed;
- de milieusituatie:
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met de milieu-aspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;
- een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld:
ten aanzien van de situering en de vormgeving van bouwwerken, dient gestreefd te worden naar de instandhouding of het tot stand brengen van een in stedenbouwkundig opzicht, harmonieus straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid:
uit het oogpunt van sociale veiligheid is het beleid om
de oriëntatie van de (verblijfsgebieden van) gebouwen zoveel mogelijk op de openbare ruimte (straatzijde) te richten en het aanleggen van zichtbelemmerende groenvoorzieningen tegen te gaan;
- de verkeersveiligheid:
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met de instandhouding of het tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;
- de woonsituatie:
ten aanzien van de woonsituatie dient rekening te worden gehouden met het in stand houden en/of het garanderen van een goede woonsituatie zoals de verkeersaantrekkende werking en de parkeerbehoefte en het uitzicht.
Afwijken van de bouwregels
In de toekomst kunnen zich omstandigheden voordoen die thans nog niet voorzien zijn, waaruit blijkt dat de bouwregels niet toereikend zijn. Daarom kan het college voor ondergeschikte aspecten binnen een bestemming bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels.
Van geval tot geval zal een afweging moeten worden gemaakt. Het afwijken van de basisregels is bedoeld voor uitzonderingssituaties waarbij bepaalde criteria zijn opgenomen. In eerste instantie zal echter gestreefd worden naar het laten voldoen van de plannen aan de basisregeling.
Bij toepassing van de bevoegdheid om af te wijken van het plan, gelden specifieke procedureregels die zijn opgenomen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Specifieke gebruiksregels
In principe moeten de gronden en de gebouwen worden gebruikt overeenkomstig de bestemming. Waar nodig zijn voor de duidelijkheid en ten behoeve van het aangeven van de reikwijdte van de bestemming gebruiksvormen vermeld, die in ieder geval als strijdig met de bestemming moeten worden aangemerkt.
Afwijken van de gebruiksregels
Omdat van een aantal gebruiksvormen niet op voorhand gezegd kan worden of ze aanvaardbaar zijn of niet, is het college bevoegd om bij een omgevingsvergunning af te wijken van de specifieke gebruiksregels. Deze omgevingsvergunning wordt verleend na een zorgvuldige afweging van functies en waarden binnen de bestem
ming.
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
Deze omgevingsvergunning kan worden verleend voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, die anders zijn dan bouwen. Hiermee kan de gemeente ook ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen tegenhouden, zoals het ophogen van gronden, het dempen van sloten, het scheuren van grasland en het aanleggen van rioleringen.
Bestemmingen
Agrarisch
De westzijde (voortuin) van het plangebied blijft de agrarische bestemming houden. Hiermee blijven deze gronden in hoofdzaak bestemd voor agrarisch grondgebruik. Gebouwen zijn hier niet toegestaan. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat alleen erf- of terreinafscheidingen zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 1.25 meter.
Bedrijf
De opzet van de regels sluit inhoudelijk aan op de bestemming Bedrijf-1 zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied 2007, waarbij in dit geval alleen een hoveniersbedrijf is toegestaan. In de regels geldt een maximale goothoogte van 6,00 meter en een maximale bouwhoogte van 10,00 meter. De maximale oppervlakte van de bedrijfsbebouwing (en overkappingen) bedraagt 500 m². Voor de inhoud van de bedrijfswoning geldt als maximum de bestaande inhoud, een goothoogte van 4,50 m en een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter. Bij de bedrijfswoning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd tot een maximum oppervlakte van 100 m2.
Binnen de bestemming 'Bedrijf' is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Het hoveniersbedrijf wordt aangemerkt als strijdig gebruik indien niet binnen 24 maanden na onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan de landschappelijke inpassing is gerealiseerd en nadien in stand wordt gehouden, conform de uitgangspunten en randvoorwaarden voor het ruimtelijk ontwerp voor het erf zoals opgenomen in Bijlage 1 van de regels 'Inrichtingsplan Groote Woldweg 84, versie 2 juni 2020'.
Waarde - Archeologie
Op basis van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan Oldebroek' is voor deze locatie de
dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen. De bescherming richt zich onder andere op
grondwerkzaamheden. Deze zijn aan een omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden gekoppeld.