Plan: | Buitengebied, Bovenstraatweg 88 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0269.BG117-VG01 |
Nota Ruimte
De Nota Ruimte (vastgesteld januari 2006) bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020, met een doorkijk naar 2030. De Nota Ruimte is het vervolg op de Vijfde Nota. Een belangrijk element in de ruimtelijke visie van het rijk vormt de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (RHS). In de RHS zijn de gebieden en netwerken opgenomen die in belangrijke mate ruimtelijk structurerend zijn voor Nederland. Het rijk heeft voor de RHS dan ook in het algemeen een grotere verantwoordelijkheid dan daarbuiten. Buiten de nationale RHS stelt het rijk zich terughoudend en selectief op. Voor deze gebieden wordt een basiskwaliteit nagestreefd.
Voor het onderhavige plangebied wordt geconcludeerd dat dit gebied binnen de nationale RHS valt, het plangebied valt namelijk in het Nationaal Landschap Veluwe. Nationale landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerken de landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.In algemene zin geldt dat binnen nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt (‘ja, mits’-regime). Binnen nationale landschappen is ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei (migratiesaldo nul). Op basis hiervan maken provincies afspraken met gemeenten over de omvang en locatie van woningbouw.
De kernkwaliteiten van het Nationaal Lanschap Veluwe zijn:
Dit, voor Noordwest-Europese begrippen, vrij grote en aaneengesloten glooiende boslandschap, wordt gekenmerkt door een variatie van zeer open actieve stuifzand- en heidegebieden en zeer besloten bossen. Deze gebieden herbergen hoge natuurwaarden waarin ook ruimte is voor grote grazers. Aan de oostkant zijn de sprengen en de flankessen kenmerkend. De overgangsgebieden, in het oosten tot het Apeldoorns Kanaal en in het noorden tot de randmeren, zijn voor het Nationaal Landschap Veluwe van grote betekenis. Dit geldt tevens voor de overgangsgebieden in het zuiden en zuid-oosten, naar het rivierengebied. Aan de westkant bestaat een fijnmazig patroon van essen en ontginningen. In dit nationaal landschap ligt een reconstructieopgave in het kader van de Reconstructiewet concentratiegebieden. Op de Veluwe is extra aandacht nodig voor de uitplaatsing of een betere inpassing van recreatiebedrijven.
Het Streekplan "Gelderland 2005" is door Provinciale Staten van Gelderland vastgesteld op 29 juni 2005 en geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen in de komende 10 jaar. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het Streekplan Gelderland de status van een structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.
Het Streekplan "Gelderland 2005" kiest voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Gelderland. Dat gebeurt door op provinciaal niveau te sturen op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht: natuur en water ("groenblauw raamwerk"), maar ook de ruimtelijke ontwikkelingen in het "rode raamwerk" van stedelijke functies en infrastructuur. De rest van de provincie, het "multifunctioneel gebied", wordt meer dan in het verleden het domein van de gemeenten. De bemoeienis van de provincie met dit multifunctioneel gebied is beperkt.
In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen het bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. De provincie wil een omslag maken van een beleid gericht op het opheffen van een kwantitatief woningtekort naar een beleid gericht op het aanbieden van kwalitatief passende woningen en woonmilieus. In het provinciaal woonbeleid staan onder meer de volgende begrippen centraal: keuzevrijheid en zeggenschap, passend aanbod aan woonmilieus, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid.
In principe zijn er geen beperkingen meer ten aanzien van aantallen (contingent). Het aantal te realiseren woningen zal worden bepaald door de ruimtelijke en stedenbouwkundige mogelijkheden en de uitvoerbaarheid. De woningbouwdifferentiatie dient aan te sluiten op de lokale wensen en behoeften, zoals verwoord in het Kwalitatief WoonProgramma 2010-2019 (KWP 3), gemeente Oldebroek. De provincie beoordeelt bestemmingsplannen, waarin woningbouw is opgenomen, aan de hand van het gemeentelijk Kwalitatief WoonProgramma en de regionale afspraken die daarover zijn gemaakt.
In het provinciale beleid is een regeling opgenomen, waardoor het mogelijk wordt om agrarische functies in vrijkomende agrarische bebouwing te veranderen in niet-agrarische functies. Dit functieveranderingsbeleid komt erop neer dat na sloop van bebouwing 50% voor andere functies mag worden teruggebouwd.
In juni 2007 is ingestemd met het definitief ontwerp van de nota Streekplanuitwerking Functieverandering Noord-Veluwe (april 2007). De streekplanuitwerking is ter kennis gebracht aan de raad van de gemeente Oldebroek. Het definitief ontwerp is vervolgens door de Regio Noord-Veluwe ter vaststelling toegezonden aan de provincie Gelderland. Bij brief van 25 april 2008 deelt de provincie mee dat zij heeft ingestemd met de nota en dat het in de nota verwoorde beleid in werking treedt in plaats van het generieke beleid van het Streekplan Gelderland 2005.
Binnen de streekplanuitwerking kan de gemeente haar eigen beleid nader vormgeven (zie 2.2.4).
Structuurvisie 2030
De Structuurvisie (2003) geeft op hoofdlijnen de ruimtelijke ontwikkeling aan voor de periode 2000-2030. Ambities en wensen over het gebruik van de ruimte zijn hierin vastgelegd. In de Structuurvisie wordt aangegeven dat vrijgekomen locaties op een zorgvuldige wijze opnieuw bebouwd kunnen worden. De Structuurvisie 2030 voor de gemeente Oldebroek beschrijft dat het merendeel van de ontwikkelingen wordt geconcentreerd in de hoofdkernen Wezep en Oldebroek. Het gemeentelijke beleid is erop gericht een gedifferentieerd woningaanbod te garanderen. Dit betekent dat alle typen woningen en alle prijsklassen aangeboden worden.
Het onderhavig plan sluit dus aan bij het beleid zoals verwoord in de Structuurvisie.
Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019
In het algemeen toetst de gemeente alle bouwvoornemens in ieder geval aan het gemeentelijk Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3). Bouwplannen die daar niet op aansluiten, zullen niet in procedure worden gebracht. Onderhavig plan sluit in het kader van functieverandering goed aan op het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019.
Kwalitatief Woningbouwprogramma annex woningbouwkaveluitgifte 2011
Het programma is een jaarschijfuitwerking van het gemeentelijk Kwalitatief Woonprogramma 2010 - 2019 met een doorkijk tot 2020. Het programma 2010 bestaat uit het woningbouwprogramma voor 2010 en een evaluatie van het woningbouwprogramma 2009. In het Kwalitatief Woningbouwprogramma annex woningbouwkaveluitgifte is te lezen dat er sprake is van een algehele economische recessie met uitstraling naar de woningbouw. Voor de woningbouw in Gelderland zal dit ook gevolgen hebben. Dit zal negatieve effecten op de werkgelegenheid, gemeentefinanciën en de beschikbaarheid van voldoende goede (betaalbare) woningen hebben. De provincie wil er alles aan doen om te stimuleren dat de woningbouw in de Gelderse regio´s zoveel mogelijk op peil blijft. Om te zorgen dat de stagnatie zo min mogelijk effect voor de middellange en lange termijn heeft, moet worden gestreefd naar continuïteit in de bouw. In het Kwalitatief Woningbouwprogramma annex woningbouwkaveluitgifte 2011 wordt vermeld dat functieverandering van gebouwen in het buitengebied moet bijdragen aan een impuls voor de leefbaarheid, vitaliteit en ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Door functieverandering wordt tegemoet gekomen aan de aanwezige behoefte aan wonen (en werken) in het buitengebied zonder daarvoor extra bouwlocaties toe te voegen. In het programma worden hiervoor 30 woningen gereserveerd. In de woningbouwprogrammering tot 2019 zijn de inbehandeling zijnde initiatieven voor functieverandering meegenomen.
De ontwikkeling aan de Bovenstraatweg 88 levert een bijdrage aan de leefbaarheid, vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied.
Beleidsnotitie functieverandering, gemeente Oldebroek 2010
Binnen de streekplanuitwerking kan de gemeente Oldebroek haar eigen beleid nader vormgeven. In het afgelopen jaar is bij beoordeling van principeverzoeken inzake functieverandering gebleken dat er behoefte bestaat aan verheldering en aanvulling op het beleid. Het gaat hierbij om de gebiedsindeling, saldering, aantal te bouwen woningen, advisering ervenconsulent, verevening, exploitatieplan en het Kwalitatief Woonprogramma. De gemeente heeft hiervoor een beleidsnotitie opgesteld.
Het plangebied ligt in het gebied dat is aangegeven als "Waardevol landschap". Het landschap is hier open en de verkaveling strekt zich op vanaf de lintbebouwing.
Voor deze gebieden gelden de volgende voorwaarden:
De ontwikkeling aan de Bovenstraatweg 88 is aan deze eisen getoetst en voldoet hieraan. Er wordt voldoende gesloopt en de nieuwe woning wordt binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd. Dit bestaande gebouw wordt hiervoor wel verruimd.
Beleidsnotitie paardenbakken
In de beleidsnotitie paardenbakken is het gemeentelijk beleid voor paardenbakken verwoord. Bestaande paardenbakken zijn onder het overgangsrecht gebracht. Nieuwe paardenbakken moeten aan de eisen uit de notitie voldoen:
De beleidsnotitie over paardenbakken is verwerkt in de planregels en daarmee van toepassing voor het perceel Bovenstraatweg 88.
Beleid aan huis verbonden beroep of bedrijf
De gemeente Oldebroek staat aan huis verbonden beroepen of bedrijven toe. Daarvoor is een aantal voorwaarden geformuleerd: de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep en/of een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit mag niet meer bedragen dan 40% van de totale gebruiksoppervlakte van de woning inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 100 m2.
Dit beleid is verwerkt in de planregels bij dit bestemmingsplan en daarmee van toepassing voor het perceel Bovenstraatweg 88.
Welstand
Het welstandsbeleid van de gemeente Oldebroek is omschreven in de Welstandsnota Gemeente Oldebroek (vastgesteld op 22 juni 2004). In de nota staan welstandscriteria die burgemeester en wethouders gebruiken bij de beoordeling of een bouwplan redelijkerwijs voldoet aan de eis van welstand. Voor de locatie wordt het welstandsniveau 2 (regeliere toetsing) als basis aangehouden.
Het welstandsbeleid is gericht op het handhaven, herstellen en versterken van gewaardeerde of gewenste ruimtelijke karakteristieken en de samenhang binnen het gebied of object.
De boerderij aan de Bovenstraatweg 88 behoort tot de historische beelddragers van de gemeente Oldebroek. Door ontwikkelingen en functieveranderingen wordt de oorspronkelijke relatie tussen bebouwing en land minder vanzelfsprekend. Het gemeentelijk beleid is gericht op handhaving van de bestaande karakteristieken van dit gebied. Met de beoogde ontwikkeling wordt zoveel mogelijk ingespeeld op de karakteristiek van het omliggende gebied. De gemeente geeft aan dat het bouwplan wat betreft massa en vormgeving zonder meer passend is op de locatie.