direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied, Ottenweg 45
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0269.BG122-ON01

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie Gelderland 2005

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland tot 2015 is vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.

De Structuurvisie 2005 (kansen voor de Regio's) bevat per thema en gebiedsgericht het provinciale ruimtelijk beleid voor de komende 10 jaren. Sterker dan voorheen zet de provincie in op regionale afstemming in ruimtelijke ontwikkeling. Een aantal regionale vraagstukken is/wordt daarom in regionaal verband nader uitgewerkt.

De provincie hanteert een tweeledige provinciale hoofdstructuur waarbij Gelderland enerzijds ‘hoog dynamische’ functies met een intensieve vorm van ruimtegebruik kent, zoals stedelijke functies en intensieve vormen van recreatie/leisure. Anderzijds kent de provincie ‘laag dynamische’ functies. Deze gebieden zijn kwetsbaar voor intensieve vormen van ruimtegebruik, zoals de ecologische hoofdstructuur (EHS), waardevolle open gebieden en gebieden waar ruimte voor water moet worden gecreëerd. Het provinciaal planologisch beleid is er op gericht deze gebieden te vrijwaren van intensieve gebruiksvormen en wordt ook het groenblauwe raamwerk genoemd.

Het multifunctioneel gebied beslaat het grootste deel van de provincie. Dit gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht.

Het plangebied ligt nabij de door de provincie aangewezen 'Groene Wig'.

Rondom het Veluwemassief geldt als ruimtelijk doel dat de krans van dorpen, stadjes en steden niet aan elkaar groeit en volledig versteent. Het Veluwebeleid richt zich op het veilig stellen van de nog gave randen in de vorm van groene wiggen. Daarmee worden de landschappelijke overgangen tussen Veluwemassief en randgebieden gewaarborgd. Groene wiggen liggen tussen kernen in. De breedte van de groene wig is afhankelijk van de maximale ruimte tussen de kernen. De groene wiggen kennen een karakteristieke verweving van functies.

In de groene wiggen geldt een ‘ja, mits’ beleid. Nieuwe bouwlocaties zijn niet uitgesloten, op voorwaarde dat deze passen in de ‘zoekzones landschappelijke versterking’ en kunnen bijdragen aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bijvoorbeeld afronding van kernen, hergebruik (agrarische) bebouwing, nieuwe landgoederen en amoveren van overtollige bebouwing. Gemeenten worden gevraagd om ontwikkelingsvisies voor de groene wiggen op te stellen en deze planologisch te verankeren.

Ten zuiden van het plangebied bevindt zich een onderdeel van de EHS. De EHS zal niet worden aangetast door de herbestemming van de locatie. Externe werking op overige beschermde natuurgebieden (Natura 2000) is niet aan de orde. Voor het overige wordt verwezen naar paragraaf 4.4 Flora en fauna.

Streekplanuitwerking 'Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking' (2006)

In deze streekplanuitwerking worden zones aangegeven waar stedelijke uitbreiding en bedrijventerreinen kunnen worden ontwikkeld. De provincie wil daarmee voorzien in voldoende ruimtelijke reserveringen voor de behoefte aan stedelijke functies.

Daarnaast zijn ook zoekzones landschappelijke versterking aangewezen. Hierbij staat landschappelijke versterking voorop waarbij incidenteel een beperkt aantal woningen kan worden gebouwd. Door de samenwerkende gemeenten in de regio Noord-Veluwe zijn zoekzones voor landschappelijke versterking, werken en wonen aangegeven in de regionale nota 'Zoekgebieden voor stedelijke functies op de Noord-Veluwe'. De inhoud van deze nota is opgenomen in de streekplanuitwerking.

De behoefte aan landelijk wonen wordt in de zone voor landschappelijke versterking geaccommodeerd. Hierbij gaat het om toevoeging van nieuwe woningen in combinatie met landschappelijke versterking. Hierbij kan ook de functieverandering van voormalige agrarische bebouwing een rol spelen.

In Oldebroek worden enkele zoekzones verstedelijking aangegeven. In Oldebroek zijn ook gebieden als zoekzones landschappelijke versterking aangewezen. Voor deze zoekzones dienen gebiedsplannen te worden opgesteld. Deze plannen dienen te worden geaccordeerd door de provincie. De gemeente Oldebroek heeft samen met de gemeente Elburg een dergelijke gebiedsplan opgesteld.

Uit het kaartbeeld blijkt dat het plangebied is gelegen binnen het ‘waardevol landschap’ en buiten de EHS, en (aan de rand van) het gebied dat is aangeduid als ‘waardevol open gebied’.

Het plangebied ligt nabij de zoekzones landschappelijke versterking driehoek Bovenmolenweg-de Hoogte-Ottenweg. Het plangebied wordt in het gebiedsplan besproken.

Streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten waardevolle landschappen' (2006)

In 2006 heeft de provincie de streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten Waardevolle landschappen' vastgesteld. Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van aardkundige, cultuurhistorische en visuele aard en in relatie daarmee met bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.

Het ruimtelijk beleid voor deze landschappen is behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. Voor de waardevolle landschappen geldt een 'ja, mitsregime': activiteiten zijn toegestaan mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt.

Per ontwikkeling moet een afzonderlijke afweging worden gemaakt. Een groot deel van het landelijk gebied van Oldebroek behoort tot het Waardevolle landschap Oosterwolde-Oldebroek.

Het perceel Ottenweg 45 ligt buiten de Ecologische hoofdstructuur, in deelgebied 3. In dit deelgebied moet rekening worden gehouden met de in onderstaande tabel genoemde kernkwaliteiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0269.BG122-ON01_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0269.BG122-ON01_0005.jpg"

Afbeelding: Ligging van het plangebied (rode contour) in het Waardevolle landschap Oosterwolde-Oldebroek.

Streekplanuitwerking Functieverandering Noord-Veluwe (Provincie Gelderland, 2007)

De Regio Noord-Veluwe, waar de gemeente Oldebroek onderdeel van is, heeft een regionale beleidsinvulling ontwikkeld ten aanzien van het vraagstuk van vrijkomende (of vrijgekomen) gebouwen in het landelijk gebied.

De regionale beleidsinvulling is in 2008 geaccordeerd door Gedeputeerde Staten en treedt in de plaats van het in het streekplan verwoorde generieke beleid voor functieverandering in de betreffende regio.

De beleidsinvulling van de Regio Noord-Veluwe gaat over onder meer functieverandering van vrijkomende (agrarische) bebouwing naar wonen en werken.

Wat betreft functieverandering naar wonen geldt in alle gebiedstypen dat maximaal 50% van de voormalige bedrijfsbebouwing mag worden gebruikt voor wonen in één woongebouw, waarbinnen meerdere wooneenheden gerealiseerd dienen te worden. De overige bedrijfsbebouwing moet gesloopt worden. Bij een functieverandering naar wonen kan zowel hergebruik van bestaande bedrijfsgebouwen plaatsvinden als algehele sloop en vervangende nieuwbouw. Het te slopen oppervlak aan gebouwen varieert per gebiedstype. Binnen de EHS geldt een minimaal te slopen oppervlakte van 350 m² aan voormalige bedrijfsbebouwing.

Toets plan

Gelet op het gebiedsplan Landschappelijke versterking en groene wiggen (zie gemeentelijk beleid) en de ligging van de locatie zal er sprake zijn van functieverandering naar wonen waarbij de nieuwbouw zal worden gerealiseerd in twee woongebouwen (met elk 1 wooneenheid). Op 28 oktober 2011 is het voornemen tot functieverandering op de locatie Ottenweg 45 in het ambtelijk periodiek overleg voor advies voorgelegd aan de provincie. De provincie heeft ingestemd met de voorgestelde stedenbouwkundige invulling met twee vrijstaande woningen. De provincie onderschrijft dat voldaan wordt aan de sloopeis, dat nieuwbouw passend is in het lint langs de Ottenweg en dat de ruimtelijke kwaliteitswinst groot is omdat een bedrijf uit het buitengebied een andere bestemming krijgt.

3.3.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kunnen middels een provinciale verordening regels gesteld worden omtrent de inhoud en de toelichting van bestemmingsplannen, voor zover provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland heeft op 25 november 2008 besloten voor een aantal onderwerpen de Ruimtelijke Verordening Gelderland (vastgesteld 15 december 2010) op te stellen. Deze onderwerpen zijn o.a. verstedelijking, wonen, recreatieparken, detailhandel, waterwingebied, ecologische hoofdstructuur (EHS), nationaal landschap, niet-agrarische bedrijven in het buitengebied, bedrijventerreinen, molenbiotopen en glastuinbouwgebieden.

Op 27 juni 2012 stelden Gedeputeerde Staten de eerste herziening van de Ruimtelijke Verordening Gelderland vast. Dat was nodig omdat provinciale ruimtelijke verordeningen alleen nog ontheffingsbepalingen voor onverwachte situaties mogen bevatten. Dat is een gevolg van de Spoedwet ruimtelijke ordening (Wro). Deze herziening werd ook benut om enkele nieuwe regels in de Verordening op te nemen over molenbiotopen en glastuinbouwgebieden.

De realisering van de EHS is een taak van de provincie. De Natura 2000-gebieden maken deel uit van de EHS. Het plangebied ligt niet in de EHS of in Natura 2000-gebied. In de nabijheid van het plangebied bevinden zich de EHS en op grotere afstand een aantal Natura 2000-gebieden.