Plan: | Bedrijventerrein Hattemerbroek, eerste herziening |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0269.HB101-ON01 |
Ten aanzien van de bodemkwaliteit geldt de Wet bodembescherming (Wbb) en het (bijbehorende) Besluit bodemkwaliteit. Gestreefd wordt naar een duurzaam gebruik van de bodem. Bij een ruimtelijk plan moet de bodemkwaliteit van het betreffende gebied inzichtelijk worden gemaakt. Hierbij is van belang te weten of er bodemverontreiniging is die de functiedoelen kan frustreren, of er gezondheidsrisico's of ecologische risico's daardoor zijn en wat de mogelijkheden zijn om er tijdig iets aan te doen. Hiervoor is wettelijk verplichte informatie over de bodemkwaliteit nodig.
Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is, dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn dat er geen risico's zijn voor de volksgezondheid bij het gebruik van het plangebied voor de voorgenomen functie(s).
In het kader van de totstandkoming van het nu geldende bestemmingsplan is een historisch bodemonderzoek verricht (Grontmij, 18 september 2003). In het onderzoek is onderscheid gemaakt in een aantal deellocaties. Alleen deellocatie D (overige gedempte sloten) is gedeeltelijk relevant in het kader van de onderhavige partiƫle herziening. De resultaten van het nader onderzoek van alle deellocaties zijn vervat in het rapport "Verkennend bodemonderzoek" (Grontmij d.d. 10 februari 2005).
Als gevolg van dit bodemonderzoek geldt voor het plangebied dat er geen nader onderzoek hoeft plaats te vinden. De kwaliteit van de bodem is daarmee geschikt voor de voorgestane ontwikkelingen van deze partiƫle herziening.
Het verkennend onderzoek is als Bijlage 3 bij deze toelichting opgenomen.