direct naar inhoud van Artikel 5 Waarde - Archeologie
Plan: Heerde-Dorp, 2e herziening (Haneweg 4 te Heerde)
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0246.00000405-on01

Artikel 5 Waarde - Archeologie

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) (basisbestemmingen), tevens bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.

5.2 Bouwregels
  • a. Op de voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden mag niet worden gebouwd;
  • b. het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
    • 1. bouwprojecten met een grondbeslag van niet meer dan 100 m²;
    • 2. activiteiten waarvoor geen of een lichte bouwvergunning is vereist.

5.3 Ontheffing van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.2 onder a toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de basisbestemming;
  • b. De in lid 5.3 onder a genoemde ontheffing wordt slechts verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat.
  • c. Bij gebruikmaking van de ontheffingsbevoegdheid is de in Artikel 9 opgenomen procedure van toepassing.

5.4 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) ingrepen dieper dan 30 cm beneden het maaiveld te plegen;
  • b. het in lid 5.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op andere-werken en/of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
    • 2. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
    • 3. waarin de Monumentenwet 1988 voorziet;
    • 4. ten dienste van de in lid 5.2 onder b vermelde bouwwerkzaamheden.
  • c. De in lid 5.4 onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen gevaar of nadeel ontstaat voor de bescherming van de archeologische waarden.