Plan: | Buitengebied West |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0246.00000800-vo01 |
Het bestemmingsplan richt zich op het in stand houden van de landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied van Heerde en schept randvoorwaarden voor herstel en ontwikkeling.
Eén van de na te streven subdoelstellingen uit de Structuurvisie Landelijk Gebied (SLG) en Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is het versterken van de kenmerkende landschapstructuur. Belangrijk is te voorkomen dat landschapsstructuren vervagen. De huidige identiteit van het landschap moet behouden, hersteld en/of versterkt worden. Het bestemmingsplan vormt (tezamen met de SLG en het LOP) het kader voor behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke kwaliteit.
Het landelijk gebied van Heerde wordt ruwweg gekenmerkt door een driedeling. In het oosten en zuiden is het landelijk gebied aan te merken als agrarisch gebied met een over het algemeen open karakter. Dit gebied is door de provincie Gelderland aangemerkt als waardevol landschap en valt grotendeels binnen het RIP. Het westen en noorden van de gemeente is voornamelijk bos en natuurgebied (het dichte Veluwemassief). Daartussen ligt een kleinschalige overgangszone, waar meerdere functies naast elkaar voorkomen. Dit gebied wordt gekenmerkt door reliëf, vanwege de escomplexen en de ligging op de flank van de stuwwal.
Het bos en natuurgebied op de Veluwe worden in het bestemmingsplan bestemd als "Natuur". Voor het intekenen van de bos en natuurgebieden is gebruik gemaakt van de topografische kaart, luchtfoto's en het LOP. Het bestemmingsplan richt zich op het in stand houden van het karakter van de verschillende landschapseenheden. Hiertoe zijn op basis van het LOP een aantal landschappelijke waarde vertaald in dit bestemmingsplan, te weten: de beekdalen, de broeken, de hooilanden en de dekzandruggen en oude bouwlanden. De uitgangspunten voor de meeste elementen worden via de eenheden geregeld. Dit betekent dat niet veel elementen dienen te worden vertaald naar het bestemmingsplan. De landschapselementen die worden opgenomen in dit bestemmingsplan zijn de watermolens en landgoederen. Daarnaast wordt het LOP geraadpleegd bij het toepassen van afwijkingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden. Verder wordt het reguliere agrarische beheer uitgesloten van het aanlegvergunningenstelsel dat de landschappelijke waarden van het LOP beschermd.
Losse landschapselementen zoals houtwallen zijn niet specifiek bestemd, maar worden beschermd met een passende doeleindenomschrijving en een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden.
Het bestemmingsplan vormt niet alleen het kader voor instandhouding van de landschappelijke kwaliteiten, maar vormt tevens het kader voor herstel en ontwikkeling van deze kwaliteiten.