Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Wapenveld Noord
Status: voorontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0246.760BPBWNBDRIJVNTRN-VO01

Artikel 17 Waarde - Beschermwaardige houtopstand

17.1
Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Waarde - Beschermwaardige houtopstand’ aangewezen gronden zijn, behalve de andere daar voorkomende bestem­ming(en), mede bestemd voor beschermwaar­dig houtopstand.
 
17.2 Bouwregels
 
17.2.1. Algemeen
Een op grond van de andere daar voorkomende bestem­ming(en) toelaatbaar nieuw ge­bouw, of de uitbreiding van een bestaand gebouw, mag niet worden gebouwd.
 
17.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Een op grond van de andere daar voorkomende bestem­ming(en) toelaatbaar nieuw bouwwerk, geen gebouw zijnde, of de uitbreiding van een be­staand bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet worden ge­bouwd.
 
17.3 Specifieke gebruiksregels
 
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a.      
het bevestigen van voorwerpen aan of in de boom;
b.      
het plaatsen van schaftketens, toiletten, betonmolens of an­dere voertuigen, machines, bouwsels of (bouw)materialen in de directe nabijheid van de waardevolle boombeplanting.
 
17.4
Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen oneven­redige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige be­schermwaardige bo­men, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
a.      
het bepaalde in lid 17.3. sub a en b in die zin dat het ge­bruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig deze regels wordt toegestaan, mits:
1.   
vooraf een boomdeskundig advies wordt ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken;
2.   
deze werken geen ernstige gevolgen hebben voor de le­vensvatbaarheid, de ruimtelijke, ecologische en monu­mentale betekenis van de beschermwaardige bomen.
 
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
17.5.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werk­zaamheden is, ongeacht het bepaalde in de re­gels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde be­stemmingen, een omgevingsvergunning vereist:
a.      
het ophogen en afgraven van gronden;
b.      
het aanbrengen van verhardingen;
c.      
het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee ver­band houdende constructies, installaties of apparatuur;
d.      
h
et snoeien van takken en wortels.
 
17.5.2. Uitzonderingen
Het bepaalde in lid 17.5.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
a.      
in het kader van het normale beheer, onderhoud en exploitatie;
b.      
waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
c.      
die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
d.      
als bedoeld in lid 17.5.1 onder a, voorzover het betreft het aanleggen van poelen;
e.      
als bedoeld in lid 17.5.1 onder c, voor zover daarvoor een bouwvergunning is vereist.
 
17.5.3. Afwegingskader
De omgevingsvergun­ning kan slechts worden verleend indien:
a.      
geen onevenredige aantasting van de beschermwaardige bo­men plaatsvindt, mits:
vooraf een boomdeskundig advies wordt ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken.