Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Wapenveld Noord
Status: voorontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0246.760BPBWNBDRIJVNTRN-VO01

Artikel 19 Waterstaat - Waterkering

19.1. Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Waterstaat – Waterkering’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
a.   
de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, en;
b.   
de afvoer van oppervlaktewater en voor de waterhuishouding;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
19.2 Bouwregels
 
19.2.1. Gebouwen
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
 
19.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (ten behoeve van deze dubbelbestemming), geldt de volgende regel:
a.      
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,50 m bedragen.
 
19.3 Afwijken van de bouwregels
 
19.3.1 Bevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:
a.   
19.1
en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de basisbestemming;
b.   
19.2.2
en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot niet meer dan 5 m.
 
19.3.2 Afwegingskader
De in 19.3.1 genoemde omgevingsvergunningen wordt slechts verleend:
a.   
indien de waterstaatkundige belangen zich daartegen niet verzetten;
b.   
nadat het bevoegde waterstaatsgezag daaromtrent is gehoord.
 
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
 
19.4.1. Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
a.   
aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
b.   
verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden;
c.   
aanleggen en dempen van watergangen;
d.   
aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, het ingraven of indrijven van voorwerpen dieper dan 3 m;  
e.   
diepploegen, zijnde het extra diep - meer dan circa 0,4 m - omploegen, het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;
f.     
bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.  
 
19.4.2. Uitzonderingen
Het bepaalde in lid 19.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
a.   
in het kader van het normale beheer, onderhoud en exploitatie;
b.   
waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan;
c.   
die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
d.   
als bedoeld in lid 19.3.1 onder b, voorzover het betreft het aanleggen van poelen;
als bedoeld in lid 19.3.1 onder d, voor zover daarvoor een bouwvergunning is vereist.