Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied West, Mussenkampseweg 32
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0246.865BUWBPMUSSENKW32-on01

3.7 Flora en fauna

3.7.1 Inleiding
De natuur in Nederland wordt beschermd vanuit twee invalshoeken: bescherming van gebieden en bescherming van soorten. De gebiedsbescherming is geregeld via de Natuurbeschermingswet (Natura 2000-gebieden en Beschermde natuurmonumenten) en het Streekplan (onder andere Ecologische Hoofdstructuur (EHS), weidevogelgebieden en ganzenfoerageergebieden). De soortbescherming is geregeld door middel van de Flora- en faunawet. De verschillende natuurwetgevingen in Nederland hebben als belangrijk component het zorgplichtbeginsel, dat van elke initiatiefnemer verlangt dat hij zich vooraf op de hoogte stelt van eventuele schadelijke effecten op voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving.
3.7.2 Locatie
Het plangebied is gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur.
 
Het landschap met bosrand aan de noordwest zijde
 
Het landschap aan de zuidwest zijde met links het 'dijkje' en de sprengenbeek
 
Het plangebied is niet gelegen binnen het gebied in het kader van de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn dan wel de Natuurbeschermingswet (Natura 2000-gebied). Het Natura 2000-gebied “Veluwe” ligt in het zuidwesten aansluitend aan de locatie. In het kader van de Natuurbeschermingswet is een voortoets uitgevoerd (zie bijlage 1) waaruit blijkt dat de ontwikkeling geen significante effecten heeft op het Natura 2000-gebied Veluwe.
3.7.3 Onderzoeken
Gelet op het gebruik van het perceel tot nu toe valt het te verwachten dat er zeldzame planten en/of dieren voorkomen, die door de Flora- en Fauna wet beschermd worden. Gezien de ligging van het perceel is door Vos ecologisch onderzoek / Modderman Flora & Fauna een quickscan natuuronderzoek uitgevoerd om dit te kunnen uitsluiten (datum: 28 oktober 2010). Verder een Voortoets Natuurbeschermingswet Heidebeek door Vos Ecologisch Onderzoek, datum: 8 april 2011.De gegevens van het Natuurloket gaven hier ook aanleiding toe, omdat er één strikt beschermde soort wordt vermeld.
 
 
Op 25 augustus 2011 heeft Modderman Flora & Fauna een rapportage uitgebracht van een aanvullend faunaonderzoek voor locatie Heidebeek. Hieruit blijkt dat jaarrond beschermde nesten van vogels zijn niet aangetroffen in de te slopen gebouwen en de te kappen bomen. Ten aanzien van vleermuizen is alleen een nazomer- en paarverblijfplaats mogelijk van de gewone dwergvleermuis in één van de stenen gebouwtjes.
Het gaat daarbij om één territorium. Er is gebleken dat de stenen gebouwtjes niet in gebruik zijn als kraamverblijfplaats. Bij de houten gebouwtjes is geen vleermuisactiviteit anders dan foerageergedrag waargenomen, evenmin als bij de te kappen bomen.
Zomer- en paarverblijfplaatsen kunnen overgaan in winterverblijfplaatsen. Winteronderzoek in de gebouwtjes is niet mogelijk vanwege ruimtes die niet zijn te overzien, zoals in de meeste woonhuizen. De grotere gebouwen, die blijven staan, worden geschikter geacht voor zomer-, paar- en winterverblijfplaatsen van vleermuizen (alle soorten) dan de te slopen stenen en houten gebouwtjes.
 
Advies
Geadviseerd wordt om in de directe omgeving vleermuiskasten op te hangen aan de te handhaven bomen in de directe omgeving die dienst kunnen doen als paarverblijfplaats. Het is belangrijk om meerdere kasten aan te bieden, zodat vleermuizen daaruit de meest geschikte kunnen kiezen. De kasten zullen al enkele weken voorafgaand aan de sloop moeten hangen aan de zuid- of zuidwestzijde van de betreffende bomen. Bij de sloop zullen eerst gaten gemaakt moeten worden, door het pannendak gedeeltelijk te verwijderen op verschillende plaatsen. Hierdoor wordt een eventueel aanwezige vleermuis verstoord en kan een andere plaats opzoeken. Door de sloop van de gebouwen en daaropvolgende nieuwbouw kunnen tevens de plaatsen, waar vleermuizen jagen of vogels broeden, iets verschuiven. Er blijft echter voldoende gelegenheid voor jagende vleermuizen of broedende vogels.
3.7.4 Conclusie
Uit het onderzoek blijkt dat er geen soorten zijn die de ontwikkeling direct in de weg staan, mits met het broedseizoen rekening wordt gehouden. Door de sloop van de gebouwen en daaropvolgende nieuwbouw kunnen tevens de plaatsen, waar vleermuizen jagen of vogels broeden, iets verschuiven. Er blijft echter voldoende gelegenheid voor jagende vleermuizen of broedende vogels.