1. Indien op de kaart geen hoogteaanduiding is ingeschreven geldt voor de maximaal toelaatbare goot- of boeiboordhoogte dan wel bouwhoogte het bepaalde in Artikel 3 van deze voorschriften.
2. De in lid 1 bedoelde bouwhoogten mogen worden overschreden door antennes, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen, hellende dakvlakken, topgevels, dakkapellen en andere ondergeschikte bouwdelen.
3. De maximale toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt voor:
a. erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de openbare weg 1 meter;
b. erf- en terreinafscheidingen elders 2 meter;
c. pergola's 2,75 meter;
d. speelvoorzieniongen 3 meter;
e. lichtmasten en overige masten 10 meter;
f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 meter.