het plan
het bestemmingsplan Standertmolenstraat Graauw van de gemeente Hulst.
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regel als vervat in het GML-bestand :
NL.IMRO.0677.BPStandertmlnstr-VO01.
de verbeelding
de bij het plan behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening (1 kaartblad) waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven.
aan- of uitbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw of een deel van een hoofdgebouw, in functioneel en in bouwkundig opzicht zodanig met het hoofdgebouw verbonden, dat het daarmee één geheel vormt, terwijl het in bouwkundig opzicht wel herkenbaar blijft als een afzonderlijke uiterlijk ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw.
aan-huis-gebonden beroep
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, (para)medisch, therapeutisch of daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een ondergeschikt gedeelte van een woning met daarbij behorende bebouwing, met behoud van de woonfunctie wordt uitgeoefend.
afdekfolie
folie die op de bodem wordt aangebracht ter verbetering van de microklimatologische omstandigheden om de groei van gewassen onder de folie te bevorderen.
agrarisch bedrijf
een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen of veredelen van gewassen, waaronder begrepen houtteelt en fruitteelt, en / of het houden of fokken van vee (exclusief paarden), pluimvee of pelsdieren, nader te onderscheiden in:
a. grondgebonden bedrijf:
een bedrijf dat (nagenoeg) geheel afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geheel gebruik wordt gemaakt van open grond of plat glas dan wel ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van niet meer dan 1 meter, anders te onderscheiden in:
- akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen bosbouw, sier- en fruitteelt;
- fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
- sierteelt: de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
- bollenteelt: de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt van bolbloemen;
- bosbouw: de teelt van bomen vanwege de houtproductie;
- boomkwekerij: een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
- veeteelt: het houden van melkvee en / of ander vee waarvoor in de bedrijfsvoering weidegang essentieel is;
b. glastuinbouw:
een bedrijf gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
c. niet-grondgebonden bedrijf:
een bedrijf dat (nagenoeg) niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geen gebruik wordt gemaakt van daglicht, waaronder begrepen:
- intensieve veehouderij: een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf of bedrijfsonderdeel dat zich toelegt op het houden of mesten van melkvee en / of slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen zonder of nagenoeg zonder weidegang (kalvermesterij, kippenfarm, varkensfokkerij en varkensmesterij;
- intensieve tuinbouw in gebouwen: een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf als hiervoor bedoeld, gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van gebouwen;
- intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.
agrarisch hulp- en nevenbedrijf
a. een niet-industrieel bedrijf, dat is gericht op het opslaan en leveren van goederen aan agrarische bedrijven en / of het opslaan en verwerken van producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, waaronder begrepen mestverzamelsilo's met een regionale functie;
b. een niet-industrieel bedrijf dat voornamelijk met behulp van verplaatsbare werktuigen uitsluitend of overwegend diensten verleend aan agrarische bedrijven, het zij in verband met de bodemcultuur het zij ter uitvoering van grondwerkzaamheden op agrarische cultuurgronden (zoals loonploeg- en dorsbedrijven).
agrarisch deskundige
de agrarische adviescommissie van de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten dan wel een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van de landbouw.
archeologisch deskundige
de provinciale archeoloog van Zeeland dan wel een andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van archeologie.
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
bebouwingsvlak
een op de verbeelding aangegeven vlak met één bestemmingsaanduiding en voorzien van een hoogteaanduiding en eventueel een percentage, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten.
bedrijf
onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
bedrijfsvloeroppervlakte
de gezamenlijke oppervlakte van vloeren die kunnen of worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten, waaronder niet begrepen mestopslagruimten zoals mestkelders, en verharde oppervlakten zoals toegangswegen, reinigingsplaatsen en erfverhardingen.
bedrijfswoning / dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke kennelijk slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming.
bestaande bouwwerken / gebouwen
de op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaande bouwwerken of gebouwen, alsmede bouwwerken of gebouwen die worden of mogen worden gebouwd krachtens een bouwvergunning die reeds voor dat tijdstip was aangevraagd.
bestemmingsgrens
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak
een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming.
bewoonbaar vloeroppervlak
de oppervlakte van de ruimten in de woning, gemeten binnen de afgewerkte omtrekwanden (in voorkomende gevallen binnen de balustrade) onder aftrek van de in de ruimte uitspringende onderdelen van het gebouw zoals schoorsteenstoelen, kanalen en kasten, doch zonder aftrek van plinten en vast meubilair zoals aanrechten en verwarmingslichamen. Vloeroppervlak waarboven minder dan 1.50 meter hoogte aanwezig is wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.
boog- en gaaskassen
al dan niet verplaatsbare constructies overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van tuinbouwgewassen, fruit of siergewassen.
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwgrens
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bebouwingsvlak.
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
bijgebouw
een vrijstaand of aangebouwd, afzonderlijk van het hoofdgebouw in functioneel en bouwkundig opzicht te onderscheiden gebouw.
cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
dagrecreatie
vorm van recreatie waarbij het ruimtegebruik een kortstondig karakter heeft en gericht is op de beleving van en / of kennismaking met natuur, landschap en cultuur van het platteland, wandelend, per fiets, of te paard dan wel geconcentreerd is ter plaatse van een attractie.
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en / of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel in aanvullend assortiment
detailhandel, als onderdeel van een tuincentrum in tuinverlichting, dierenbenodigdheden, barbecue-artikelen, potterie, cadeau-artikelen en kerstartikelen.
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidsproducerende inrichtingen
inrichtingen zoals genoemd in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer juncto Wet geluidhinder zoals deze luiden op het moment van rechtskracht verkrijgen van het plan.
hoevetoerisme
kleinschalige verblijfsrecreatieve voorziening, zoals een tent, trekkershut en kamer of appartement, als ondergeschikte nevenfunctie zo dicht mogelijk nabij dan wel binnen de bestaande bedrijfsbebouwing van een agrarisch bedrijf.
hoveniersbedrijf
een bedrijf, gericht op de aanleg, inrichting, verfraaiing en / of het onderhoud van tuinen, met de daarbij noodzakelijke hulpmaterialen met uitzondering van detailhandel.
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
horecabedrijf
een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:
- het verstrekken van al dan niet ter plaatse te nuttigen voedsel en / of dranken;
- het exploiteren van zaalaccommodatie;
- het verstrekken van nachtverblijf.
huisvesting seizoenarbeiders
in het geval dat een afwijking is verleend op grond van artikel 2 lid 4j zal de gemeente op basis van de betreffende gemeentelijke verordening voor de huisvesting van seizoenarbeiders nauwgezet controleren of voldaan wordt aan de minimale eisen van de slaap- en verblijfspunten, de hygiëne en de (brand)veiligheid.
kampeermiddelen
- een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
- enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is;
een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
kantoor(ruimte)
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
kassen
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,50 meter of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten
het op beroepsmatig wijze uitoefenen van activiteiten anders dan een aan-huis-gebonden beroep en / of het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- of Vergunningenbesluit milieubeheer geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft.
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
kleinschalige verblijfsrecreatie
verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen bij wijze van minicamping of met gebruikmaking van pensions of kampeerboerderijen.
landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur.
landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van landschap en natuur.
maatschappelijke voorzieningen
(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, sport, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren.
manege
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en / of pony’s houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony’s, horeca (kantine, foyer, en dergelijke) logies- en / of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
mestopslagruimten
een ruimte, zijnde een gebouw of een bouwwerk, geen gebouwen zijnde, zoals mestbassins en mestverzamelsilo's, of een andere ruimte, geen bouwwerk zijnde, zoals mestbassins en mestzakken.
milieudeskundige
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van milieu.
niet-agrarische neventak
niet-agrarische activiteiten als ondergeschikt bestanddeel van de totale productieomvang van een agrarisch bedrijf.
natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en / of fauna.
niet-permanente verblijfsrecreatie
verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik van voorbijgaande aard is, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor niet langer dan een zomerseizoen.
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
oogstperiode
de periode dat bij een agrarisch bedrijf de geteelde gewassen worden geoogst, waaronder in elk geval de maanden juli, augustus en september worden verstaan.
oriënterende waarde groepsrisico
oriënterende waarde voor het groepsrisico volgens de nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke stoffen 1996.
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorzieningen:
bouwwerken zonder wanden, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas ten behoeve van de bescherming van tuinbouwgewassen tegen neerslag of zonlicht.
paardenfokkerij
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.
paardenhouderij
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden.
peil
- voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van een hoofdtoegang;
- bij ligging in het water: de gemiddelde hoogte van de aangrenzende oevers;
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld.
permanente verblijfsrecreatie
verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik een bestendig karakter draagt, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor langer dan een zomerseizoen.
praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
recreatiewoning
een gebouw, uitsluitend bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
reëel agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat op basis van een toetsing aan de volgende elementen als reëel kan worden aangemerkt:
- er dient sprake te zijn van bedrijfsmatige agrarische activiteiten, hetgeen dient te blijken uit de aard en omvang van het bedrijf, outillage van het bedrijf, de omvang van de bedrijfsgebouwen en het aanwezig zijn van kennis en ervaring bij het bedrijfshoofd;
- de arbeidsbehoefte die het agrarische nevenberoepsbedrijf vergt;
- het bedrijf voorziet in een substantieel deel van het inkomen.
risicocontour
10-6 risicocontour voor het individuele risico per jaar.
rooijlijn
de op de verbeelding aangegeven lijnen die tezamen een begrenzing vormen van het vlak waarbinnen de veelal bestaande gebouwen zijn gesitueerd en waarbuiten geen gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
semi-agrarisch bedrijf
een bedrijf gericht op de handel in bloemen en planten en de bewaring van en de sportbeoefening met dieren, zoals een hondenkennel en africhtstation, dierenasiel en -pension, ponyhouderij en manege.
stacaravan
een kampeermiddel als bedoeld in lid 43 onder a, dat als een gebouw wordt aangemerkt.
staat van Bedrijfsactiviteiten
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze voorschriften onderdeel uitmaakt.
standplaats
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor ten hoogste één kampeermiddel.
teeltondersteunende voorzieningen:
boog- en gaaskassen, overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorziening en stellingen ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten en / of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en / of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
tuincentrum
detailhandel met een al dan niet geheel overdekte verkoopvloeroppervlak waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden, waaronder voornamelijk worden verstaan tuinplanten, tuingereedschappen en tuinmeststoffen, bouwmaterialen voor de tuin waaronder tuinhuisjes, serres en hobbyschuurtjes, tuinmeubelen en tuinverlichting alsmede daarmee vergelijkbare onderhouds- en inrichtingsmaterialen, en voorts de verkoop van kamerplanten, snijbloemen, plantenbakken, potten en vazen, een en ander met uitzondering van detailhandel in aanvullend assortiment.
verblijfsmiddelen
voor verblijf geschikte al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke constructies, alsmede tenten; een en ander voorzover geen bouwwerken en / of kampeermiddelen zijnde.
volwaardig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat op basis van een toetsing aan de volgende elementen als volwaardig kan worden aangemerkt:
- de aard en omvang van het bedrijf;
- de arbeidsbehoefte die het agrarische hoofdberoepsbedrijf vergt;
- het bedrijf voorziet in het hoofdinkomen;
- de continuïteit van het bedrijf dient ook op de langere termijn te zijn verzekerd;
- de outillage van het bedrijf;
- eventueel voorziene investeringen;
- de opleiding / ervaring van het bedrijfshoofd;
- de leeftijd van het bedrijfshoofd en de eventuele opvolging;
- de intensieve veehouderijen: het beschikken over voldoende mestproductierechten.
- dagelijks en gedurende een groot gedeelte van het jaar buiten laten lopen van het vee, op een substantiële oppervlakte landbouwgrond, waarbij een deel van de voerbehoefte door de dieren buiten wordt verzameld en waarbij meer dan 50% van de betreffende landbouwgrond is begroeid.
windturbine
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalinginstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.