Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Standertmolenstraat Graauw
Status: voorontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0677.BPStandertmlnstr-VO01

Artikel 15 Gebruik van gronden en bouwwerken

 
1 Het is verboden gronden en bouwwerken te (laten) gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming of verleende afwijkingen en de overige regels.
 
2 Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken:
  1. als opslagplaats voor bagger en grondspecie;
  2. als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen;
  3. als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
  4. voor het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen;
  5. voor groeps- en natuurkamperen zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 onder b en c van de Wet op de openluchtrecreatie, zoals deze luidt op het moment van inwerkingtreding van het plan ;
  6. voor de volgende leidingen:
    1. leidingen voor het transport van giftige stoffen;
    2. leidingen met brandbare en/of ontplofbare stoffen;
  7. aardgasleidingen onder een druk van 10 bar of hoger;
  8. leidingen met een diameter van 50 cm en groter en met minimaal een regionale functie;
  9. tenzij de aanleg of verlegging van een leiding ter plaatse niet strijdig is met de op de verbeelding aangegeven bestemming Buisleidingenstrook.
 
3 Voorts wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan:
  1. gronden of gebouwen te (laten) gebruiken als seksinrichting of daarmee vergelijkbare gebruiksvormen;
  2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk.
 
4 Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
  1. vormen van gebruik als bedoeld in lid 2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenomschrijving en/of de overige voorschriften mag worden gebruikt, mits, wat het bepaalde in lid 2 onder b en c betreft, niet buiten het bouwvlak en mits, wat het bepaalde in lid 2 onder b betreft, niet met een stapelhoogte van meer dan 1,50 meter met uitzondering van de opslag van agrarische producten; (! Volgens mij niet van toepassing op dit geval)
  2. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming(en);
  3. het uitoefenen van detailhandel voorzover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge de regels toegestaan, waaronder mede wordt verstaan detailhandel van in hoofdzaak eigen producten; nvt
  4. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op de bij een woning behorende bouwvlak;
  5. gebruik dat plaatsvindt krachtens een verleende afwijking.
5 Het college van burgemeester en wethouders verleent een afwijking voor het bepaalde in lid 1, 2 en 3 indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.