1 Voor zover gebouwen niet op de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 meter te bedragen.
2 Het college van burgemeester en wethouders kan afwijken van het bepaalde in lid 1 ter plaatse van bouwvlakken met de bestemming ‘wonen’, met dien verstande dat:
- de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 1 meter mag bedragen;
- afwijking niet mag leiden tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van naburige agrarische bedrijven en niet- agrarische bouwvlakken.