De voor ‘Wonen (W)’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
het wonen met bijbehorende bebouwing, erven, tuinen, toegangs- en achterpaden;
aan-huis-gebonden beroepen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
4.2.1 Voor het bouwen van hoofdgebouwen
Hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
Op het perceel is ten hoogste één woning toegestaan;
Het bewoonbaar vloeroppervlak bedraagt niet meer dan 150 m2;
De goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste de met de aanduiding aangegeven goothoogte;
De bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste de met de aanduiding aangegeven bouwhoogte;
Het bewoonbaar vloeroppervlak mag vergroot worden tot maximaal 225 m2 en/of de inhoud van een woning mag vergroot worden tot maximaal 750 m3 tenzij de woning binnen 100 meter van een natuurgebied is gelegen of de woning is geregistreerd als cultuurhistorisch waardevol gebouw of monument of de woning een bewoonbaar vloeroppervlak heeft kleiner dan 75 m2 en een inhoud kleiner dan 200 m3.
4.2.2 Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken
De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 40% met een maximum van 60 m2 per bouwperceel;
De afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 meter;
De goothoogte van het bijbehorende bouwwerk bedraagt ten hoogste 3 meter;
De bouwhoogte van het bijbehorende bouwwerk bedraagt ten hoogste 7 meter;
De afstand tussen een vrijstaand bijbehorend bouwwerk en het hoofdgebouw mag niet minder dan 3 meter bedragen;
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 4 lid 2.1 sub c ten behoeve van vergroting van de vergroting van het een bewoonbaar vloeroppervlak tot een oppervlakte van ten hoogste 225m2 en/of een inhoud van ten hoogste 750m3.
Voor aan-huis-gebonden-beroepen gelden de volgende specifieke gebruiskregels:
de woonfunctie dient in overwegende mate behouden en herkenbaar te blijven,
het vloeroppervlak in gebruik voor de beroepsmatige activiteiten mag ten hoogste 25 m2 van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en de daarbij behorende aan- en uitbouwen bedragen
het beroep dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de kaart te wijzigen in die zin, dat de bestemming woondoeleinden gewijzigd mag worden in de bestemming verblijfsrecreatie (RV), met inachtneming van het volgend:
het aangegeven bebouwingsvlak mag niet worden vergroot;
het aantal woningen per bebouwingsvlak mag niet worden vermeerderd.