Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Groenendijk 7 Kloosterzande
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0677.bpGroenendijk7KL-on01

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
  1. de breedte en lengte of diepte van een gebouw
    tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en / of het hart van de scheidsmuren.
  2. de oppervlakte van een gebouw
    tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels en / of het hart van de scheidsmuren.
  3. de inhoud van een gebouw
    tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en / of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.
  4. de goot(- of boeibord)hoogte van een gebouw
    1. tussen het peil en de bovenkant van de goot, het boeibord of daarmee gelijk te stelle
      constructiedeel met de gevel, waarin gemeten wordt;
    2. bij meerdere / verschillende (hellende) dakvlakken met verschillende goot- en / of boeibordhoogte
      wordt de goot- en / of boeibordhoogte gemeten bij dat dakvlak, waarvan de vertical projectie meer bedraagt dan 50% van het grondoppervlak van een gebouw;
    3. bij een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak dat loopt over de volledige breedte
      of diepte van een gebouw, wordt de goot- en / of boeibordhoogte gemeten op het hoogst
      snijpunt van het dakvlak met de daaronder gelegen gevel; onder de gevel wordt ook verstaan het hart van de scheidsmuren met een gebouw op een aangrenzend bouwperceel.
  5. de bouwhoogte van een gebouw
    tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van antennes, kleine liftkokers, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen, en het peil.
  6. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde
    tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meegerekend.
  7. afstanden
    afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.