direct naar inhoud van Artikel 6 Centrum - Bierkaai
Plan: Binnenstad Hulst
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bpbinnenstad-001O

Artikel 6 Centrum - Bierkaai

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Bierkaai' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. atelier;
  • b. bedrijf;
  • c. detailhandel;
  • d. dienstverlening;
  • e. horeca;
  • f. kantoor;
  • g. maatschappelijke voorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. sport;
  • j. recreatie;
  • k. wonen;
  • l. wegen en paden;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. parkeervoorzieningen.

een en ander met inachtneming van het bepaalde in 6.1.2

6.1.2 Nadere detaillering
  • a. op de verdiepingen is uitsluitend de functie wonen toegestaan;
  • b. horeca is uitsluitend toegestaan op de daartoe aangewezen gronden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van centrum - winkelfront”, zijn op de begane grondlaag uitsluitend toegestaan de functies atelier, detailhandel, dienstverlening, kantoren met een publieksfunctie, maatschappelijk, sport en recreatie, alsmede toegangen tot en bijgebouwen behorende bij overige in het bouwvlak toegelaten functies, met dien verstande dat ten hoogste één supermarkt met een winkelvloeroppervlak van maximaal 750 m² is toegelaten ter plaatse van de locatie met de aanduiding "supermarkt";
  • d. ter plaatse van de aanduiding "horeca", is op de begane grond tevens de functie horeca toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend vestigingen zijn toegelaten tot ten hoogste categorie 2;
    • 2. horeca uitsluitend ter plaatse van de gevelwand mag zijn gevestigd;
    • 3. in afwijking van het bepaalde in 6.1.2 onder a, ter plaatse van het perceel Bierkaaistraat 8 tevens horeca op de verdiepingen is toegelaten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van centrum - detailhandel en horeca” zijn, in afwijking van het bepaalde in lid 6.1.1, uitsluitend toegestaan:
    • 1. detailhandel;
    • 2. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aangeduide gevelwand;
    • 3. horeca tot ten hoogste categorie 2;
  • f. ter plaatse van de aanduiding “wonen” (w) zijn uitsluitend woningen met bijbehorende aan- en bijgebouwen toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding “centrum” (c) zijn uitsluitend toegestaan:
    • 1. detailhandel en dienstverlening;
    • 2. horeca;
    • 3. kantoren;
    • 4. maatschappelijke voorzieningen;
    • 5. wonen, met dien verstande dat gebruik van de begane grond voor wonen niet is toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding “bedrijven-drukkerij – wonen” (bdw) zijn uitsluitend toegestaan:
    • 1. bedrijven-drukkerij;
    • 2. wonen, met dien verstande dat gebruik van de begane grond voor wonen niet is toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding “kantoren – wonen” (kw) zijn uitsluitend toegestaan:
    • 1. kantoren;
    • 2. wonen, met dien verstande dat gebruik van de begane grond voor wonen niet is toegestaan;
  • j. de functie "bedrijf" is op de begane grond toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend vestigingen zijn toegelaten tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, een en ander met uitsluiting van activiteiten als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder n, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - drukkerij” op de begane grond en verdiepingen een drukkerij is toegelaten;
  • k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage" is toegelaten een onder het maaiveld gelegen openbare parkeergarage;
  • l. ondergeschikt aan wonen is de uitoefening van een beroep en of bedrijf aan huis toegestaan in hoofdgebouwen en de daarbij behorende aan- en uitbouwen, met dien verstande dat maximaal 25 m² van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en aan- en uitbouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep en/of bedrijf aan huis.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bebouwing

Toegestaan is bebouwing in de vorm van:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.
  • e. Ter plaatse van de aanduiding “gevellijn” mogen hoofdgebouwen uitsluitend in de bouwgrens worden opgericht.

6.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bebouwde oppervlak van het achtererf, inclusief overkappingen, maximaal 50% van dat erf bedraagt met een maximum van 60 m².
  • c. De goothoogte van aan- en uitbouwen maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 7,5 meter bedraagt;
  • d. De bouwhoogte van bijgebouwen maximaal 3,5 meter bedraagt;
  • e. In afwijking van het bepaalde in sub d bij toepassing van hellende dakvlakken de goothoogte maximaal 3,5 meter bedraagt en de bouwhoogte maximaal 7,5 meter.
  • f. Bij toepassing van hellende dakvlakken, de dakhelling minimaal 30° bedraagt;
  • g. Voor zover aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet in de perceelgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tot de bouwperceelsgrens minimaal 1 meter;

6.2.4 Nutsvoorzieningen

Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen worden opgericht tot een oppervlakte van maximaal 20 m² en een hoogte van maximaal 3 m.

6.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij ieder hoofdgebouw mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal mag bedragen voor:

  • a. erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de openbare weg 1,00 meter;
  • b. erf- en terreinafscheidingen elders 2 meter;
  • c. pergola's 2,75 meter;
  • d. speelvoorzieningen 3 meter;
  • e. lichtmasten en overige masten 10 meter;
  • f. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 meter;
  • g. van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde 1,00 meter;
  • h. overkappingen 3 meter.

6.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.4voor een grotere oppervlakte van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen tot maximaal 35 m².