direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Hogeweg I, II en III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bphogeweg123-002V

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein";
  • b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met hoogste categorie 4.1": bedrijven uit ten hoogste categorie 2 tot en met categorie 4.1 van de staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein";
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'perifere detailhandel', tevens voor perifere detailhandel in de vorm van grove bouwmaterialen, keukens en sanitair;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - internetveiling', tevens voor bedrijfsmatige activiteiten in de vorm van internetveiling waarbij ook het afhalen van de geveilde goederen is toegestaan;
  • e. detailhandel, voor zover samenhangend met en ondergeschikt aan de bedrijfsvoering;
  • f. voorraadhoudende en logistieke functies ten behoeve van bedrijfsmatige internetverkoop;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw): tevens voor bedrijfswoningen en bijbehorende erven;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en laad- en losvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Bedrijfsgebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de naar de weg gekeerde perceelgrens bedraagt ten minste 5 m;
  • c. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de overige perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m;
  • d. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • e. het maximum bebouwingspercentage bedraagt 75%, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.

4.2.2 Bedrijfswoningen
  • a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen bedragen ten hoogste respectievelijk 6 m en 10 m;
  • b. gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) mogen niet anders dan van een kap worden voorzien;
  • c. de maximale oppervlakte mag niet meer bedragen dan 200 m²;
  • d. de maximale inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m³;
  • e. de afstand van bedrijfswoningen tot de aan de bestemming Groen grenzende perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m;
  • f. de afstand van bedrijfswoningen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt tenminste 3 m;
  • g. de afstand tussen een gebouw en de as van een ontsluitingsweg mag niet minder dan 10 meter bedragen.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding ´bedrijfswoning´, bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde elders bedraagt ten hoogste de ter plaatse geldende bouwhoogte van hoofdgebouwen;
  • d. de bouwhoogte van lichtmasten en overige masten 12 meter;

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afstanden

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d en e indien dit uit het oogpunt van veiligheid toelaatbaar is.

4.3.2 Dakvorm

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het toepassen van een andere dakvorm, indien de landschapswaarde en de beeldkwaliteit niet onevenredig worden aangetast.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 6 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. opslag van goederen op onbebouwde gronden binnen een afstand van 3 m van de bestemmingen Groen en Water en binnen een afstand van 5 m van ontsluitingswegen met bijbehorend water en groen is niet toegestaan;
  • g. parkeren vindt plaats op eigen terrein;
  • h. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte niet toegestaan. Kantoorvloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • i. per bedrijf is detailhandel toegestaan voor zover samenhangend met en ondergeschikt aan de bedrijfsvoering tot 15% van de brutovloeroppervlakte tot een maximum van 100 m², met dien verstande dat 50% van het maximum brutovloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van showrooms;
  • j. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als genoemd in lid 4.1 sub c, d en e.
  • k. onder voorraadhoudende en logistieke functies ten behoeve van bedrijfsmatige internetverkoop zoals bedoeld in lid 4.1 sub f wordt uitdrukkelijk niet verstaan:
    • 1. afhalen van goederen ter plaatse;
    • 2. het ter plekke kunnen afrekenen;
    • 3. het tonen van producten ter plaatse.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein"

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.5.2 Bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 sub g om een bedrijfswoning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De bedrijfswoning mag geen onevenredige beperkingen opleggen voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven.
  • b. De bedrijfswoning moet uit akoestisch oogpunt (wegverkeerslawaai) voldoen.
  • c. De bedrijfswoning mag een maximale inhoud hebben van 750 m³.