Plan: | Absdaalseweg 19, Zoetevaart 8 Hulst |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.bphulabsdlseweg19-001O |
het bestemmingsplan Absdaalseweg 19, Zoetevaart 8 Hulst van de gemeente Hulst
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0677.bphulabsdlseweg19-001O met de bijbehorende regels en bijlagen
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning of bij de woning behorend bijgebouw uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwde overkapping.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.
een rapport van een archeologisch onderzoeksbureau of een goed onderbouwd advies van een deskundige op het gebied van archeologie.s
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde. Het betreft hier met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context. Zowel grote complexen/ structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid.
eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
de totale vloeroppervlakte van kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de totale vloeroppervlakte van alle bouwlagen van een (bedrijfs)gebouw(en) met inbegrip van alle daartoe behorende ruimten, gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
een uitwendige scheidingsconstructie als bovenafsluiting van een bouwwerk.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een inrichting waarin voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimten dansen en het geven van onderricht daarin, zonder dat zalen worden verhuurd en zonder dat gelegenheid wordt geboden voor het houden van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- of dansevenementen.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.
het geheel van al dan niet incidentele dan wel al dan niet kortdurende, maar wel tijdelijke activiteiten, dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals een feest, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking, waarbij het schenken van alcoholische dranken is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
een aantal, aan elkaar door familieband of anderszins gerelateerde, personen, die gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van één woning.
de verhuur van een woning of woongebouw geheel of nagenoeg geheel via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
activiteiten die in een woning of bij de woning behorend bijgebouw door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (zie www.sikb.nl).
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.
voorzieningen voor het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
het blijvend verhogen van het bestaande maaiveld door het aanbrengen van grond of andersoortige materialen. Tijdelijke ophoging tot een maximum van 6 maanden in relatie tot de agrarische bedrijfsvoering wordt niet gezien als een ophoging.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een of meerdere aaneengesloten kadastrale percelen behorend bij het hoofdgebouw.
detailhandel met een bovenlokale functie/bereikbaarheid waarvoor een minimum bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte nodig is van 1.000m². Hieronder zijn niet begrepen:
Hieronder zijn wel begrepen:
perifere detailhandel in goederen, waarvoor vanwege de aard en de omvang van het gevoerde assortiment en de dagelijkse bevoorrading, een groot bedrijfsvloeroppervlak nodig is, zoals auto's, boten, caravans, tenten, vakantie, recreatie, outdoor- en kampeerartikelen, bouwmarkten, tuincentra, woninginrichting, keuken en sanitair, woonthema-outlet.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
detailhandel in goederen, die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
het bedrijfsmatig - of in omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bied tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.
De Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' van deze regels deel uitmaakt (Bijlage 1).
een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen.
detailhandel met een al dan niet geheel overdekte verkoopvloeroppervlak waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden, waaronder voornamelijk worden verstaan tuinhuisjes, tuingereedschappen en tuinmeststoffen, bouwmaterialen voor de tuin waaronder tuinhuisjes, serres en hobbyschuurtjes, tuinmeubelen en tuinverlichting alsmede daarmee vergelijkbare onderhouds- en inrichtingsmaterialen, en voorts de verkoop van kamerplanten, snijbloemen, plantenbakken, potten en vazen.
aantasting van een gebied met archeologische waarden. Dit verschijnsel kan zich voordoen: door erosie, afgraving of egalisatie, door (diepe) bewerking van de bovengrond, door zetting als gevolg van ophoging, door verdroging en verzuring.
de naar de weggekeerde gevel van het hoofdgebouw of, indien het een hoofdgebouw betreft met meer dan één naar de weggekeerde gevel de gevel die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn die in het verlengde van de gevel van de voorgevel van het hoofdgebouw loopt.
Voorzieningen ten behoeve van vrijetijdsbesteding en recreatie, hoofdzakelijk binnen gebouwen, zoals fitness-, bowling-, snooker- en biljartcentra, speel- en vermaakvoorzieningen, sauna’s, ballet-, dans- en sportscholen, theater- en expositieruimten en daarmee naar hun aard vergelijkbare voorzieningen, met bijbehorende horecavoorzieningen uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit. Onder deze voorzieningen zijn in ieder geval niet begrepen seksinrichtingen en daarmee naar hun aard vergelijkbare voorzieningen.
de in Bijlage 4 voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte.
voorzieningen die nodig zijn voor een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel)waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins en dergelijke.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
de totale in een winkel voorkomende vloeroppervlakte van alle bouwlagen van ruimten welke rechtstreeks toebedeeld en ten dienste staan voor de uitstalling en verkoop van detailhandelsartikelen en voor het publiek zichtbaar en toegankelijk zijn, inclusief de vloeroppervlakte van de etalage, vitrine, toonbank- en kassaruimte (plus de loopruimte voor het personeel daarachter), schappen, paskamers, ruimten voor winkelwagentjes en lege dozen evenals de vloeroppervlakte van entresols (met voor klanten voldoende hoogte).
Hieronder wordt niet begrepen de uitsluitend voor het personeel bedoelde (dienst)ruimten en de ruimten die betrekking hebben op bedrijfskantoor, portiek, ambacht en reparatie activiteiten, opslag, verwerking van bestellingen, magazijn, sanitair, keuken en distributieruimten.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
De gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | |
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | |||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | |||
goothoogte binnen het bouwvlak | niet gemaximeerd | - voor een aan- en uitbouw niet gemaximeerd; - voor een bijgebouw of een overkapping: 3,3 meter. |
- |
bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' | - voor een aan- en uitbouw de bouwhoogte van het hoofdgebouw; - voor een bijgebouw of een overkapping 7,3 meter. |
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige (reclame) masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | |||
binnen een bouwvlak | 2.300m² | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen kan slechts worden verleend indien de aanleg van voldoende watercompensatie is zekergesteld. In voldoende watercompensatie wordt voorzien indien ter plaatse van de bestemming 'Groen' met aanduiding 'waterberging' minimaal 560m³ waterberging wordt of is gerealiseerd en hierover nadere uitvoeringsafspraken zijn gemaakt met het betreffende waterschap, tenzij met het waterschap schriftelijk anders is overeengekomen
Bij het gereedmelden van de bouw zoals bedoeld in artikel 1.25 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 dient het gebruik van de supermarkt aan de Zoetevaart 8 te Hulst te zijn beëindigd en beëindigd te worden gehouden.
Bij het gereedmelden van de bouw zoals bedoeld in artikel 1.25 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 dient in de aangrenzende bestemming 'Groen', ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' een geluidwerende voorziening te zijn gerealiseerd met een hoogte van 2,5 meter en deze dient in stand te worden gehouden.
Het gebruik van gronden conform de bestemming is slechts toegestaan na uitvoering van een bodemsanering conform een door het bevoegd gezag goedgekeurd saneringsplan waaruit blijkt dat de gronden geschikt zijn gemaakt voor de bestemming en het bevoegd gezag de uitvoering heeft goedgekeurd.
De voor 'Gemengd - A' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | |
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | |||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | |||
goothoogte binnen het bouwvlak | niet gemaximeerd | - voor een aan- en uitbouw niet gemaximeerd; - voor een bijgebouw of een overkapping: 3,3 meter. |
- |
bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' | - voor een aan- en uitbouw de bouwhoogte van het hoofdgebouw; - voor een bijgebouw of een overkapping 7,3 meter. |
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige (reclame) masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | |||
binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd |
Een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen kan slechts worden verleend indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de binnenwaarde in geluidgevoelige ruimten maximaal 33dB bedraagt danwel dat is gewaarborgd dat met (gevel)maatregelen hieraan wordt voldaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve voor het toestaan van een hogere bouwhoogte:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Voor opslag gelden de volgende regels:
Voor detailhandel gelden de volgende regels:
Voor wonen gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroep en is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Gemengd - B' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | |
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | |||
a. binnen het bouwvlak | ja | ja | ja |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | |||
goothoogte binnen het bouwvlak | niet gemaximeerd | - voor een aan- en uitbouw niet gemaximeerd; - voor een bijgebouw of een overkapping: 3,3 meter. |
- |
bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' | - voor een aan- en uitbouw de bouwhoogte van het hoofdgebouw; - voor een bijgebouw of een overkapping 7,3 meter. |
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige (reclame) masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | |||
binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd |
Voorts gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Bij het gereedmelden van de bouw zoals bedoeld in artikel 1.25 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 dient tevens voorzien te zijn in voldoende watercompensatie. In voldoende watercompensatie wordt voorzien indien ter plaatse van de bestemming 'Groen' met aanduiding 'waterberging' minimaal 560m³ waterberging is gerealiseerd tenzij met het bevoegd gezag schriftelijk anders is overeengekomen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en nutsvoorzieningen | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan | 3m | - |
1. bewegwijzering 2. straatmeubilair 3. lichtmasten en overige masten 4. ballenvangers 5. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde 6. vrijstaande antennemast 7. muren en terreinafscheidingen 8. geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' |
- - - - - - - |
4,5m 3m 10m 4m 3m 15m 1m 5m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan | 15m² |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het gebruik van gronden conform de bestemming is slechts toegestaan na uitvoering van een bodemsanering conform een door het bevoegd gezag goedgekeurd saneringsplan waaruit blijkt dat de gronden geschikt zijn gemaakt voor de bestemming en het bevoegd gezag de uitvoering heeft goedgekeurd.
Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'natuurwaarden' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuurwaarden
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en voor nutsvoorzieningen | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | 3 m | - |
1. bewegwijzering | - | 4,5 m |
2. straatmeubilair | - | 3 m |
3. lichtmasten en overige (reclame) masten | - | 10 m |
4. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde | - | 3 m |
5. vrijstaande antennemast | - | 15 m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | 15 m² | - |
ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' ten behoeve van winkelwagenstallingen | 15m² per gebouw | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het gebruik van gronden op de planlocatie Absdaalseweg conform de bestemming is slechts toegestaan na uitvoering van een bodemsanering conform een door het bevoegd gezag goedgekeurd saneringsplan waaruit blijkt dat de gronden geschikt zijn gemaakt voor de bestemming en het bevoegd gezag de uitvoering heeft goedgekeurd.
De voor 'Verkeer - Garages en bergplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | ja | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | - | |
1. goothoogte | gelijk aan bouwhoogte | niet van toepassing |
2. bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum bouwhoogte' | 2m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | ||
1. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak |
ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak |
nee | nee | ja | |
c. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding ' maximum goothoogte (m)' | 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' - en anders 3,3m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduiding ' maximum bouwhoogte (m)' | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte of inhoud bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd |
niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m²., tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd |
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw mag slechts worden verleend indien eventuele compenserende of mitigerende maatregelen, die blijken uit een ecologisch onderzoek bij de sloop van het hoofdgebouw zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, zijn uitgevoerd of in voldoende mate is gewaarborgd dat deze worden uitgevoerd in overeenstemming met de Wet natuurbescherming of de daarvoor in de plaats tredende natuurwetgeving.
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:
Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak |
ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak |
nee | nee | ja | |
c. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding ' maximum goothoogte (m)' , indien geen goothoogte is aangegeven 'maximum bouwhoogte (m) | 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
niet van toepassing | - zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' - en anders 3,3m |
niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduiding ' maximum bouwhoogte (m)' | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte of inhoud bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd |
niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m²., tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd |
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een hoofdgebouw mag slechts worden verleend indien eventuele compenserende of mitigerende maatregelen, die blijken uit een ecologisch onderzoek bij de sloop van het hoofdgebouw zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, zijn uitgevoerd of in voldoende mate is gewaarborgd dat deze worden uitgevoerd in overeenstemming met de Wet natuurbescherming of de daarvoor in de plaats tredende natuurwetgeving.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2 ten behoeve het vergroten van de bouwhoogte tot maximaal 15 meter met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:
Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 11.2.2 sub a voor het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 500 m² onder de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder artikel 11.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 11.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', als bedoeld in artikel 11.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Ten aanzien van het aantal woningen binnen het bestemmingsplan gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de afmetingen en positie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten aanzien van:
Tot een gebruik in strijd met de in hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:
Gebruik van gronden en bouwwerken bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering is, dan wel in uitvoering genomen kan worden, en dat strijdig is met de regels van dit bestemmingsplan, mag worden voortgezet met inachtneming van eventuele voorwaarden zoals zijn opgenomen in een omgevingsvergunning.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor:
De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ' Absdaalseweg 19, Zoetevaart 8 Hulst'