direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kapellebrug
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bpkapellebrug-oooO

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': tevens voor bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': tevens voor bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling en reparatie', tevens voor het stallen en reparen van caravans;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landbouwbouwmechanisatie- en constructiebedrijf', tevens voor een landbouwbouwmechanisatie- en constructiebedrijf;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf', tevens voor een transportbedrijf;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veehandelsbedrijf', tevens voor een veehandelsbedrijf;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling', tevens voor een caravanstalling;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', tevens voor een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg en detailhandel ten behoeve van het servicestation met een maximaal vloeroppervlak van 75 m²;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', tevens voor een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg en detailhandel ten behoeve van het servicestation met een maximaal vloeroppervlak van 75 m²;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', voor een nutsvoorziening;
  • l. detailhandel, voor zover samenhangend met en ondergeschikt aan de bedrijfsvoering tot een maximum van 100 m², met dien verstande dat 50% van het maximum brutovloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van showrooms;
  • m. voorraadhoudende en logistieke functies ten behoeve van bedrijfsmatige internetverkoop, niet zijnde detailhandel;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens voor bedrijfswoningen en bijbehorende erven;
  • o. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en laad- en losvoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Toegestane bebouwing

Toegestaan is bebouwing in de vorm van:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde woningen en bijbehorende bouwwerken bij woningen, gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voorzover de gebouwen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand van bedrijfsgebouwen tot de perceelsgrenzen ten minste 3 m te bedragen;
  • c. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • d. het maximum bebouwingspercentage bedraagt 75%, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;.
  • f. de maximale bouwhoogte mag niet meer dan 4 m afwijken van de maximale goothoogte, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • g. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 m te bedragen.

4.2.3 Bedrijfswoningen
  • a. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 6 m en 10 m;
  • b. gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) mogen niet anders dan van een kap worden voorzien;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste 1 bedrijfswoning toegestaan.
  • d. de afstand van bedrijfswoningen tot de aan de bestemming 'Groen' grenzende perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m;
  • e. de afstand van bedrijfswoningen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten hoogste 3 m.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt voor:

  • a. overkappingen 5 m;
  • b. vrijstaande antennes 5 m;
  • c. erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van het hoofdgebouw en de openbare weg 1 m;
  • d. erf- en terreinafscheidingen elders 2 m;
  • e. pergola's 2,75 m;
  • f. speelvoorzieningen 3 m;
  • g. lichtmasten en overige masten 10 m;
  • h. bewegwijzering en overig straatmeubilair 4,5 m;
  • i. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van de Bevi-inrichtingen als genoemd in lid 4.1;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen is uitsluitend toegestaan op zij- en achtererven met een maximale hoogte van 2 m met dien verstande dat de afstand van de opslaglocatie tot de rand van de openbare weg ten minste 10 m bedraagt;
  • f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de brutovloeroppervlakte niet toegestaan. Kantoorvloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • g. onder voorraadhoudende en logistieke functies ten behoeve van bedrijfsmatige internetverkoop zoals bedoeld in lid 4.1 sub m wordt uitdrukkelijk niet verstaan:
    • 1. afhaalmogelijkheden;
    • 2. het ter plekke kunnen afrekenen;
    • 3. het tonen van producten ter plaatse;
  • h. seksinrichtingen en prostitutie zijn niet toegestaan.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1 indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1;
  • b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1, niet in de Lijst van bedrijven wordt genoemd;

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, in die zin, dat de categorie indeling van de bij de regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten kan worden gewijzigd indien en voor zover een wijziging van de belasting van de daarin opgenomen typen van bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft. Voor de vaststelling van een wijziging wordt een milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de voorgenomen wijziging.