Plan: | Wilhelminastraat, Sint Jansteen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.bpstjanwilhelmin48-001O |
het bestemmingsplan Wilhelminastraat, Sint Jansteen van de gemeente Hulst.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0677.bpstjanwilhelmin48-001O met de bijbehorende regels en bijlagen.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning of bij de woning behorend bijgebouw door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwde overkapping.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
economisch actieve migrant wiens doel het is arbeid en inkomen te verwerven, met een hoofdverblijf elders, en op eigen initiatief en op vrijwillige basis.
de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.
een rapport van een archeologisch onderzoeksbureau of een goed onderbouwd advies van een deskundige op het gebied van archeologie.
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde. Het betreft hier met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context. Zowel grote complexen/ structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een uitwendige scheidingsconstructie als bovenafsluiting van een bouwwerk.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
een gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een aantal, aan elkaar door familieband of anderszins gerelateerde, personen, die gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van één woning.
voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.
activiteiten die in een woning of bij de woning behorend bijgebouw door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (zie www.sikb.nl).
objecten zoals bedoeld in artikel 1 lid l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
voorzieningen binnen de gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling en met voorgaande functies vergelijkbare voorzieningen.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen voor het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
de ontsluiting van een vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen.
het blijvend verhogen van het bestaande maaiveld door het aanbrengen van grond of andersoortige materialen. Tijdelijke ophoging tot een maximum van 6 maanden in relatie tot de agrarische bedrijfsvoering wordt niet gezien als een ophoging.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een of meerdere aaneengesloten kadastrale percelen behorend bij het hoofdgebouw.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
de code volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 die door overheid en bedrijfsleven wordt gebruikt om in statistieken bedrijven naar hun belangrijkste activiteit in te delen.
het bedrijfsmatig - of in omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bied tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.
aantasting van een gebied met archeologische waarden. Dit verschijnsel kan zich voordoen: door erosie, afgraving of egalisatie, door (diepe) bewerking van de bovengrond, door zetting als gevolg van ophoging, door verdroging en verzuring.
de naar de weggekeerde gevel van het hoofdgebouw of, indien het een hoofdgebouw betreft met meer dan één naar de weggekeerde gevel de gevel die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn die in het verlengde van de gevel van de voorgevel van het hoofdgebouw loopt.
voorzieningen die nodig zijn voor een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel)waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins en dergelijke.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien zich op een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn of het boeibord van de dakkapel(len) als goothoogte aangemerkt.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en nutsvoorzieningen | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | 3 m | - |
1. bewegwijzering | - | 4,5 m |
2. straatmeubilair | - | 3 m |
3. lichtmasten en overige masten | - | 10 m |
4. ballenvangers | - | 4 m |
5. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde | - | 3 m |
6. vrijstaande antennemast | - | 15 m |
7. zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' | - | 35 m |
8. muren en terreinafscheidingen | - | 1 m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | 15 m² | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
gebouwen en overkappingen | bouwwerk, geen gebouw zijnde | |
a. op deze gronden mag worden gebouwd: | uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en voor nutsvoorzieningen | ja |
b. de hoogte bedraagt niet meer dan: | zie aanduiding 'maximum bouwhoogte'; en anders 3 m | - |
1. bewegwijzering | - | 4,5 m |
2. straatmeubilair | - | 3 m |
3. lichtmasten en overige masten | - | 10 m |
4. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde | - | 3 m |
5. vrijstaande antennemast | - | 15 m |
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan: | 15 m² | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak |
ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
niet van toepassing | 3,3 m | niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte of inhoud bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd |
niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m²., tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:
Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
hoofdgebouw | aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping | bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde | ||
1. op deze gronden mag worden gebouwd: | ||||
a. binnen het bouwvlak |
ja | ja | ja | |
b. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
nee | ja | ja | |
2. de hoogte bedraagt niet meer dan: | ||||
a. goothoogte binnen het bouwvlak | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' Voor een overkapping: 3,3 m |
niet van toepassing | |
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' |
niet van toepassing | 3,3 m | niet van toepassing | |
c. bouwhoogte | zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | 7,3 m | - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m; - muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m; - lichtmasten en overige masten: 10 m - overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m |
|
3. de oppervlakte of inhoud bedraagt niet meer dan: | ||||
a. binnen een bouwvlak | niet gemaximeerd | niet gemaximeerd |
niet gemaximeerd | |
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel | ||||
b1. perceel kleiner dan 1.000 m² | 0 m2 | 40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m² | 0 m2 | ten hoogste 90 m²., tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m² | 0 m2 | ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven | niet gemaximeerd | |
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan: | 85° | 85° |
Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:
Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag is kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen aan de afmetingen en positie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten aanzien van:
Tot een gebruik in strijd met de in hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte tot een goothoogte van maximaal 6,3 m en een bouwhoogte van maximaal 10 m, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.1 in die zin dat huisvesting van arbeidsmigranten kan worden toegestaan, mits deze afwijking uitsluitend wordt verleend in overeenstemming met het geldende beleid, zoals dat is opgenomen in de beleidsregel 'Huisvesting arbeidsmigranten en seizoensarbeiders'.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Wilhelminastraat, Sint Jansteen'.