Plan: | Fietspad Heikant |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.fietspadstjanheik-008b |
Beleidskader
In aansluiting op het Verdrag van Valletta (Malta, 1992) en het provinciaal archeologiebeleid1 moet in bestemmingsplannen rekening worden gehouden met archeologische waarden in planvormingsprocessen. Concreet betekent dit dat de bescherming van het archeologisch erfgoed vastgelegd dient te worden en dat bij ruimtelijke afwegingen rekening gehouden moet worden met eventueel aanwezige archeologische waarden.
Beheer en onderhoud van archeologische informatie krijgt vorm in het Zeeuws Archeologisch Depot (ZAD). In het ZAD zijn opgenomen het Provinciaal Archeologisch Depot (bodemvondsten) en het ZAA, waarin documentatie van vondsten en alle kennis op het gebied van de Zeeuwse archeologie is verzameld. De Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) beheert voor de provincie de AMK en het ZAD.
De status van de AMK en de IKAW is door Gedeputeerde Staten van Zeeland vastgesteld op 29 mei 2001. Op de AMK staat informatie van bekende archeologische waarden. Alle terreinen die op de AMK zijn aangeduid dienen een planologische bescherming te hebben.
De IKAW geeft een overzicht van te verwachten archeologische waarden (hoe groot is de kans is om bij de uitvoering van plannen op archeologische resten te stuiten) en is complementair aan de AMK. Vooral de gebieden met hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarden zijn belangrijk.
Archeologische waarden
In gebieden met hoge tot middelhoge archeologische verwachtingswaarden moet bij de voorbereiding van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen archeologisch (voor)onderzoek worden verricht: allereerst in de vorm van een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI), eventueel later afgerond met een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO). Deze onderzoeken moeten uitwijzen of er daadwerkelijk sprake is van de archeologische waarden en of voorgenomen ontwikkelingen deze waarden wel of niet zullen of kunnen schaden. Wanneer dit wel het geval is, zullen de voorgenomen ontwikkelingen moeten worden afgewogen tegen het archeologisch belang.
Archeologisch bureauonderzoek met controleboringen
Door SOB research is archeologisch bureauonderzoek met controleboringen uitgevoerd voor het hele fietspadtraject (zie tevens bijlage 1). Uit het uitgevoerde booronderzoek blijkt dat voor het grootste deel van het onderzoeksgebied (niet zijnde bestemmingsplangebied) een profiel van dekzand van de Formatie van Twente afgedekt met Afzettingen van Duinkerke IIIa/b afgedekt door postmiddeleeuwse ophooglagen bevindt.
Voor voorliggend bestemmingsplangebied is dekzand aangetroffen met Afzettingen van Duinkerke IIIa/b dat wordt afgedekt door een esdek. De fundering van het fietspad zal op 1.40 meter + NAP worden aangelegd. Hierdoor wordt voor voorliggend bestemmingsplangebied de Afzettingen van Duinkerke en het dekzand aangetast. Binnen deze lagen is de kans op archeologische vondsten aanwezig.
Aanbevolen wordt om de graafwerkzaamheden onder archeologische begeleiding te laten uitvoeren. Voorafgaand aan deze Archeologische begeleiding moet een programma van eisen worden opgesteld, dat wordt geautoriseerd door het bevoegd gezag.