Plan: | Wilhelminastraat 82 Sint Jansteen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0677.wpstjanwilhelstr82-001V |
Aan de Wilhelminastraat 82 te Sint Jansteen staat een bedrijfswoning met eigen oprit (zie figuur 1). Deze woning hoort bij de achter de woning gelegen gebouwen (Wilhelminastraat 82a) welke in gebruik zijn als bedrijf. Momenteel is ter plaatse de kringloopbeurs gevestigd. Deze gebouwen zullen in gebruik en bestemd blijven als bedrijf.
De initiatiefnemer heeft de wens om de bedrijfswoning als reguliere woning te gebruiken. In het van toepassing zijnde bestemmingspan 'Kernen Hulst' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij het wijzigen van de bestemming bedrijfswoning naar burgerwoning onder voorwaarden mogelijk wordt gemaakt. Deze bevoegdheid is opgenomen in artikel 6.5 van de regels. Met dit wijzigingsplan wordt deze bevoegdheid toegepast.
Daarnaast wil de initiatiefnemer op het woonperceel in de toekomst een carport realiseren, in het verlengde van de huidige oprit. Deze zal pas worden gerealiseerd na de bestemmingswijziging. Het bouwen van de carport past binnen de regels die na wijziging gelden voor 'Wonen-Vrijstaand'.
Figuur 1 | Woning en bedrijf aan de Wilhelminastraat 82 Sint Jansteen (bron: Slagboom en Peeters)
Het plangebied ligt aan de noordzijde van de Wilhelminastraat, ten westen van de kern Sint Jansteen. Het betreft het perceel, kadastraal bekend, gemeente Hulst, sectie S met nummer 1349 (zie figuur 2).
Het plangebied wordt aan de noord- en oostzijde omringd door bedrijfsgronden. Zuidelijk grenst het plangebied aan de Wilhelminastraat. Ten westen van het plangebied ligt de oprit van de achtergelegen kringloopwinkel. Links van deze oprit bevindt zich een agrarisch gebied.
Figuur 2 | Ligging plangebied (geoinfo.scheldestromen.nl, bewerking Juust BV)
Het doel van dit wijzigingsplan is het voorgenomen plan planologisch mogelijk te maken. Met het vaststellen van dit wijzigingsplan wordt de functie van de woning Wilhelminastraat 82 veranderd van bedrijfswoning naar reguliere woning.
Dit wijzigingsplan bestaat uit deze toelichting, regels en een verbeelding. Deze toelichting bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit drie hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt het initiatief toegelicht en de daarbij horende juridische regeling. Hoofdstuk 3 beschrijft het geldende beleidskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de verschillende milieuaspecten beoordeeld.
Op het woonperceel (990 m²) staat een woonhuis (zie figuur 3) welke gebruikt wordt als bedrijfswoning. Het perceel is volledig ingericht als erf c.q. tuin bij de bedrijfswoning. De woning heeft een eigen oprit.
Figuur 3 | Situatie plangebied (bron: slagboom en peters, bewerking Juust BV)
De woning wordt losgekoppeld van het bedrijf. Tevens heeft de initiatiefnemer de wens om na bestemmingswijziging een carport te plaatsen. Deze ontwikkeling zorgt er voor dat iedere burger de woning kan bewonen.
Na planwijziging kan de woning afzonderlijk van het bedrijf worden verkocht (of andersom). Er is geen noodzaak om bij het bedrijf te wonen. Bij het bedrijf kan geen nieuwe bedrijfswoning worden opgericht omdat bedrijfswoningen in het geldende bestemmingsplan specifiek zijn aangeduid.
Van toepassing is het bestemmingsplan 'Kernen Hulst' van de gemeente Hulst (zie figuur 5). Dit bestemmingsplan is op 7 juni 2018 vastgesteld door de gemeenteraad en inmiddels onherroepelijk in werking getreden. Ter plaatse van Wilhelminastraat 82 geldt de bestemming 'Bedrijf' met functieaanduiding bedrijfswoning. Deze grond is bedoeld voor een woning, bestaande uit een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
Aangegeven is dat de maximum goothoogte 6 meter bedraagt. Hierdoor geldt er een maximum bouwhoogte van 10 meter. Het bouwvlak mag volledig worden volgebouwd. De maximale inhoud van de bedrijfswoning is 1000m³. De goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3,3 meter. De bouwhoogte ligt hierbij op maximaal 7,3 meter.
In artikel 6.5 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Met deze wijzigingsbevoegdheid kunnen burgemeester en wethouders de bestemming 'Bedrijf' wijzigen naar de bestemming 'Wonen'. Om een beroep te doen op deze wijzigingsbevoegdheid moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
In paragraaf 2.2.2 wordt het plan aan deze voorwaarden getoetst.
Figuur 4 | Uitsnede geldend bestemmingsplan (Bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
Toetsing randvoorwaarden wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan 'Kernen Hulst'
Om een beroep te kunnen doen op de wijzigingsbevoegdheid moet aan een de volgende voorwaarden worden voldaan:
Er vindt geen uitbreiding van het aantal woningen plaats. Er blijft sprake van één'woning. De woning wordt ontkoppeld van het bedrijf en bij het bedrijf kan geen nieuwe woning worden opgericht.
De kwaliteit van de leefomgeving wordt gewaarborgd. Dit is nader gemotiveerd in Hoofdstuk 4. Onder meer is onderzoek gedaan naar de geluidssituatie.
Het bedrijf in de huidige situatie moet al rekening houden met de aanwezigheid van de woning Wilhelminastraat 80. Dit staat los van het feit of er sprake is van een bedrijfswoning of reguliere woning. De bestemmingswijziging verandert de situatie vanuit de Wet milieubeheer niet.
Systematiek
In het wijzigingsplan wordt de bestemming 'Bedrijf' met daarbij behorende functieaanduiding 'bedrijfswoning' wegbestemd. Aan het volledige perceel aan de Wilhelminastraat 82 wordt de bestemming 'Wonen-Vrijstaand' gegeven. Deze systematiek is ook toegepast in de omgeving van de onderhavige woning. Aan de voorzijde van het perceel ligt een watergang, in eigendom van de gemeente, in beheer bij het Waterschap Scheldestromen. Deze watergang ligt momenteel binnen de bedrijfsbestemming (zie figuur 4). Het is niet logisch deze watergang buiten de begrenzing van het plangebied te houden, aangezien in dat geval een smalle strook met bedrijfsbestemming overblijft waar feitelijk een watergang ligt. Het meenemen in de woonbestemming is niet in overeenstemming met het feitelijk gebruik. Daarom is ervoor gekozen om, conform de situatie op de aanliggende percelen, de bestemming Water op te nemen ter plaatse van de sloot. De dam die toegang geeft tot de woning krijgt wel een woonbestemming omdat dammen die toegang geven tot een woning binnen de bestemming Water niet specifiek zijn geregeld.
Op de verbeelding is de goot- en bouwhoogte aangeduid. Deze sluit aan bij de hoogten in de omgeving. De goothoogte van 6 meter is ook in het geldende plan van toepassing. Op dit moment is nog geen bouwhoogte vastgelegd.
Het bouwvlak is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan en biedt nog ruimte voor uitbreiding van de woning. Ook bijgebouwen mogen in het onbenutte deel van het bouwvlak worden gerealiseerd. De oppervlakte van het perceel bedraagt 990 m². Buiten het bouwvlak is het daarom toegestaan om - naast de mogelijkheden binnen het bouwvlak - 60 m² aan bijgebouwen te realiseren mits het bouwperceel voor maximaal 40% is volgebouwd. De goot- en bouwhoogte van bijgebouwen buiten het bouwvlak mag maximaal 3,3 meter respectievelijk 7,3 meter bedragen. Dit biedt voldoende ruimte voor het realiseren van de gewenste carport.
Regels
Dit wijzigingsplan is geen zelfstandig bestemmingsplan maar maakt deel uit van het moederplan 'Kernen Hulst' van de gemeente Hulst. Met de vaststelling van dit wijzigingsplan worden de regels uit het bestemmingsplan 'Kernen Hulst' van toepassing verklaard.
Verbeelding
De verbeelding geeft de bestemmingen weer. Binnen de bestemmingsvlakken kunnen bouwvlakken, bouw-, gebieds-, functie- en maatvoeringsaanduidingen aangegeven worden. Hierbinnen kunnen een aantal specifieke bouwvoorschriften en functies worden aangegeven. Deze hebben juridische betekenis, omdat daar in de regels naar wordt verwezen. De topografische ondergrond die gebruikt is als basis voor de verbeelding heeft geen juridische status.
De grens van het plangebied wordt gevormd door de grens van het perceel op Wilhelminastraat 82 én 82a. De bestemming op Wilhelminastraat 82a blijft 'Bedrijf'. De hierbij behorende bedrijfswoning op Wilhelminastraat 82 wordt bestemd als 'Wonen', een en ander zoals beschreven onder 2.2.2. Daarnaast is op de verbeelding de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' opgenomen. Dit is gebaseerd op het het geldende archeologiebeleid.
Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte vastgesteld (SVIR). Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Hiernaar wordt gestreefd middels een krachtige aanpak die gaat voor een excellent internationaal vestigingsklimaat, ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt.
In de SVIR zijn geen regels opgenomen voor dergelijke kleine initiatieven. Het project is lokaal en kleinschalig. Het rijksbeleid staat de ontwikkeling niet in de weg.
Omgevingsplan Zeeland 2018
Op 21 september 2018 heeft het college van Gedeputeerde Staten het Omgevingsplan 2018 vastgesteld. Het Omgevingsplan geeft de provinciale visie en provinciale belangen op Zeeland weer, waar de Provincie Zeeland een (groot) belang aan hecht. Alle hoofdlijnen voor de fysieke leefomgeving zijn opgenomen. Zowel op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, maar ook economie, mobiliteit, natuur, cultuur, water en milieu. Het perceel is onderdeel van de kern Sint Jansteen binnen bestaand bebouwd gebied, daarmee raakt onderhavige bestemmingswijziging de provinciale belangen niet.
Omgevingsverordening Zeeland 2018
De Omgevingsverordening Zeeland 2018 gaat, net als het Omgevingsplan, ook over de fysieke leefomgeving van de provincie. Bij de beoordeling van ruimtelijke plannen is vooral hoofdstuk 2 welke gaat over het ruimtelijk domein van belang. Er zijn in de omgevingsverordening geen specifieke regels opgenomen die dit plan raken.
Structuurvisie Hulst
Op 15 mei 2012 heeft de gemeenteraad van Hulst de Structuurvisie Hulst vastgesteld. De structuurvisie geeft de richting aan de gewenste ruimtelijke inrichting van het gemeentelijk grondgebied waardoor voor ieder in algemene zin duidelijk is of bepaalde initiatieven daarbinnen passen. Voor het gemeentebestuur is de structuurvisie een belangrijk kader voor de afweging van concrete ruimtelijke beslissingen.
De gemeente Hulst heeft in de structuurvisie geen specifiek beleid vastgelegd omtrent het bestemmen van bedrijfswoningen naar reguliere woningen. Het gemeentelijk beleid staat de ontwikkeling van het plan dan ook niet in de weg.
Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien deze beleidsvelden dan ook naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling wordt dan ook onderzocht welke milieuaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. Het is van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
Voor de beoordeling van het aspect archeologie en cultuurhistorie geldt als kader het verdrag van Malta, de Erfgoedwet.
Archeologie
Over het gehele plangebied ligt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'. Deze gronden zijn bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Hiervoor geldt dat er archeologisch onderzoek nodig is wanneer de bodem verstoord wordt op een diepte van 40 cm onder het maaiveld met een oppervlakte van meer dan 500 m². De voorgenomen ontwikkeling zorgt niet voor een verstoring van meer dan 500 m² van de grond.
Doordat er geen verstoring van de bodem plaatsvindt is in het kader van de procedure voor wijziging van het bestemmingsplan archeologisch onderzoek niet nodig. De archeologische dubbelbestemming staat het wijzigen van de bestemming 'Bedrijf' naar 'Wonen' niet in de weg en blijft van toepassing nadat het wijzigingsplan in werking is getreden.
Cultuurhistorie
In of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen relevante cultuurhistorische elementen opgenomen waarmee in het plan rekening kan of moet worden gehouden. Het plangebied maakt ook geen deel uit van een beschermd stads- of dorpsgezicht.
Aardkundig
Het plangebied valt binnen een dekzandgebied. Voorheen was dit gebied bedekt met veen, maar deze is door afgravingen en erosie verdwenen. Sommige kreken doorsnijden het dekzandgebied. De mix van deze landschappen is bijzonder, maar de gemeente Hulst beschermt dit gebied planologisch niet omdat de ruimtelijke ontwikkeling van hoger belang wordt geacht dan de aardkundige waarde van dit fenomeen. Door dit niet planologisch vast te leggen wordt het gebied niet 'op slot gezet'.
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Sommige activiteiten die planologisch mogelijk worden gemaakt, veroorzaken milieubelasting voor de omgeving. Andere (gevoelige) functies moeten juist beschermd worden tegen milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. Het doel van milieuzonering is om te komen tot een optimale kwaliteit van de leefomgeving.
Ter plaatse van Wilhelminastraat 82a en 80 geldt een bestemming 'Bedrijf'. Ter plaatse kunnen bedrijven tot en met categorie 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten worden gevestigd. De bedrijfsbestemming grenst direct aan het erf bij de woning Wilhelminastraat 82. Op grond van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' geldt in een rustige woonwijk een richtafstand van 30 meter. In dit geval gaat het om een gebied waar diverse functies aanwezig zijn langs een doorgaande weg. Gesproken kan worden van een gemengd gebied. In dat geval mag uitgegaan worden van een richtafstand van 10 meter te worden aangehouden tussen de grens van de bestemming en de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of vergunningvrij bouwen mogelijk is. Het bouwvlak ligt op ca. 4,5 meter van de perceelsgrens van Wilhelminastraat 80 en op een afstand van 15 meter van de perceelsgrens met Wilhelminastraat 82a.
Omdat niet aan de richtafstand wordt voldaan ten opzichte van Wilhelminastraat 80 is het aspect geluid nader beschouwd. Daartoe is door Kraaij Akoestisch Adviesbureau een akoestisch onderzoek uitgevoerd d.d. 4 juni 2018 (Bijlage 1).
Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau
Uit de rekenresultaten blijkt dat de richtwaarde uit de VNG-brochure van 50dB(A) in de dag-, 45dB(A) in de avond- en 40dB(A) in de nachtperiode van zowel de Wilhelminastraat 80 als Wilhelminastraat 82a niet wordt overschreden. Vanuit akoestisch oogpunt is er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
De geluidnormering uit het Activiteitenbesluit is gelijk aan de richtwaarde uit de VNG-brochure. Deze wordt niet overschreden, de bedrijven worden niet in hun bedrijfsvoering belemmerd.
De gecumuleerde geluidbelasting bedraagt ten hoogste 45dB(A)etmaalwaarde. Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Maximaal geluidniveau
Uit de rekenresultaten blijkt dat het maximaal geluidniveau ten gevolge van de Wilhelminastraat 82a lager is dan 70 dB(A) in de dagperiode. Hiermee wordt voldaan aan de richtwaarde uit de VNG-brochure en de geluidnorm uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Er is dus sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en de Kringloopwinkel wordt niet in zijn bedrijfsvoering belemmerd.
Door het gebruik van de in-/uitrit van het perceel aan de Wilhelminastraat 80 door vrachtwagens of landbouwverkeer wordt de richtwaarde van 70 dB(A) in de dag-, 65 dB(A) in de avond- en 60 dB(A) in de nachtperiode uit de VNG-brochure overschreden ter plaatse van de voorgevel en de noordoostelijke zijgevel. De overschrijding bedraagt ten hoogste 7 dB(A) in de dag, 12 dB(A) in de avond- en 17 dB(A) in de nachtperiode. Deze overschrijding is er ook in de huidige situatie. Voor de akoestische beoordeling maakt het voor deze situatie geen verschil of er sprake is van een bedrijfswoning of een reguliere particuliere woning. Het bedrijf aan Wilhelminastraat 82 wordt door de bestemmingswijziging niet extra belemmerd en het bestaande woon- en leefklimaat in de woning op nummer 80 wijzigt niet.
De akoestische situatie vormt geen dringende belemmering voor voorgenomen wijziging van de bestemming. Tevens is hierbij in overweging genomen dat ter plaatse van nummer 80 momenteel al geruime tijd nauwelijks bedrijfsactiviteiten plaatvinden. Hierdoor wordt in de praktijk geen enkele vorm van geluidsoverlast verwacht.
Door de gemeente wordt de voorkeur gegeven aan wonen in dit gebied en minder aan (nieuwvestiging van) bedrijven. Het bedrijf op nummer 80 kan conform de huidige situatie van de in- en uitrit gebruik blijven maken. Hierbij geldt wel dat er voldaan moet worden aan ondermeer geluidsvoorschriften die de WM stelt (Activititeitenbesluit).
Om het risico uit te sluiten, dat mensen gezondheidsproblemen krijgen als gevolg van een langdurig verblijf op verontreinigde grond, kan de gemeente in het kader van een aanvraag voor een omgevingsvergunning eisen dat er onderzoek wordt uitgevoerd naar de kwaliteit van de bodem.
Het voorgenomen plan maakt geen nieuwe gevoelige functie mogelijk omdat reeds sprake is van een (bedrijfs)woning met bijbehorend erf. Op enkele meters afstand van de woning ligt een oude brandstoftank. In 1999 is in verband daarmee een bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dat bodemonderzoek blijkt dat de bodemkwaliteit ter plaatse van de ondergrondse brandstoftank voldoende is. De tank is destijds leeg gemaakt en gevuld met zand. Sindsdien is er op het perceel alleen gewoond. Een nieuw onderzoek naar de bodemkwaliteit is derhalve niet nodig.
De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van activiteiten met gevaarlijke stoffen (zoals het gebruik, de opslag, de productie als het transport). Het beleid is erop gericht te voorkomen dat er dichtbij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen in de nabijheid van risicobronnen dienen te worden getoetst aan de genoemde regelgeving.
In de directe omgeving van het plangebied zijn geen relevante risicovolle bedrijven aanwezig. Ook liggen er geen routes van het basisnet, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, in de omgeving van het plangebied. In en in de nabijheid van het plangebied liggen geen buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen. Het aspect externe veiligheid is geen belemmering voor het voorgenomen plan.
Geluid kan hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kunnen hoge geluidniveaus het gehoor beschadigen. Maar ook verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidniveaus zijn en wat niet (de geluidnormen). Bij ruimtelijke plannen kan akoestisch onderzoek nodig zijn om geluidhinder bij geluidgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) te voorkomen van door het aanhouden van voldoende afstand ten opzichte van geluidproducenten (industrie, wegverkeer etc.) of het treffen van andere maatregelen. De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai.
In paragraaf 4.3 is uitgebreid aandacht besteed aan het door Kraaij Akoestisch Adviesbureau uitgevoerde onderzoek naar een goed woon- en leefklimaat (Bijlage 1). Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.
Voor wat betreft wegverkeerslawaai is een akoestisch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder niet noodzakelijk. Een reguliere woning wordt in dat kader niet anders beoordeeld dan een bedrijfwoning, waardoor de situatie ter plaatse niet wijzigt.
In het bestemmingsplan worden uitsluitend kabels en leidingen (gas, water, elektra, rioolpersleidingen) opgenomen die ruimtelijke relevantie hebben, of van belang zijn in het kader van externe veiligheid, beheer of gezondheidsrisico. Voor deze kabels en leidingen geldt een waarborgzone omdat deze wellicht een risico met zich meebrengen. Het gaat hier met name om een verhoogd risico als ze bij werkzaamheden worden geraakt.
Op een afstand van ca. 30 meter van het plangebied ligt aan de westzijde een planologisch relevante waterleiding. Binnen een afstand van 5 meter aan weerszijden van het hart van die leiding gelden beperkingen omtrent het bouwen en het uitvoeren van werkzaamheden. De waterleiding belemmert de ontwikkeling niet.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient rekening te worden gehouden met luchtkwaliteit. Als het een ruimtelijk project of (te vergunnen) activiteit betreft, waarvan de bijdrage aan de luchtverontreiniging klein is, is geen toetsing aan de grenswaarden luchtkwaliteit nodig. Beoordeeld moet worden of de ontwikkeling 'Niet In Betekende Mate' (NIBM) bijdraagt aan de concentraties van diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) in de buitenlucht.
Als een project tot een toename voor NO2 en PM10 leidt die lager is dan de NIBM grens van 1,2 µg/m3 hoeft het project niet getoetst te worden aan de grenswaarden. Vanzelfsprekend moet er wel sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening.
De ontwikkelingen van dit plan hebben geen verkeersaantrekkende werking. De verkeersgeneratie wijzigt niet. Het aanpassen van de bestemming 'Bedrijf' met functieaanduiding 'bedrijfswoning' naar 'Wonen' heeft geen significant nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit. Het plan draagt niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
Figuur 6 | NIBM-tool (bron: infomil.nl)
In onderdeel D van de bijlage van het Besluit m.e.r. zijn diverse activiteiten opgenomen waarvoor een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. Hierbij moet beoordeeld worden of er sprake is van (mogelijke) belangrijke nadelige milieugevolgen. Als deze niet uitgesloten kunnen worden geldt een m.e.r.-plicht.
In onderdeel D is per activiteit de drempelwaarde benoemd. Als een activiteit voorkomt in onderdeel D en boven de drempelwaarde komt, geldt voor het te nemen besluit een m.e.r.-beoordelingsplicht. Indien er activiteiten plaatsvinden die in onderdeel D zijn opgenomen, maar onder de drempelwaarde blijven, dient er nagegaan te worden of het project grote milieugevolgen heeft. Deze toets dient plaats te vinden aan de hand van de criteria uit bijlage III van de Europese richtlijn m.e.r..
Er is in dit geval geen sprake van een stedelijk ontwikkelingsproject. Het uitvoeren van een vormvije m.e.r.-beoordeling is daarom niet nodig.
De Wet natuurbescherming zorgt voor bescherming van gebieden, diersoorten, plantensoorten en bossen. De beschermde flora en fauna mogen niet worden verstoord, verjaagd of gedood. Voorafgaand aan een ontwikkeling moet dus vastgesteld worden of er beschermde dier- of plantsoorten in het plangebied leven. Daarnaast wordt gekeken of er effecten zijn op natuurgebieden.
Soortenbescherming
In dit wijzigingsplan wordt enkel de bestemming aangepast van 'Bedrijf' met functieaanduiding 'bedrijfswoning' naar 'Wonen'. Bij deze ontwikkeling wordt niets gebouwd of gesloopt. Er is geen sprake van aantasting of gevolgen voor natuur en omgeving. Een onderzoek naar mogelijk beschermde flora en fauna is daarom niet nodig.
Een goede ontsluiting en voldoende parkeerfaciliteiten zijn belangrijk voor een goed functionerende ontwikkeling. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de gevolgen van het plan op de verkeerssituatie in de omgeving, de verkeersgeneratie, de ontsluiting en de wijze waarop voldoende parkeergelegenheid in het plan is gewaarborgd.
Het bestemmen van de bedrijfswoning van 'bedrijf' naar 'wonen' zorgt niet voor extra verkeersgeneratie of parkeerbehoefte. De ontsluiting van het perceel vindt plaats via een eigen in-/uitrit welke ter plaatse reeds aanwezig is. Parkeren vindt in de huidige én toekomstige situatie plaats op eigen terrein. De bestaande oprit biedt voldoende ruimte voor het parkeren van meerdere voertuigen. In artikel 63.2 van het geldende bestemmingsplan 'Kernen' is gewaarborgd dat parkeren op eigen terrein plaatsvindt. Dit aspect vormt geen belemmering voor het voorgenomen plan.
Per 1 november 2003 is door een wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) een watertoets in ruimtelijke plannen verplicht geworden. Beschreven moet worden op welke wijze in het plangebied met water en watergerelateerde aspecten wordt omgegaan. Voorkomen moet worden dat ontwikkelingen in het ruimtegebruik ongewenste effecten hebben op de waterhuishouding. Een goede afstemming tussen beiden is derhalve noodzakelijk om problemen, zoals bijvoorbeeld wateroverlast, slechte waterkwaliteit, verdroging, etc., te voorkomen.
Doel van het watertoetsproces is dat waterhuishoudkundige doelstellingen zichtbaar en evenwichtig worden meegenomen bij ruimtelijke plannen of besluiten. De watertoetstabel ondersteunt de onderbouwing van de wateraspecten in een ruimtelijk plan.
Thema en water(beheer)doelstelling | Uitwerking | |
Veiligheid waterkeringen
Waarborgen van het veiligheidsniveau en rekening houden met de daarvoor benodigde ruimte. |
De voorgenomen ontwikkeling heeft geen negatief effect op waterveiligheid. | |
Voorkomen overlast door oppervlaktewater Het plan biedt voldoende ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water. Waarborgen van voldoende bouwpeil om overstroming vanuit oppervlaktewater in maatgevende situaties te voorkomen. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en de kans op extreme weersituaties. |
![]() De bouwmogelijkheden voor een bedrijfswoning zijn vergelijkbaar met de mogelijkheden voor een reguliere woning. Het bouwvlak wijzigt niet. Wel wordt vastgelegd dat buiten het bouwvlak tot 60m² aan bijgebouwen mag worden gerealiseerd. Dit is anders ten opzichte van de huidige situatie waarin alle bebouwing binnen het bouwvlak moet worden gerealiseerd. Feitelijk mag er dus 60m² extra worden bebouwd. Dit betekent dat 60m²x 0,075mm = 4,5m³ compenserende berging noodzakelijk is. De initiatiefnemer voorziet in waterberging op eigen terrein. Op dit moment is nog niet exact duidelijk hoe dit wordt gerealiseerd. Op het moment dat daadwerkelijk wordt gebouwd wordt dit nader uitgewerkt. Het regenwater van het bijgebouw kan aangesloten worden op een bestaande vijver. Andere mogelijkheid is dat er een 'gat' wordt gemaakt waarin grind wordt gestort, zodat regenwater via het grind vertraagd in de bodem zakt. Er zijn derhalve voldoende mogelijkheden voor het realiseren van compenserende berging. |
|
Voorkomen overlast door hemel- en afvalwater
Waarborgen optimale werking van de zuiveringen/ RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten. |
Het gaat uitsluitend om een functiewijziging. De huidige situatie voor afvoer van hemel- en afvalwater verandert niet. |
|
Grondwaterkwantiteit en verdroging
Voorkomen en tegengaan van grondwateroverlast en -tekort. Rekening houdend met de gevolgen van klimaatverandering. Beschermen van infiltratiegebieden en –mogelijkheden. |
Door het plan wijzigt de grondwaterkwantiteit niet. | |
Grondwaterkwaliteit
Behoud of realisatie van een goede grondwaterkwaliteit. Denk aan grondwaterbeschermingsgebieden. |
De grondwaterkwaliteit zal behouden worden. | |
Oppervlaktewaterkwaliteit
Behoud of realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Toepassing van de trits schoonhouden, scheiden, zuiveren. |
De oppervlaktewaterkwaliteit zal behouden worden. | |
Volksgezondheid
Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte. |
Niet van toepassing. | |
Bodemdaling
Voorkomen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen in zettinggevoelige gebieden kunnen veroorzaken. |
Niet van toepassing. | |
Natte natuur
Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur. |
Niet van toepassing. | |
Onderhoud oppervlaktewater
Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden worden. Rekening houden met obstakelvrije onderhoudsstroken vrij van bebouwing en opgaande (hout)beplanting. |
De ontwikkeling wijzigt niets in de mogelijkheden voor het beheer van de sloot aan de voorzijde van het perceel langs de Wilhelminastraat. | |
Andere belangen waterbeheerder(s) | ||
Relatie met eigendom waterbeheerder
Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van objecten (terreinen, milieuzonering) van de waterbeheerder niet belemmeren. |
Er zijn geen objecten van het Waterschap in de directe nabijheid van het plangebied. | |
Wegen in beheer bij het waterschap
(alleen invullen voor zover van toepassing) * in de bouwfase: Vinden er transporten (grond/bouwmaterialen) plaats over waterschapswegen? * na realisatie: verkeersaantrekkende werking Veroorzaakt uw plan structureel extra verkeer? * na realisatie: bereikbaarheid Omschrijf hoe motorvoertuigen, fietsers en voetgangers uw plan kunnen bereiken. Worden er hiervoor uitwegen gewijzigd of nieuw aangelegd? * na realisatie: parkeren Wordt er op uw eigen terrein geparkeerd? * na realisatie: (ver)bouwen Bent u voornemens om binnen 20 meter van een waterschapsweg een bouwwerk te (ver)bouwen? (zoals een woning of afscheiding (gefundeerd). |
Het plan heeft geen nadelig effect op de omliggende wegen, het plan trekt geen extra verkeer aan. Er is vooralsnog geen sprake van bouwwerkzaamheden. Het plangebied grenst niet aan Waterschapswegen. | |
Milieu- en andere sectorale aspecten ten aanzien van de functieverandering aan de Wilhelminastraat 82 te Sint Jansteen zijn onderzocht en vormen geen belemmering voor de ontwikkeling. Planologische medewerking aan het initiatief ligt dan ook in de rede.