direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Koningshof - Schuttersgracht
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0353.201001KhofSgracht-Vo01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. horeca met bijbehorende terrassen;
  • c. wonen;
  • d. parkeerdek;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen, paden e.d. en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

3.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:

a Horeca

Voor horecabedrijven gelden de volgende bepalingen:

  • 1. Horecabedrijven zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca'.
  • 2. Uitsluitend zijn horecabedrijven toegestaan in de vorm van cafés (inclusief eetcafés), restaurant, lunchrooms, koffie-/theehuizen en ijssalons.
b Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning (begane grond + verdiepingen) met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat dit nooit meer mag bedragen dan 50 m2;
  • 2. degene die de activiteit in de woning of het daarbij behorende bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • 3. aan huis verbonden activiteiten die vallen onder categorie A als opgenomen in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn toegestaan, voor zover ze voldoen aan de hiervoor genoemde criteria.
c Begane grondbouwlaag

De functies anders dan wonen, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grondbouwlaag.

d Inpandig parkeerdek

Voor parkeren gelden de volgende bepalingen:

  • a. parkeren is uitsluitend inpandig toegestaan;
  • b. parkeren is uitsluitend op de eerste verdieping toegestaan.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' met deze aanduiding is aangegeven;
  • c. de gebouwen die met de voorzijde naar de straat Schuttersgracht zijn gericht, mogen de voorgevel uitsluitend in de aan de straat Schuttersgracht grenzende bouwgrens van het bouwvlak situeren;
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen en detailhandel in brand- en exploisiegevaarlijke goederen;
  • b. publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
  • c. buitenpandige opslag;
  • d. detailhandel met een bruto vloeroppervlakte groter dan 500 m2.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Omgevingsvergunning vergroten winkelvloeroppervlak

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.3.1 onder d, teneinde de bruto vloeroppervlakte te vergroten tot maximaal 750 m².

3.4.2 Voorwaarden verlening omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.