direct naar inhoud van 5.5 Natuur
Plan: Slibdepot A2
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0353.201012Slibdepot-Vo01

5.5 Natuur

Huidige situatie

Gebiedsbeschrijving

Het plangebied betreft een waterzuiveringsinrichting langs de A2 ten zuiden van IJsselstein. Het terrein bestaat uit enkele bassins en (slib)depots met langs de randen bomenrijen en bosschages. De uitbreidingslocatie betreft een braakliggend terrein langs de A2 met her en der opslag jonge bomen en struiken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0353.201012Slibdepot-Vo01_0009.png"

Figuur 5.2 Overzichtsfoto uitbreidingslocatie

Voorkomen gebieden en soorten

Ter verbetering van de doorstroming van het verkeer op de A2 vindt op het traject Oudenrijn-Everdingen een wegaanpassing plaats. Voor deze ruimtelijke ingreep is in 2009 door Grontmij in opdracht van Rijkswaterstaat een natuuronderzoek uitgevoerd. Het plangebied ligt deels binnen het onderzoeksgebied van het natuuronderzoek dat voor de verbreding van de A2 Oudenrijn-Everdingen is uitgevoerd, zodat grotendeels gebruik gemaakt kan worden van deze gegevens. Daarnaast heeft een oriënterend veldbezoek plaatsgevonden door een ecoloog van Grontmij op 4 januari 2011 om een inschatting te maken van de geschiktheid van bomen voor vleermuizen en de aanwezigheid van jaarrond beschermde roofvogelnesten.

  • Natuurbeschermingswetgebieden

Binnen drie kilometer afstand van het plangebied liggen geen Natura 2000-gebieden of Beschermde natuurmonumenten. Gezien het lokale karakter van de ingreep zijn negatieve effecten op door de Natuurbeschermingswet beschermde gebieden uitgesloten.

  • Ecologische Hoofdstructuur

De oeverbegroeiing van de waterplas direct ten noorden van de waterzuiveringslocatie maakt onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het gebied heeft volgens de provincie Utrecht geen bijzondere waarde, de begroeiing langs de oevers bevat leefgebied voor met name grondgebonden zoogdieren (muizen, egel) en vogels. De ingreep vindt plaats buiten de EHS, waardoor effecten op de EHS als gevolg van ruimtebeslag niet aan de orde zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0353.201012Slibdepot-Vo01_0010.png"

Figuur 5.3 Overzicht ligging EHS-gebieden (groen gearceerd)

  • Beschermde soorten

Tijdens het natuuronderzoek voor de verbreding van de A2 is er in de bermsloot langs de uitbreidingslocatie een exemplaar van de kleine modderkruiper (tabel 2 FFwet) aangetroffen. Verder zijn er geen waarnemingen gedaan van strikt beschermde of bijzondere soorten. In de bosschages in en langs het plangebied kunnen algemeen voorkomende grondgebonden zoogdieren en amfibieën voorkomen als egel, bosmuis, bosspitsmuis, wezel, bunzing, bruine kikker en gewone pad (allemaal tabel 1 FFwet). In de bosschages kunnen tevens algemeen voorkomende soorten zangvogels broeden. Tijdens het oriënterend veldbezoek in 2011 zijn in de mogelijk te kappen bomen geen vaste rust- en verblijfplaatsen aangetroffen van jaarrond beschermde vogels als uilen, spechten en roofvogels. Wel werd op het terrein een rustende buizerd waargenomen in een boom, maar op het terrein is geen buizerdhorst aanwezig. In de populieren langs Het Klaphek werden twee zwarte kraaiennesten aangetroffen. Deze nesten zijn echter niet jaarrond beschermd.

In de bomen op het terrein zijn geen voor vleermuizen geschikte holtes aangetroffen. De bomen vormen derhalve geen vaste rust- en verblijfplaats voor vleermuizen. Het terrein wordt mogelijk wel door gebruikt als foerageergebied door vleermuizen die afkomstig zijn uit IJsselstein en/of Nieuwegein.

Effecten op gebieden en soorten

Effecten op gebieden

De ingreep vindt niet plaats in een gebied dat is aangewezen als of onderdeel uitmaakt van een Natura 2000-gebied, Beschermd natuurmonument of Ecologische Hoofdstructuur. In de directe omgeving liggen ook geen Natura 2000-gebieden of Beschermde natuurmonumenten, waardoor effecten als gevolg van externe werking kunnen worden uitgesloten. Wel ligt er langs de rand van het plangebied een gebied dat onderdeel uitmaakt van de EHS. De ingreep leidt echter niet tot een verandering van de wezenlijke kenmerken en waarden van dit EHS-gebied. De oeverbegroeiing langs de waterplas blijft in tact en wanneer buiten het broedseizoen wordt gewerkt, worden geen vogels verstoord die in de oeverbegroeiing kunnen broeden.

Effecten op soorten

Er vinden geen werkzaamheden plaats in de bermsloot van de A2 waarin zich de kleine modderkruiper bevindt. Ten aanzien van deze soort worden derhalve geen verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet overtreden.

Het kappen van enkele bomen op het terrein leidt niet tot het aantasten van de functionaliteit van het gebied voor vleermuizen, omdat er voldoende foerageergebied en potentiële vliegroutes voor vleermuizen op en langs het terrein aanwezig blijven. Ten aanzien van vleermuizen worden derhalve geen verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet overtreden.

Voor algemeen voorkomende grondgebonden zoogdieren en amfibieën geldt dat mogelijk een deel van hun leefgebied wordt aangetast. Ten aanzien van deze soorten geldt echter een vrijstelling van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Omdat het algemeen voorkomende soorten zijn en er in de omgeving voldoende leefgebied voor deze soorten aanwezig blijft, komt de gunstige staat van instandhouding van de betreffende soorten niet in gevaar.

Ten aanzien van vogels geldt dat er geen vaste rust- en verblijfplaatsen van jaarrond beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn. Wanneer buiten het broedseizoen wordt gewerkt, dan worden geen broedende vogels verstoord. Het broedseizoen loopt globaal van half februari t/m begin augustus.

Conclusies

De ingreep leidt niet tot het overtreden van verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet of het beleid ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur. Het aanvragen van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet, een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet of het uitvoeren van een compensatietaakstelling ten aanzien van de EHS is derhalve niet aan de orde. Het bestemmingsplan kan worden vastgesteld zonder belemmeringen vanuit de wet- en regelgeving voor natuur.