direct naar inhoud van Artikel 8 Bedrijf - Waterzuiveringsinstallatie
Plan: Landelijk gebied noord en zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0353.201203Lgebied-Vg01

Artikel 8 Bedrijf - Waterzuiveringsinstallatie

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Waterzuiveringsinstallatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een (geluidzoneringsplichtige) inrichting voor de inzameling en behandeling van afvalwater;
  • b. de berging van afvalwater;

met de daarbij behorende:

  • c. opslag van (vervuilde) grond en slib;
  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • i. overige voorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, niet zijnde woningen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2.2 Bouwwerken

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 80%;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder artikel 8.2.2, lid c, mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwhoogte':
  • 1. 12% van het bouwvlak bebouwd worden tot een maximale bouwhoogte van 10 m; en
  • 2. 12% van het bouwvlak bebouwd worden tot een maximale bouwhoogte van 12 m.
  • e. de goot- en bouwhoogte van overige gebouwen bedraagt maximaal de goot- en bouwhoogte zoals deze aanwezig is op het moment van ter inzage legging van het ontwerpplan;
  • f. de maximale bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • g. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 3 m.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, in afwijking van artikel 8.2.2, een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot een maximale bouwhoogte van 15 m, met dien verstande dat:

  • a. de hogere bouwhoogte voor maximaal 12% van het bouwvlak geldt;
  • b. de landschappelijke waarden niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • c. vooraf advies is verkregen van een natuur- en landschapsdeskundige over de gevolgen van de verhoging van de bouwhoogte voor de landschappelijke waarden.