direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen
Plan: Landelijk gebied noord en zuid
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0353.Landelijkgebied-0001

Artikel 22 Wonen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen;
  • b. niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • c. parkeren op eigen erf;
  • d. een paardenhouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
  • e. een hoveniersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';
  • f. een dierenasiel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dierenasiel';
  • g. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  • h. voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijfscomplex';
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': het behoud en bescherming van de daar aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • j. met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
22.2 Bouwregels
22.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. per bouwvlak is ten hoogste één woning toegestaan, met dien verstande dat indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, dat aantal aangegeven woningen als maximum geldt;
  • c. de goothoogte mag maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte bedragen. Indien geen bouwhoogte is aangegeven dan is de bestaande bouwhoogte de maximale bouwhoogte;
  • e. de inhoud van een woning mag maximaal 600 m³ bedragen.
22.2.2 Aan- en bijgebouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de breedte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen of aangebouwde overkappingen aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag maximaal de breedte van de achtergevel van het hoofdgebouw bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen op het zij- en achtererf mag bij woningen maximaal 50 m²;
  • d. het zij- en achtererf mag niet voor meer dan 50% worden bebouwd;
  • e. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte mag maximaal 6 m bedragen.
22.2.3 Kelders

Kelders mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, waarbij de verticale diepte maximaal 3 m mag bedragen, het bepaalde in lid 22.2.2 sub a t/m g is van overeenkomstige toepassing.

22.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen;
22.3 Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 22.2.2 onder h voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen met maximaal 20 m², uitsluitend in verband met het gebruik van voornoemde bouwwerken als afhankelijke woonruimte, mits een dergelijk gebruik noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
22.4 Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning, met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat dit nooit meer mag bedragen dan 60 m²;
  • b. degene die de activiteit in de woning of het daarbij behorende bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. aan huis verbonden activiteiten die vallen onder categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemening zijn toegestaan, voor zover ze voldoen aan de hiervoor genoemde criteria.
22.5 Afwijken van de gebruiksregels
22.5.1 Afwijken publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 22.1, teneinde binnen een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen de uitoefening van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria de worden voldaan:

  • a. maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat dit nooit meer mag bedragen dan 60 m²;
  • b. degene die de activiteit in de woning of het daarbij behorende bijgebouw zal uitvoeren, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en de parkeersituatie ter plaatse;
  • d. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in de woonomgeving;
  • e. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit, met een maximum van 15% van de omzet;
  • f. aan huis verbonden activiteiten die vallen onder categorie A van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging zijn toegestaan, voor zover ze voldoen aan de hiervoor genoemde criteria.
22.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
22.6.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning voor het slopen de beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' geheel of gedeeltelijk te slopen.

22.6.2 Toelaatbaarheid
  • a. een vergunning als bedoeld in lid 22.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door de uitvoering van de sloopwerkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke waarden van een bouwwerk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen;
  • b. alvorens te besluiten over de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het slopen wint het bevoegd gezag advies in van de gemeentelijke monumentencommissie.
22.6.3 Uitzonderingen

Een omgevingsvergunning voor het slopen als bedoeld in lid 22.6.1 is niet vereist voor:

  • a. sloopwerkzaamheden, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. sloopwerkzaamheden, welke worden uitgevoerd in overeenstemming met een vergunning krachtens de Monumentenwet 1988:
  • c. sloopwerkzaamheden, welke onderdeel uitmaken van een omgevingsvergunning voor het bouwen;
  • d. sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.