Het beleid van de Omgevingsvisie wordt uitgevoerd met behulp van de op 10 maart 2021 vastgestelde Interim Omgevingsverordening en Programma’s:
De Omgevingsverordening
In de Interim Omgevingsverordening van de provincie Utrecht staan de regels die horen bij het beleid dat in de Omgevingsvisie staat. Bijvoorbeeld regels voor natuurgebieden, waterwingebieden en woningbouw. Het opstellen van deze regels is een wettelijke taak of is het gevolg van politieke keuzes van de provincie Utrecht. In de Omgevingsverordening gaat het deels om regels die alleen voor gemeenten, waterschappen en uitvoeringsdiensten gelden en deels om regels die voor iedereen gelden. De provincie Utrecht heeft de ambitie om alleen regels te maken om risico’s uit te sluiten. Soms is het mogelijk van regels af te wijken.
De provincie Utrecht vindt het belangrijk om ruimte te geven aan nieuwe initiatieven en maatwerk per gebied. In de Omgevingsverordening zijn alle regels voor de leefomgeving samengebracht en de provincie Utrecht is van zo’n 20 verordeningen naar één Omgevingsverordening gegaan. Dit moet het voor iedereen eenvoudiger maken om te zien welke regels waar gelden.
Programma’s
Om het beleid uit te voeren zijn er niet alleen regels nodig, maar ook op uitvoering gerichte programma’s. De provincie zal hier samen met overheden, partners en de samenleving invulling aan geven. Bijvoorbeeld in het programma ‘wonen en werken’. Gemeenten in een regio en provincie zitten daarbij samen aan tafel en leggen vast welke woningen waar op welk moment gebouwd gaan worden en welke bedrijventerreinen ontwikkeld gaan worden. Daarbij wordt ook rekening gehouden met andere zaken, zoals dat mensen naar hun werk kunnen gaan en dat er voldoende recreatie en groen is. Met de Omgevingsvisie wil de provincie Utrecht duidelijkheid geven hoe de Utrechtse leefomgeving ingericht kan worden. Welke rol de provincie pakt, hangt af van de situatie. De ene keer zal de provincie Utrecht een ontwikkeling stimuleren, de andere zorgt ze ervoor dat plannen worden aangepast om de kwaliteiten van de omgeving te beschermen.
Planspecifiek
De planlocatie is gelegen binnen verschillende kaartlagen horende bij de verordening.
Landschap Groene Hart
Onderdeel van het provinciale beleid zijn de kwaliteitsgidsen. Voor ieder type landschap in de provincie Utrecht worden de landschapskwaliteiten beschreven. De beoogde ontwikkeling valt binnen het Landschap Groene Hart. Voor het landschap Groene Hart zijn de volgende kernkwaliteiten van belang om te behouden en te versterken:
- openheid;
- (veen)weidekarakter (incl. strokenverkaveling, lintbebouwing, etc.);
- landschappelijke diversiteit;
- rust & stilte.
De kernkwaliteiten hebben in de verschillende deelgebieden van het Groene Hart verschillende accenten. In het Groene Hart liggen agrarische cultuurlandschappen die deel uit maken van de Cultuurhistorische hoofdstructuur. Bij ontwikkelingen in het landschap van het Groene Hart staat het bevorderen van de diversiteit op het schaalniveau van de verschillende typen landschap centraal. Daarbij dienen de kernkwaliteiten gerespecteerd en benut te worden om de contrasten tussen de verschillende typen landschap te behouden. Enkel en alleen het accent leggen op rust en stilte doet geen recht aan het Groene Hart. Het waarborgen van rust vraagt ook het bieden van ruimte voor vormen van dynamiek. Daarbij ligt de focus op het vergroten van de contrasten in rust en dynamiek tussen de agrarische landschappen van de velden en de dynamische landschappen van de oude stroomruggen.
De voorgenomen bebouwing ligt binnen een bebouwingskern. Gezien het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het plan binnen het kader van de kernkwaliteiten van het Groene Hart acceptabel is.
Instructieregel vrijwaringszone regionale waterkeringen
Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op locaties binnen Vrijwaringszone regionale waterkering bevat bestemmingen en regels die de waterkerende functie beschermen en voorzien in een vrijwaringszone aan weerszijden van de waterkering. De beschermende functie van de waterkering gaat met de beoogde ontwikkeling niet verloren. In de regels van het bestemmingsplan is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen.
Instructieregel overstroombaar gebied
Grote delen van de provincie liggen in overstroombare gebieden van Neder-Rijn, Lek en het Eemmeer. Het is belangrijk dat vitale en kwetsbare objecten, zoals elektriciteitscentrales, ziekenhuizen, woonwijken en bedrijventerreinen, bestand zijn tegen overstromingen. Voor buitendijkse gebieden geldt dit ook voor individuele woningen en bedrijven. De beoogde ontwikkeling vindt plaats binnen een bestaande woonwijk, niet buitendijks. Daarmee wordt er voldaan aan de instructieregel overstroombaar gebied.
Verplichte peilbesluitgebieden
Het waterschap stelt binnen verplichte peilbesluitgebieden één of meer peilbesluiten vast voor de oppervlaktewaterlichamen in gebieden waar het waterschap onder normale omstandigheden de wateraanvoer en waterafvoer kan beheersen. In een peilbesluit legt het waterschap de waterpeilen vast van een begrensd gebied. Tijdens het opstellen van een peilbesluit wordt afgewogen of het waterpeil geschikt is voor een gebied en de bijbehorende functies. De beoogde ontwikkeling vindt plaats binnen het 'Peilbesluit Pleyt 2013', en bevindt zich gedeeltelijk op een vast peil van 0,1 m en deels op een vast peil van -0.1 m.
In artikel 2.1 van het Waterbesluit zijn de regels opgenomen voor de verdeling van het beschikbare water over de maatschappelijke en ecologische behoeften bij waterschaarste of dreigende waterschaarste. In artikel 2.2 van het Waterbesluit is de mogelijkheid opgenomen om in de provinciale verordening de rangorde voor de categorieën, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder 3°, van het Waterbesluit, vast te leggen. De beoogde locatie bevindt zich binnen het gebied 'Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek' en heeft, volgens artikel 2.11, lid 2, sub a, Interim Omgevingsverordening provincie Utrecht, bij (dreigende) waterschaarste de hoogste vorm van prioriteit, te weten 'de waterkwaliteit in stedelijk gebied'. Gezien het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het plan binnen het kader van de prioriteiten van de omgevingsverordening acceptabel is.