direct naar inhoud van Artikel 9 Water
Plan: Bedrijventerreinen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpbedrijventer2012-ON01

Artikel 9 Water

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals watergangen, waterbergingen met de bijbehorende bermen en taluds;
  • b. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in relatie tot de waterhuishoudkundige voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 19.1.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van of een relatie hebben met de bestemming, zoals bruggen, steigers, kademuren, verkeerstekens, oeverbeschoeiingen en dergelijke;

9.2.3 Overige regels
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2,00 m. bedragen
9.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 9.1 voor het gebruik van de gronden als groenvoorziening, met dien verstande dat:

  • b. de instandhouding van een goede waterhuishouding is gewaarborgd.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: aanlegvergunning) van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het dempen van oppervlaktewater;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van watergangen
9.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 9.4.1 bepaalde geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een vergunning is verleend;
  • b. die noodzakelijk zijn voor het normale beheer en onderhoud.
9.4.3 Toetsingscriteria

De in artikel 9.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden (en de direct of indirect daarvan te verwachten gevolgen) de in artikel 9.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel daarvan niet wezenlijk worden verkleind.

9.4.4 Advies

Alvorens de vergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.