direct naar inhoud van Artikel 12 Horeca
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpbgb2009-VG01

Artikel 12 Horeca

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Algemeen

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecadoeleinden;
  • b. tuinen, erven en verhardingen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen, met inbegrip van een goede landschappelijke inpassing in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie naar het omliggende gebied;
  • e. water en waterhuishoudkundige doeleinden;

een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 12.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

12.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 12.1.1:

a Type functie

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de horecacategorieën genoemd in de navolgende Staat van horecafuncties:

Afkorting   Aanduiding   Horecacategorie   Straat   Huisnummer   Bebouwde oppervlakte (m2)   Afwijkende maatvoeringseis  
(sh-1)   specifieke vorm van horeca - 1   3   Reekseweg   7   1465    
(sh-2)   specifieke vorm van horeca - 2   3   Rijksweg   14   460    
(sh-3)   specifieke vorm van horeca - 3   3   Rijksweg   36   345    
(sh-4)   specifieke vorm van horeca - 4   3 en 4   Rijksweg   46   1470   max goothoogte 6,5 m; max bouwhoogte 11,5 m  
(sh-5)   specifieke vorm van horeca - 5   3   Rijksweg   76   390   max goothoogte 15 m; max bouwhoogte 15 m  
(sh-6)   specifieke vorm van horeca - 6   3 en 5   Schutsboomstraat   71   1100    
b Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.

12.2.2 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen.
12.2.3 Bebouwde oppervlakte

De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in 12.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen.

12.2.4 Maatvoeringseisen algemeen

De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:

Gebouwen algemeen  
er mag niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd  
bestaande afwijkende situaties zijn toegestaan  
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan  

Hoofdgebouwen    
totale oppervlakte gebouwen   zie 12.1.2 onder a  
goothoogte   max 6 m  
bouwhoogte   max 9 m  

Bedrijfswoning   Min.   Max.  
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot   n.v.t.   6 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum  
bouwhoogte   n.v.t.   9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum  
inhoud     maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij:
- de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt;
- het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt.  
dakhelling   12°   60°  

Bijgebouwen bij bedrijfswoning   Min.   Max.  
gezamenlijke oppervlakte vrijstaande bijgebouwen per woning.
Een vrijstaand bijgebouw mag worden gekoppeld aan de bedrijfswoning door een tussenlid met een lengte en breedte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 2,75 m.
De oppervlakte van dit tussenlid telt hierbij mee bij de oppervlakte van het bijgebouw.  
  80 m2  
goothoogte     3 m  
bouwhoogte     6 m  
dakhelling   0°   60°  
afstand weg   zie bij hoofdgebouwen    

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde   Max.  
bouwhoogte erfafscheidingen   1,5 m voor voorgevel; elders 2 m  
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   5,5 m  
bouwhoogte overkappingen   3 m  
oppervlakte overkappingen   20 m2  

voor zover in de tabel in 12.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.

12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Omgevingsvergunning bebouwde oppervlakte vrijstaande bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2.4 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoning te vergroten. Hierbij geldt het volgende:

  • a. de totale bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt maximaal 150 m2;
  • b. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • c. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • d. de ontwikkeling gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • f. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • g. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in de omgeving aanwezige waarden.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:

12.5 Afwijken van de gebruiksregels
12.5.1 Omgevingsvergunning mantelzorg in afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.4.1 onder a en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er wordt voldaan aan de milieuwet- en regelgeving;
  • c. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 80 m2 en maximaal één bouwlaag mag worden gebruikt;
  • d. er is sprake van zuinig ruimtegebruik;
  • e. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • f. de ontwikkeling gaat gepaard met een extra kwaliteitsverbetering van het buitengebied;
  • g. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • h. qua grootte en ruimtebeslag is het passend op de locatie en in de omgeving;
  • i. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 12.1 omschreven waarden.