Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpbgb2009-VG01 |
De voor Recreatie - Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 16.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 16.1.1:
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van dagrecreatieve voorzieningen:
Afkorting | Aanduiding | Dagrecreatieve voorziening | Adres | Huisnummer | Bebouwde oppervlakte (m2) | |||
(sr-1) | specifieke vorm van recreatie - 1 | heemtuin | Akkerwinde | 157 | 80, uitsluitend in de vorm van één gebouw | |||
(sr-14) | specifieke vorm van recreatie - 14 | volkstuin | Hegveld | 60, uitsluitend in de vorm van één gebouw | ||||
(sr-15) | specifieke vorm van recreatie - 15 | volkstuin | Kleine Graspeel | 60, uitsluitend in de vorm van één gebouw | ||||
(sr-19) | specifieke vorm van recreatie - 19 | tuin/houden hobbyvee | naast Heijtmorgen | 30 | 80 |
Binnen de bestemming is detailhandel toegestaan, uitsluitend in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane dagrecreatieve voorzieningen.
De gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.
Voor evenementen gelden de volgende bepalingen:
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:
De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als opgenomen in de tabel in 16.1.2 onder a; deze bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen. Indien in de tabel geen bebouwde oppervlakte is opgenomen, geldt de bestaande bebouwde oppervlakte als maximum.
Voor de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen gelden de volgende maatvoeringseisen:
Gebouwen algemeen | |
er mag niet vóór de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd | |
gebouwen mogen uitsluitend in of minimaal 1 m uit de bouwperceelgrens worden gesitueerd | |
bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. |
goothoogte | n.v.t. | 2,5 m |
bouwhoogte | n.v.t. | 5 m |
Bedrijfswoning | Min. | Max. |
goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 6 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum |
bouwhoogte | n.v.t. | 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum |
inhoud | maximaal 750 m3 (incl. aangebouwde bijgebouwen), tenzij: - de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt; - het een bestaande (woon)boerderij betreft, waarbij de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum geldt. |
|
dakhelling | 12° | 60° |
Bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Max. | |
gezamenlijke oppervlakte vrijstaande bijgebouwen per woning. Een vrijstaand bijgebouw mag worden gekoppeld aan de bedrijfswoning door een tussenlid met een lengte en breedte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 2,75 m. De oppervlakte van dit tussenlid telt hierbij mee bij de oppervlakte van het bijgebouw. |
80 m2 | ||
goothoogte | 3 m | ||
bouwhoogte | 6 m | ||
dakhelling | 12° | 60° | |
afstand weg | zie bij hoofdgebouwen | ||
afstand vrijstaande bijgebouwen tot bedrijfswoning | 20 m, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als maximum |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. |
bouwhoogte erfafscheidingen | vóór de voorgevelrooilijn max 1 m, overig max. 2,5 m |
bouwhoogte ballenvanghekken | max. 7,5 m |
bouwhoogte lichtmasten | max. 9 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 6 m |
voor zover in de tabel in 16.1.2 onder a maatvoeringseisen zijn opgenomen, gelden deze eisen in afwijking van bovenstaande tabel.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen gebruik en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.3.1 onder d ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de bestemmingsgrens overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: