Plan: | Landgoed Nabbegat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1685.bpbgb2011nabbegat-VG01 |
het bestemmingsplan 'Landgoed Nabbegat' met identificatienummer NL.IMRO.1685.bpbgb2011nabbegat-VG01 van de gemeente Landerd;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
gebieden met waardevolle aardkundige elementen met betrekking tot reliëf en bodem die een bepaalde mate van bescherming genieten;
een bijgebouw bij een woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht;
bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van telen van gewassen of het houden van dieren;
een aanduiding 'bouwvlak' binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - 1';
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt aan steeds wisselend publiek, dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse verblijft; onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
handelingen en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van de uitoefening van een bedrijf;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering noodzakelijk moet worden geacht;
de regeling als bedoeld in artikel 6.8 en 7.8 van de Verordening ruimte 2014;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, niet zijnde de ruimte onder de kap;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;
die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, picknicken, kanoën en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
een bedrijf, gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bieden van nachtverblijf;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos;
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten, voor zover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkrundveehouderij;
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
standplaats voor één of een aantal bij elkaar behorende kampeermiddelen;
gebouwen waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden, zoals het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken, of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen;
de regeling als bedoeld in artikel 6.9 en 7.9 van de Verordening ruimte 2014;
het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming plaatsvindt op de context van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
een sportactiviteit al dan niet individueel of in groepsverband, professioneel of hobbymatig waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen;
gebouwd in overeenstemming met de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een recreatief bedrijf dat hoofdzakelijk op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport en al dan niet mogelijkheden biedt voor het verblijf en de verzorging van paarden;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
behandeling van dierlijke mest zonder noemenswaardige veranderingen aan het product teweeg te brengen;
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigingen;
een kleinschalig kampeerterrein als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of een burgerwoning;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
het ontplooien van activiteiten bij een agrarisch bedrijf, die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het stallen van paarden van derden;
een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;
horeca in de vorm van kleinschalige rustpunten met bijvoorbeeld een terras waar koffie, thee, frisdranken en kleine versnaperingen verkrijgbaar zijn, niet zijnde het schenken van alcohol of aanbieden van maaltijden;
producten, gemaakt met grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en/of volgens streektraditie geteelde producten, en/of producten die volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van een bepaalde regio wordt geproduceerd;
teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een kas, voor een vollegrondstuinbouwbedrijf of boomteeltbedrijf. Hieronder worden ook schuurkassen, permanente tunnel- of boogkassen begrepen;
voorzieningen in, op of boven de grond, die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden; te onderscheiden zijn de volgende categorieën:
een klein vrijstaand houten gebouw/ blokhut, zonder eigen sanitaire voorzieningen of met eenvoudige sanitaire voorzieningen, bestemd voor verhuur voor recreatieve doeleinden in de vorm van verblijfsrecreatie aan steeds wisselende wandelaars, fietsers, ruiters, kanoërs of autogebruikers, waarbij verhuur aan dezelfde personen maximaal 3 dagen/nachten mag zijn;
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren;
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie/logeergebouw, pension, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
een vorm van wonen waarbij de bewoners terug kunnen vallen op (vanuit particulier of overheidsinitiatief) sociaal-medische zorg, actief geboden begeleiding en/of zorg, waarbij sprake is van een niet geheel zelfstandige woning;
de totale bebouwde oppervlakte, gemeten op vloerniveau, die voor een functie wordt gebruikt;
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt, op een afstand van de weg die:
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d. en waterhuishoudkundige voorzieningen;
een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één of meer personen;
een gebouw met wooneenheden bestemd voor verzorgd wonen, die niet via de reguliere woningdistributie beschikbaar komen, maar waarvan per wooneenheid minimaal één van de bewoners vanwege de beperkte zelfredzaamheid vanaf aanvang van bewoning- op basis van een ter zake van overheidswege gehanteerd systeem- is geïndiceerd voor zorg, waarbij die zorg 24 uur per dag beschikbaar is in het gebouw en welke zorg door minimaal één van de bewoners ook daadwerkelijk wordt afgenomen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 3.1.1:
Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen uitsluitend worden opgericht:
Gebouwen algemeen |
Er mag niet voor de voorgevel van de bedrijfswoning worden gebouwd |
Bestaande afwijkende situaties voor bijvoorbeeld goot- en bouwhoogte zijn toegestaan |
Bestaande kleinere afstanden van legaal opgerichte gebouwen zijn toegestaan |
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | Min. | Max. |
Goothoogte | n.v.t. | 6 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
Dakhelling, met dien verstande dat de minimale dakhelling niet geldt voor ondergeschikte platte tussenleden en andere gebouwen van ondergeschikte aard | 12º | 60º |
Teeltondersteunende voorzieningen | Min. | Max. |
Bouwhoogte | n.v.t. | 4,5 m |
Bedrijfswoning | Min. | Max. |
Goothoogte, de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot | n.v.t. | 6 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 9 m |
Inhoud | n.v.t. | 750 m3 |
Dakhelling | 12º | 60º |
Bijgebouwen bij bedrijfswoning | Min. | Min. |
Gezamenlijke oppervlakte vrijstaande bijgebouwen per bedrijfswoning. Een vrijstaand bijgebouw mag worden gekoppeld aan de bedrijfswoning door een tussenlid met een lengte en breedte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 2,75 m. De oppervlakte van dit tussenlid telt hierbij mee bij de oppervlakte van het bijgebouw. |
n.v.t. | 80 m2 |
Goothoogte | n.v.t. | 3 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 6 m |
Afstand vrijstaande bijgebouwen tot bedrijfswoning | n.v.t. | 20 m |
Dakhelling | 0º | 60º |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. |
Bouwhoogte mestbassins | 8,5 m |
Bouwhoogte silo's achter de voorgevelrooilijn of waterbassins | 15 m |
Bouwhoogte silo's voor de voorgevelrooilijn | niet toegestaan |
Bouwhoogte erfafscheidingen voor de voorgevelrooijlijn | 1 m |
Bouwhoogte erfafscheidingen achter de voorgevelrooijlijn | 2 m |
Bouwhoogte van een carport c.q. overkapping | 3 m |
Oppervlakte van een carport c.q. overkapping | 20 m2 |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 m |
Aanvullend gelden voor herbouw van bestaande bedrijfswoningen de volgende voorwaarden:
Voor het oprichten van bouwwerken buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b en 3.2.2 teneinde minicampings en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan, waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 teneinde de voorgeschreven maximale goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, te verhogen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 onder a en b, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.5 onder a sub 1 teneinde voor erf- en perceelsafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' een grotere bouwhoogte toe te staan tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.5 onder c teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen de bestemming 'Wonen' paardenbakken toe te staan buiten de aanduiding 'bouwvlak', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen ten behoeve van de bedrijfswoning te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder a teneinde de toegestane bebouwde oppervlakte aan bedrijfsgebouwen te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan, met in achtneming van 3.4.3 en 3.4.4, door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder a, sub 2b teneinde de bouw van meerdere bedrijfsgebouwen voor het stallen van schapen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schapenstal' toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken overeenkomstig het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik in overeenstemming met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van een bedrijfsgebouw als bedoeld in 3.2.2 onder a, sub 2b, voor de in 3.1.2 onder b bedoelde functie:
Het bepaalde onder a tot en met d is van overeenkomstige toepassing op de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in 3.3.8.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b en 3.2.2, teneinde een vorm van agrarisch verwant bedrijf of agrarisch technisch hulpbedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b en 3.2.2, teneinde een vorm van een niet-agrarisch bedrijf als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder c en 3.2.2, teneinde pensionstalling toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder c en 3.2.2, teneinde - bedrijfsmatige nevenactiviteiten in de vorm van zorgverlening op sociaal, fysiek of psychisch vlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b en 3.2.2, teneinde als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf extensieve vormen van dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een kinderboerderij, theehuis, ambachtelijke ijs- of kaasmakerij, verhuur van fietsen/huifkarren, organiseren van rondleidingen en exposities, bed en breakfastvoorzieningen in een grotere omvang e.d., toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1.2 onder b en 3.2.2 teneinde nevenactiviteiten in de vorm van inpandige statische opslag toe te staan bij een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.2 onder j ten behoeve van huisvesting van tijdelijke werknemers op zowel tijdelijke als structurele arbeidsplaatsen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.2 onder j ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen teneinde toe te staan dat de daarbij behorende 10-6 risicocontour de aanduiding 'bouwvlak' overschrijdt, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.2 onder d en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 3.6.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
De in 3.6.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 3.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 3.6.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden | |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | - | de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van de op de bestemming gerichte gebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 3.1 tot gevolg hebben. | |
Afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem | - | de werkzaamheden dienen noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden; |
|
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch waardevol' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historisch geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 3.1.2 onder h. | |
Dempen van poelen, sloten en greppels | - | de werkzaamheden dienen noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van natuur- en landschapswaarden en de verkavelingsstructuur tot gevolg hebben; | |
- | er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van onderkende ecologische en landschappelijke waarden; | |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch waardevol' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historisch geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 3.1.2 onder h. | |
Het aanpassen/veranderen van de verkavelingsstructuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch waardevol'. |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch waardevol' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historisch geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 3.1.2 onder h. |
Het beplanten van gronden met houtgewas (hoger dan 1 meter), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch waardevol'. |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch waardevol' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historisch geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 3.1.2 onder h. |
Het kappen en rooien van houtgewas | - | de landschapswaarden worden niet onevenredig aangetast. |
Het aanleggen van nieuwe boom-, fruit- en/of bloembollenteelt zonder kas op een afstand van minder dan 50 m tot bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies alsmede tot een minicamping. Voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies zijn alle functies behoudens de agrarische bedrijvigheid. | - | er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het woon- en leefklimaat. |
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals (on)verharde paden en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en bouwwerken:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 4.4.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 4.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
De in 4.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 4.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 4.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden | |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2 | - | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 4.1 en specifiek in 4.1.1 onder c tot gevolg hebben; | |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | - | het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van natuur- en landschapswaarden tot gevolg hebben; | |
Het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem | - | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 4.1 en specifiek in 4.1.1 onder c tot gevolg hebben; | |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 4.1.2 onder d; | |
Diepploegen en diepwoelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 4.1.2 onder d. | |
Dempen van poelen, sloten en greppels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 4.1.2 onder d; | |
Het aanpassen/veranderen van de verkavelingsstructuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 4.1.2 onder d; | |
Het beplanten van gronden met houtgewas hoger dan 1 meter, - uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 4.1.2 onder d. |
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen
en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals (on)verharde paden en overeenkomstig de in 6.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en bouwwerken:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 6.4.4 opgenomen omgevingsvergunningsplichtige werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
De in 6.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de waarden als opgenomen in 6.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 6.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.
Omgevingsvergunningsplichtige werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden | |
Aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2 | - | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 6.1 en specifiek in 6.1.2 onder c tot gevolg hebben. | |
Het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van de bodem | - | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | de werkzaamheden mogen geen onevenredige aantasting van de doeleinden als opgenomen in 6.1 en specifiek in 6.1.2 onder c tot gevolg hebben; | |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 6.1.2 onder d. | |
Diepploegen en diepwoelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: - 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 6.1.2 onder d. | |
Dempen van poelen, sloten en greppels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 6.1.2 onder d. | |
Het aanpassen/veranderen van de verkavelingsstructuur, - uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 6.1.2 onder d. | |
Het beplanten van gronden met houtgewas hoger dan 1 meter, - uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' |
- | de werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk in het kader van het op de bestemming gerichte gebruik; |
- | ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch gebied' mogen de werkzaamheden geen onevenredige aantasting van de historische geografische waarden tot gevolg hebben als opgenomen in 6.1.2 onder d. |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeersdoeleinden;
een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen, wandel- en/of fietspaden, openbare nutsvoorzieningen, bermen, wegbeplantingen, sloten.
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van de bestemming, alsmede gebouwen ten dienste van openbare nutsvoorzieningen.
Gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen dienen aan het volgende te voldoen:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 15 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 6 m mag bedragen.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in 9.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 9.1.1:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals woningen met bijgebouwen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Indien en voor zover binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is aangegeven, mogen gebouwen binnen dat bestemmingsvlak uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Met betrekking tot de inhoud van de woningen gelden de volgende regels:
Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Een omgevingsvergunning voor de bouw van bouwwerken als bedoeld in 9.2.1, kan uitsluitend worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.6 om andere mitigerende maatregelen voor de Huismus mogelijk te maken, met dien verstande dat de andere maatregelen tot doel hebben om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
1. | de gebouwen die in bijlage 3 zijn aangegeven als 'te slopen bedrijfsgebouwen' zijn gesloopt; |
2. | minimaal 7.000 kilogram fosfaat is ingeleverd; |
met dien verstande dat het voorgaande niet geldt voor de bouw van een woning ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand'; |
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen als bedoeld in 9.1.2 onder c teneinde als nevenactiviteit bij een woning, bed & breakfast, toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4 onder a en toestaan dat een bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het begrip huishouden als opgenomen in 9.1.2 onder d ten behoeve van de huisvesting van tijdelijke werknemers op zowel tijdelijke als structurele arbeidsplaatsen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.4.2 ten behoeve van de inrichting conform de inrichtingsschets voor wat betreft de maatvoering genoemd in de beschrijving bij de inrichtingsschets tot maximaal 20% van de genoemde maatvoering, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming.
Indien binnen een bestemmingsvlak een aanduiding 'bouwvlak' is opgenomen, dan zijn binnen dat bestemmingsvlak gebouwen uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.
Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt het volgende:
Een omgevingsvergunning voor de bouw van bouwwerken als bedoeld in 10.2.1, kan uitsluitend worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.5 om andere mitigerende maatregelen voor de Huismus mogelijk te maken, met dien verstande dat de andere maatregelen tot doel hebben om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden en bouwwerken:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.4.2 ten behoeve van de inrichting conform de inrichtingsschets voor wat betreft de maatvoering genoemd in de beschrijving bij de inrichtingsschets tot maximaal 20%, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden wijzigen in de bestemming 'Natuur' (Artikel 6), mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn opgericht in overeenstemming met de Woningwet, maar in afwijking van dit bestemmingsplan, zijn toegestaan. Herbouw van deze bestaande gebouwen is niet toegestaan.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - aanlegvergunning historisch geografisch waardevol' gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.
De voor 'overige zone - landgoed' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en een samenhangend beheer van een landgoed.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied realisatietermijn woningbouw':
Van de onder 16.1 bedoelde bevoegdheid kan alleen gebruik worden gemaakt indien na vijf jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan binnen het betreffende deel:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 17.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 17.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 17.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 17.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Landgoed Nabbegat'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 16 maart 2017.