1.1 plan:
het bestemmingsplan ´Rijksweg 14 te Schaijk´ van de gemeente
Landerd;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GMLbestand
NL.IMRO.1685.bpschaijkRvRRijksw-VG01 met de bijbehorende regels;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge
de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze
gronden
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 archeologische waarden:
cultuurhistorische waarden die bestaand uit de aanwezigheid van een bodemarchief met
sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het
cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordig;
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.7 bed & breakfast
een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt aan steeds wisselend
publiek, dat voor een korte periode, namelijk één tot enkele nachten, ter plaatse verblijft;
onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het
verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
1.8 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.9 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.10 bijgebouw:
een vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw,
zoals garages, hobbyruimten, bergingen en huisdierenverblijven;
1.11 bouwen:
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een
bouwwerk,
1.12 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of
bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, niet zijnde de ruimte
onder de kap;
1.13 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.14 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.15 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij
direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de
grond;
1.16 extensiveringsgebied:
een gebied waar wonen of natuur het primaat heeft, waar uitbreiding, hervestiging, of
nieuwvestiging van in ieder geval een intensief veehouderijbedrijf niet is toegestaan
ingevolge de Reconstructiewet; ont
1.17 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt;
1.18 groenblauwe mantel:
gebieden die grenzen aan de ecologische hoofdstructuur, de ecologische verbindingzone of
het zoekgebied voor behoud en herstel van watersysteem, en deze verbinden, zijnde
gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties
voor natuur en water;
1.19 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het
belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.20 kelder:
een geheel of nagenoeg geheel ondergronds dan wel maximaal 0,5 meter boven peil
gelegen ruimte, die is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds gebouw;
1.21 landschappelijke inpassing:
het inpassen van een gebouw of een gebruik in het landschap, waarbij afstemming
plaatsvindt op de context van het landschap door middel van de architectuur van het gebouw
en/of de aanplant van gebiedseigen beplanting;
1.22 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het
aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de
levende en niet-levende natuur;
1.23 mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychisch en/of
sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.24 nevenactiviteiten:
het ontplooien van activiteiten bij een agrarisch bedrijf, die niet rechtstreeks de uitoefening
van de agrarische bedrijfsvoering betreffen;
1.25 niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en
dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt
uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de
desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de
woonfunctie ter plaatse;
1.26 omgevingsvergunning:
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht;
1.27 publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis:
een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak
publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past
binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij
behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;
1.28 routegebonden horeca:
horeca in de vorm van kleinschalige rustpunten met bijvoorbeeld een terras waar koffie,
thee, frisdranken en kleine versnaperingen verkrijgbaar zijn, niet zijnde het schenken van
alcohol of aanbieden van maaltijden;
1.29 tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers:
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende
enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te
verrichten, voor zover noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;
1.30 vloeroppervlakte:
de totale bebouwde oppervlakte, gemeten op vloerniveau, die voor een functie wordt
gebruikt;
1.31 vrijstaand bijgebouw:
een van het hoofdgebouw losstaand bijgebouw, waarbij een bijgebouw dat door middel van
een tussenlid met een lengte en breedte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van
maximaal 2,75 m is gekoppeld aan het hoofdgebouw, als vrijstaand bijgebouw geldt;
1.32 woning / wooneenheid
een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een)
gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één of meer personen;