direct naar inhoud van 4.3 Randvoorwaarden en uitgangspunten
Plan: Willevenstraat
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1685.bpschwilleven2012-ON01

4.3 Randvoorwaarden en uitgangspunten

Voor het plangebied zijn zowel programmatische als stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden opgesteld. Randvoorwaarden zijn de punten waar in het plan aan voldaan moet worden. Uitgangspunten zijn keuzes die in het verdere planproces een sturende rol vervullen en waarvan, onder omstandigheden, mag worden afgeweken. Een groot deel van de randvoorwaarden en uitgangspunten is opgesteld conform de wensen en het programma van eisen van de gemeente. Tevens zijn randvoorwaarden opgenomen welke gelden conform de keur van het waterschap. Overige randvoorwaarden volgen uit het programma van eisen van de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte. Op basis van gebieds- en locatiekenmerken en de gestelde voorwaarden en uitgangspunten is een ruimtelijk planconcept voor het gebied gemaakt.

Randvoorwaarden

  • Behoud van aanwezige bomenrij aan het Munpad. Deze bomen mogen, zonder schriftelijke toestemming van de gemeente Landerd vooraf, niet worden gesnoeid, gerooid of verplaatst. Voor te handhaven bomen dienen beschermende maatregelen te worden getroffen;
  • Waterneutraal bouwen, door het bovengronds afkoppelen van hemelwatervoorzieningen;
  • Toepassen van een duurzaam watersysteem met de drietrapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren;
  • Hoofdontsluiting aantakken op het Munpad;
  • Een verkeersstructuur conform het principe 'Duurzaam Veilig' en een 30 kilometerregime;
  • Voor Ruimte voor Ruimte geldt een parkeernorm van 2 parkeerplaatsen die op eigen terrein gerealiseerd dienen te worden. Voor de reguliere (vrijstaande en halfvrijstaande) woningen geldt eveneens een parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning, waarvan één parkeerplaats op eigen terrein wordt gerealiseerd. De openbare parkeerplaatsen zullen op informele wijze in de openbare ruimte in het plan worden vormgegeven;
  • In de exploitatie dient voor de reguliere kavels rekening te worden gehouden met een storting van 5 Euro per m2 uitgeefbaar, in het gemeentelijk groenfonds;
  • Afhankelijk van de grootte van het plangebied, moet een speelvoorziening worden opgenomen, dan wel een bijdrage worden verleend in de kosten van een speelvoorziening elders. Rekening moet worden gehouden met een norm van 3 m2 speelterrein per 100m2 uit te geven grond. In overleg met de gemeente Landerd wordt bepaald of een speelvoorziening noodzakelijk is. Hierbij zullen de gemeentelijke richtlijnen worden toegepast;
  • Voor de dimensionering van de kabels- en leidingenstrook is het standaardprofiel van de nutsbedrijven uitgangspunt. Dit profiel gaat bij nieuwe woongebieden uit van 2,10 meter exclusief banden;
  • Materialen moeten duurzaam en milieuvriendelijk zijn, zoals beschreven in het nationaal pakket duurzaam bouwen. Het gebruik van uitlogende materialen zoals zink, koper en lood, voor bijvoorbeeld de daken en de regenwaterafvoer is niet toegestaan.

Uitgangspunten

  • Hoogwaardige afronding van de kern met behoud van landelijke context;
  • De openbare groenstrook aansluitend aan het landelijk gebied, gesitueerd naast de berm van de leggerwatergang, dient te worden ingericht met bomen in een duurzame grasberm van voldoende breedte en met een landschappelijke uitstraling. Vanwege het onderhoud van de watergang dient een ruime plantafstand te worden aangehouden.
  • Bebouwing en openbare ruimte aansluitend bij het karakter van Schaijk;
  • De toepassing van een orthogonale verkaveling, passend bij de agrarische verkaveling en slotenstructuur in het gebied;
  • Een groen karakter;
  • Waterberging in de openbare ruimte van het plangebied;
  • Parkeren informeel realiseren;
  • De toepassing van een verspringende rooilijn in alle straten ten behoeve van een wisselend dorps beeld;
  • Woningen op hoekpunten hebben een dubbelzijdige oriëntatie, zodat ze op beide straten gericht zijn en wegen niet aan weerszijden ingeklemd worden tussen zijdelingse perceelsgrenzen;
  • Garages grenzend aan de openbare ruimte zijn niet gewenst;
  • Zorgvuldige inpassing van het huidige erf in het zuiden van het plangebied;
  • Gebruik van duurzame materialen.